E-biker, pas je snelheid aan of vermijd het fietspad

NRC, maandag 25 september 2023 of kopie

Hard fietsen is heel aantrekkelijk. Voor gewone fietsers die hun actieradius en snelheid willen vergroten met een e-bike. En ook voor snor- en bromfietsers die op een e-bike zónder verplicht bromfietsrijbewijs, verzekering of helm schoon kunnen rijden. Op de fatbike kun je ook nog een passagier achterop meenemen.

Maar onze fietspaden zijn niet toegerust op zo veel snelle fietsers. De fietspaden zijn smal en overvol in de spits – en het verschil in snelheid tussen gewone fietsers en e-bikers veroorzaakt ongelukken.

Een helmplicht voor e-bikers, zoals sommigen als oplossing voor dit probleem bepleiten, is niet het antwoord. E-bikers moeten gedwongen worden te kiezen: óf ze gaan hard en rijden op de auto- of brommerbaan, óf ze gaan langzaam, op het gewone fietspad, dat voor langzame fietsers blijft. Want niet iedereen heeft het in zich of heeft de behoefte om hard te fietsen.

Verbreden

Lokale wegbeheerders hebben nu alleen de mogelijkheid om fietspaden te verbreden, soms zelfs zo breed als de rijbaan. Maar daarmee vergroot je juist weer de snelheidsverschillen tussen fiets en e-bike. Dan gaan de e-bikers nóg harder.

Dat je op basis van snelheid voertuigen fysiek moet scheiden, is een Nederlandse uitvinding die inmiddels ook internationaal is aangeslagen. Steeds meer landen omarmen het oer-Hollandse fietspad. Alleen worden daar elders grote ideologische gevechten over gevoerd. In Nederland werden de eerste fietspaden aangelegd om de eerste automobilisten niet in de weg te zitten. Een eeuw geleden moest je ‘in je hokje met die fiets’ totdat je zou overstappen op het vervoersmiddel van de toekomst: de auto.

De helmplicht voor de snorfietser maakt de e-bike weer populairder

Zo groeide in de luwte een mooi netwerk van uiteindelijk 37.000 kilometer fietspad. De fietser bleef fietsen, juist omdat het veilig kon op fietspaden. In de jaren zeventig bleek, na de nodige protesten, dat die fiets toch een blijvertje was. Fietspaden worden sindsdien redelijk vanzelfsprekend ingepast in de infrastructuur. Heel veel automobilisten zijn zelf ook fietser waardoor je er niet voor hoeft te vrezen dat beledigde automobilisten je van de weg drukken. Fietsen is handig, gezond en goedkoop.

Steden- en wegenbouwers hebben dit gegeven dankbaar gebruikt om het land in te richten. Ik ken voorbeelden van immigranten vanuit Noord-Amerika die louter om de compacte en leefbare inrichting van Nederland hier naartoe verhuizen. Ze geven hun continent op omdat het een onbetaalbare infrastructuur heeft met grote huizen, grote afstanden en een zielloze, onleefbare openbare ruimte zonder mensen als gevolg. Een auto-ongeluk of een protest van extremisten geeft daar je grootste kans om een oploopje van tientallen mensen op straat te kunnen zien. Je komt moeilijk iemand tegen buiten.

Wonderlijk genoeg maken al die fietspaden Nederland ook tot een van de beste autolanden ter wereld. Mooie wegen en relatief weinig opstoppingen. Ook veel automobilisten pakken de fiets voor een boodschapje in de buurt en dat geeft ruimte. Fietsen kán hier ook altijd, want megawinkels met megaparkeerplaatsen wordt het hier moeilijk gemaakt en fietspaden zijn geen eigenaardigheid in de bebouwde kom maar een volledig netwerk.

Ons hokjesdenken heeft een hele gereedschapskist opgeleverd met maatregelen om auto’s af te remmen in woonwijken – drempels en versmallingen – en zoveel mogelijk naar de snelweg te sturen. Alleen de gevaarlijke provinciale wegen met lintbebouwing blijven een zorgenkindje.

Rebels imago

Maar dat netwerk van fietspaden is zó aantrekkelijk dat iedereen erop wil, ook met grote snelheid. Zo ontstond tegelijk met de opkomst van de fietspaden de unieke bromfietscultuur in Nederland. Er kleefde ook vaak een rebels imago aan, misschien omdat het een soort van vals spelen was: fietsers inhalen. Het hokje van de fietser werd maximaal opgerekt om met autosnelheid overal te komen.

De snelheidsverschillen met zowel fiets als auto maakt de bromfiets tot op vandaag het gevaarlijkste vervoermiddel en een hoofdpijndossier voor de wetgever. De helmplicht in de jaren zeventig bracht weer de ‘snorfiets’, zonder helmplicht, op de weg. Toen de bromfiets vanaf 1999 ook niet meer op gewone fietspaden mocht, werd de snorfiets nog populairder. De helmplicht voor de snorfietser, sinds 1 januari, maakt de snelle, dikwijls opgevoerde, e-bike weer populair.

Toch is een helmplicht voor e-bikers niet de oplossing voor de vele ongelukken. Als je zonodig met je e-bike op een gewoon fietspad wil, moet je langzamer rijden.

De snellere e-bike past tussen het autoverkeer op de rijbaan in de bebouwde kom. Alleen op het brede bromfietspad langs de provinciale weg mogen dan alle soorten fietsers op het fietspad, zolang de snelheid op de rijbaan niet verlaagd wordt.

Het is technisch ook mogelijk om een e-bike ‘af te knijpen’. Een oranje voorspatbord met apk-stickertje zou dan kunnen aangeven dat dit volgens de regels is gedaan en waarschuwt anderen ook voor die e-bike, zonder helmplicht. Zo’n waterscheiding in e-bike-land dwingt iedereen te kiezen voor het juiste tempo: met de gewone fietsers of harder.

Reinder Rustema is lid van de actiegroep Geef het Fietspad Terug!

P-route Munt

In de stadsdeelcommissie is het voorstel van Centrum Bewoners Amsterdam om die parkeerverwijsborden op te ruimen weggestemd. Die zouden zoekverkeer voorkomen.

Het is onduidelijk hoe die verwijzingen precies werken bij automobilisten. Maar neem nou deze verwijzing naar de P-route Muntplein. Die brengt je van de Stadhouderskade naar parkeergarages waar je helemaal geen auto’s naartoe zou willen sturen. Lijkt mij.

Stadhouderskade: P-route Muntplein

Dus je rijdt op de Stadhouderskade. Rechts van je de binnenstad. Wat? Kan je bij Muntplein parkeren? Daar is toch helemaal geen parkeergarage? Mis! Volg ons maar.

Kalverstraat en Prins & Keizer

Op de Vijzelgracht wordt de route toegelicht en getoond hoeveel parkeerplaatsen er nog zijn.

Prins en Keizer

De eerste blijkt onder het oude ABNAMRO-gebouw te zitten. Waarschijnlijk vroeger voor de bankmedewerkers, maar nu een parkeergarage. In het hartje van het centrum! Hoe is het mogelijk.

Parkeren Kalverstraat

En nu op speurtocht naar de parkeergarage Kalverstraat.

Kalverstraat

Hier staat wat onleesbaar gepriegel, dat lees je nooit als automobilist denk ik. Maar de boodschap is dat je daar moet zijn voor de parkeergarage, lijkt me.

bij Koningsplein

Bij het Koningsplein word je opgevangen. Je moet langs de trambaan rechtsaf. Nu word je tussen de voetgangers en fietsers doorgestuurd. Wat moet dat hier? Wat is dit voor gekte?

Parkeergarage bereikbaar!
Parkeergarage De Goudenbocht
Parkeergarage Kalverstraat

Die parkeergarage De Gouden Bocht was dus niet de eindbestemming, er is nòg een parkeergarage.

Parkeergarage Kalverstraat

En inderdaad, je kan naast de Kalverstraat terecht komen. Vanaf de Stadhouderskade. Wie had dat gedacht!

Maar is dit nou wat we willen? Die parkeergarages zouden voor bewoners moeten zijn, zodat auto’s van straat kunnen. Maar toch niet voor bezoekers? In een autoluwe stad moet je dergelijke parkeergarages helemaal niet hebben eigenlijk. Als ze er zijn, dan voor bewoners die de hoofdprijs willen betalen om een auto te kunnen stallen, lijkt mij. Die gaat dan 1 keer per dag over straat. Of misschien zelfs dagenlang niet. Een bezoekersgarage veroorzaakt veel meer verkeer. Na een uur of anderhalf uur gaat de winkelklant alweer naar huis en aast de volgende op de vrijgekomen parkeerplek…

Veel autoverkeer in Amsterdam door Amsterdammers

Van ambtenaren hoorden we dat veel autoverkeer in Amsterdam veroorzaakt wordt door Amsterdammers (en van taxi’s, maar dat is een ander verhaal). Zie dit kentekenonderzoek. Veel minder van toeristen en dagjesmensen dan je zou verwachten. Dat zijn de groepen waar Amsterdammers aan denken als ze de auto in de stad willen beperken.

Hoe kan dat? Want weinig Amsterdammers bezitten een auto. En daar moet je ook nog een parkeervergunning voor bemachtigen. Daarvoor moet je jaren op een wachtlijst.

Maar het is niet zo heel verbazend, want we weten ook dat veel autoritjes niet voor de grote afstanden zijn. Vooral afstanden die net iets te ver zijn om te lopen. Gemiddeld is een autoritje 7,5km ofzo. Dus die minderheid van autobezitters in Amsterdam, daarvan pakt een deel dus vaak de auto. Tsja, dat ding heb je toch al betaald en de kosten van een kort extra ritje zijn te verwaarlozen.

Gelukkig hebben we de torenhoge parkeertarieven die dat verhinderen! Dacht ik altijd, u misschien ook. Maar wat blijkt. Je kan in hele grote gebieden parkeren met je bewonersvergunning. Ik kon er geen kaartje van vinden, maar ik heb op https://www.amsterdam.nl/parkeren/parkeervergunning/parkeervergunninggebied-opzoeken/ zomaar wat adressen geprobeerd die ik pakte uit de uithoeken van de kaart met vergunningsgebieden op https://kaart.amsterdam.nl/parkeervergunninggebieden (wel het derde checkboxje ‘Vergunninggebieden 2023’ kiezen).

Met een parkeervergunning voor:

  • West-7.1 Fannius Scholtenbuurt mag u parkeren in West-7.
  • Centrum-2a mag u parkeren in Centrum-2.
  • Centrum-2b mag u parkeren in Centrum-2.
  • Centrum-2g mag u parkeren in Centrum-2.
  • West-11.3 mag u parkeren in West-11.
  • Zuid 3.1 De Pijp Noord mag u parkeren in Zuid-3 en Zuid-4.
  • Zuid 4.3 Veluwebuurt mag u parkeren in Zuid-3 en Zuid-4.
  • Zuid 4.2 Rivierenbuurt Zuid mag u parkeren in Zuid-3 en Zuid-4.
van de Peelstraat 83, 1089 RN naar de Ruysdaelkade 11, 1072 AG is 3,5 à 4km
van de Sarphatikade 12, 1017 WV naar de Vierwindenstraat 10, 1013 LA is 6 km.

Dat zijn enorme afstanden. Dat je ook in de omliggende straten rond je huis mag parkeren om een parkeerplaats te kunnen vinden, dat is redelijk. Maar je gaat echt niet 6 kilometer verderop parkeren en naar huis lopen, fietsen of met de tram.

En zo rijden Amsterdammers met een parkeervergunning makkelijk de stad door, binnen hun vergunninggebied. Voor winkelen, visite en recreatie. Geef ze eens ongelijk! De kosten van een tramritje zijn hoger dan de variabele kosten van het autoritje. Fietsen is vooral een alternatief als je geen auto hebt of als je niet graag met je auto in de stad rijdt. Of als je haast hebt natuurlijk. Heb je de tijd, rij je graag in je auto dan is het leven goed met een bewonersparkeervergunning. Bijvoorbeeld als je er voor Centrum-2 eentje hebt. Voor elk wissewasje een rondje over de grachten…

Hoe stort ik contant geld bij Triodos?

Dat kan niet! De reden die de bank daarvoor geeft is een vreemde:

Je kunt geen contant geld storten (…) Triodos Bank is een digitale bank en heeft geen filialen.

Dat stopt andere banken niet om filialen op te doeken terwijl ze contant geld nog steeds mogelijk maken. Daar hebben ze samen de gele ‘Geldmaat’ geldautomaten voor sinds 2019. Bij een deel daarvan kan je ook storten.

Banken die concurrenten lijken/zijn werken samen: ABNAMRO, ING en Rabobank. Het is onduidelijk of ze Triodos en andere banken buiten sluiten voor geld storten of dat zoiets een miljoenen verslindende it-operatie vergt dat het onrendabel maakt voor Triodos.

Als het echt onmogelijk is om aan te sluiten bij Geldmaat, dan is het voor Triodos-klanten ook goed mogelijk om een low-tech alternatief te bieden. Bijvoorbeeld door een lijst te bieden van winkels in het land die Triodos steunen en een bedrijfsactiviteit hebben die aansluit bij de waarden van de groene bank.

Door kleine bedragen contant geld storten aan te bieden hebben ze extra aanloop van precies de doelgroep die ze zoeken, namelijk andere Triodos-klanten. Geef via de app de Triodos-klanten per storting een QR-code waarmee ze geld kunnen storten. De winkelier scant die code en dan verschijnt het op het bankafschrift met de code dat het een contant geld-storting is. Dan klopt je administratie ook, is er geen levering van een dienst ofzo. Daar zou de belastinginspecteur vragen over kunnen hebben.

Dat contant geld kunnen de winkeliers dan gebruiken voor wisselgeld. Als ze minstens een leverancier hebben die contant geld accepteert raken ze hun biljetten wel weer kwijt.

Deze oplossing kan zelfs Triodos-klanten opleveren als deelnemende winkeliers in afgelegen gebieden te vinden zijn waar geen Geldmaat in de buurt is.

De Telegraaf zegt autootje pesten

In de Telegraaf verscheen op 11 augustus 2023 een artikel (met een kopietje) over autoluw beleid in steden. Even analyseren dus.

Het woordgebruik:

  • “liever kwijt dan rijk” (waarbij rijk de auto is).
  • “gouden koets” (= auto)
  • “woekertarieven om de auto in de binnenstad te stallen” (gemene exploitatie van mensen in nood)
  • “autoluw maken van de stad lijkt het streven” (het lijkt zo, maar eigenlijk is het autootje pesten)
  • “de automobilist heeft het nakijken” (wordt niet naar geluisterd, heeft geen stem)
  • “Ook in steden als Groningen en Nijmegen.” (Amsterdam is al erg, nu ook elders)
  • “betutteling ten top” (paternalistisch, tegen vrijheid)
  • “gedachtekronkel van een aantal bestuurders” (een paar zijn er gek, niet voor rede vatbaar, afwijking van de norm, alleen die hoeven gestopt te worden)
  • “stemmen allemaal links en dat zijn nu eenmaal autohaters” (ad hominem, ze haten nu eenmaal, zo zijn ze)
  • “is het spuugzat” (enorm gefrustreerd)
  • “Natuurlijk snap ik ook wel” (geïnterviewde is de redelijkheid zelve)
  • “rigide alles te verbieden” (overdrijving, alsof de auto verboden wordt)
  • “bizarre dagtarieven van 24 euro” (overdrijving, de prijs van een hele dag parkeergarage)
  • “Onder het mom van het herwinnen van de openbare ruimte” (alsof dat een leugen is, dat het daar eigenlijk niet voor is, maar dit is niet onderbouwd)
  • “steeds ontoegankelijker en onbetaalbaarder gemaakt” (geredeneerd vanuit de auto)
  • “mensen die minder mobiel zijn, onze ouderen of grote gezinnen hebben daar geen boodschap aan.” (zogenaamde ‘whataboutism‘, de vermeende nadelen voor anderen als argument aanvoeren)
  • “realiteit voor deze inwoners is dat de binnenstad onbereikbaar is geworden” (opnieuw overdrijving en eigenlijk onwaarheid, want verondersteld dat die inwoners met de auto moeten kunnen komen)
  • “klanten wijken uit naar plekken waar parkeren wél gratis is en winkels gewoon de hele dag te bereiken zijn met de auto” (gangbaar misverstand, terwijl winkels met heel veel passerende voetgangers per definitie meer klanten hebben dan als er een auto van klant geparkeerd voor de deur staat. Dan misschien 4 klanten per uur in plaats van duizenden.)
  • “ondernemers in Groningen ruim 500 euro voor een parkeervergunning voor bijvoorbeeld hun medewerkers” (opnieuw, alsof de auto de norm is. Medewerkers komen niet allemaal met de auto)
  • “groene tunnelvisie” (opnieuw, wij zijn heus redelijk, maar die gemeentebesturen draven door)
  • “heus niet principieel tegen verduurzaming” (opnieuw, zijn redelijk maar…)
  • “zogenaamd ’inclusief’ beleid” (omkering van zaken, de auto in de openbare ruimte sluit juist veel mensen uit)
  • “gewone Groningers uitgesloten (…) vereenzamen onze ouderen” (auto is norm, niet onderbouwd, onlogisch omdat auto, zeker in Groningen, niet de norm is)
  • “de happy few (…) studenten, bewoners die genoeg te besteden hebben en mensen zonder lichamelijke beperkingen (…) de ‘havermelkelite'” (alles om de automobilist de underdog te laten lijken, het arme slachtoffer)
  • “heeft het er alle schijn van” (opnieuw, alsof het een leugen is dat de openbare ruimte erdoor verbeterd)
  • “wrijven ijverige ambtenaren zich alvast in de groene handen” (ook ambtenaren zitten in het complot, zijn niet neutraal, iedereen is tegen de automobilist)
  • “wanhoop van forenzen én omwonenden” (laat die auto ‘gewoon’ door rijden, dan is iedereen blij, nu veroorzaak je problemen, de auto is niet het probleem)
  • “De Nijmeegse ’ban-de auto ideeënbus’ (grabbelton met pogingen om de auto tegen te werken, ondoordacht, amateuristisch beleid)
  • “Ook wordt ervan gedroomd” (is een droom, geen werkelijkheid)
  • “zonder schroom de ambitie door om Nijmegen hiermee vooruit te laten lopen op landelijk beleid.” (het is schaamtelijk beleid)
  • „Pestkoppengedrag” (opnieuw, persoonlijk maken, ze zijn tegen ons)
  • “de plannen voor stapvoets rijden.” (overdrijving, 30km/u is niet stapvoets)
  • “het stadscentrum op termijn op slot voor auto’s van niet-bewoners”

Volgt nog een woordvoerder van een kleine lokale stadspartij in Nijmegen die vindt dat het te snel gaat en beter met hele kleine stapjes kan gaan. Dan nog twee experts met een genuanceerd verhaal, dat de auto moet inschikken. Laatste zin: “We moeten accepteren dat voor bewoners, bezoekers en ondernemers autoluw het nieuwe normaal is. Of we dat willen of niet.” en de lezer kan dan grommend met de vuist op tafel slaan: hebben ze ons weer te grazen genomen!

Wel mooi dat de experts nog aan het woord komen, zo lijkt het op journalisme.

Autovrij leven

Geen auto bezitten is een genot.

Daar dacht ik aan toen ik bij de NOS las dat 200 vakantiegangers met bussen uit Italië worden terug gehaald omdat hun auto’s, caravans en campers kapot zijn door grote hagelstenen.

Als je geen auto bezit dan huur je een hotel, huisje, caravan of tent als onderdak en ben je met het ov of een huurauto gekomen. Dan stop je de huur en zoek je elders onderdak. De huurauto verruil je voor een andere. Klein ongemak van een middag ofzo.

Uitgebrand schip is buitenkansje voor gemeente

Omdat er een brandend vrachtschip met auto’s in het nieuws was schreef ik een briefje erover naar de krant. Die kreeg als kop mee ‘Gebruik dat uitgebrande vrachtschip als parkeergarage bij de Coentunnel.’

En dat is weer een vervolg op een ouder idee van mij: een autoschip voor P+R. Van ambtenaren hoorde ik in reactie daarop dat het zomaar neerleggen van een schip als P+R-garage als nadeel heeft dat het weer extra auto’s aantrekt. Later hoorde ik ook van ze dat uit onderzoek bleek dat een groot deel van de parkeerders bij de P+R zich nog beter zou gedragen als die P+R er niet zou zijn. Ze zouden dan het duurdere straattarief ergens buiten de ring kiezen en met de tram de stad in gaan. Of ze zouden zelfs helemaal niet met de auto maar met de trein naar de stad komen. Dus P+R is lastig.

Maar de inwoners van de stad met parkeervergunningen zijn wel een obstakel om parkeerplaatsen in de stad op te heffen. De parkeerdruk mag namelijk niet te hoog worden omdat er dan meer handhaving nodig is en er overlast is van zoekverkeer naar vrije parkeerplaatsen. Men gaat op straathoeken, op de stoep en in het groen parkeren als de parkeerdruk te hoog is.

Als iedereen die zijn auto een tijd niet gebruikt het ding ergens kwijt kan en er geld mee bespaart dan gaat de parkeerdruk omlaag en kunnen er parkeerplaatsen opgeheven worden. Er is nu al een regeling ‘langparkeren voor vergunninghouders‘ voor overigens.

Acties tegen overtoerisme

Toen ik “Het is genoeg”: Overtoerisme en onvoldoende maatregelen las dacht ik even ‘nou zal je het hebben’; ze komen in actie: traangas gooien, met water spuiten, barricades in de straten… Een grassroots ‘stay away’-campagne. Maar nee. Alleen de maatregelen belasting verhogen en wiet uitsluitend voor locals is niet genoeg:

  • De verhoogde belasting treft een heel groot deel van de bezoekers niet. De dagjesmensen uit Nederland, de toeristen die uit buurlanden komen en overnachten in de regio… Het zal wel voor extra inkomsten zorgen, maar het is de vraag of het ontmoedigt. Het maakt de overnachting een klein percentage duurder. Sommige toeristen haken dan misschien af, maar anderen die laat boeken en nu in de regio terecht komen (of niet boeken) omdat de mooiste plekken in de stad vol zijn nemen hun plek wel weer in.
  • Of het ingezetencriterium werkt is ook maar de vraag. Het proberen waard misschien wel, maar ik vrees dat het nauwelijks effect heeft en vooral (ad hoc) dealers aantrekt. Als je ziet hoeveel mensen nu statiegeld verzamelen. Als je Amsterdammer bent kan je dan voor een coffeeshop gaan staan met een bord om je nek ‘I can go inside and buy for you’: ad-hoc dealers. In het zuiden van het land waar het ingezetenencriterium lijkt te werken hebben ze dat probleem waarschijnlijk niet, maar ze hebben ook niet de inwoners hebben die vuilnisbakken op straat omkeren op zoek naar statiegeldflesjes.

De fatbike-problematiek in het kort

De fatbike is een probleem. Het is een fiets die uitgevonden is voor in de Amerikaanse natuur, vandaar die brede banden. Maar op de Nederlandse fietspaden geven ze vooral een groot snelheidsverschil met andere fietsers. Bij alle e-bikes is dat een probleem, maar bij deze nog meer omdat ze vaak en makkelijk uitgerust worden met een knop zodat je niet hoeft te trappen.

Tot overmaat van ramp zijn ze formeel op de Europese markt toegelaten omdat ze een e-bike zijn. Pas als ze door handhavers op de rollerbank kan geconsteerd worden dat ze geen e-bike maar speedpedelec zijn en aan de vereisten voor een brommer moeten voldoen.

Tot wel €1200 boete is mogelijk voor het rijden op een snelle fatbike.

Daarnaast zijn ze extra aantrekkelijk omdat je iemand comfortabel mee kan nemen en omdat het een gewone fiets is er geen ondergrens voor de leeftijd. Kinderen krijgen de fiets om mee naar de middelbare school te fietsen omdat ze niet meer met de auto naar school gebracht kunnen worden. De kinderen die wel naar school fietsten hebben 4 jaar meer fietservaring, het is nota bene een evenwichtskunstje dat je met vallen en opstaan moet leren. Tieners zie je dat ook doen als ze in groepen naar school fietsen, dan vallen ze als hele groep om als iemand een geintje uithaalt.

De slechtste fietsers uit die groep krijgen nu een als fiets vermomde brommer op jonge leeftijd kado die zelfs sneller kan dan een brommer waar je een helm en rijbewijs voor nodig hebt als zestienjarige.

Daarnaast moeten ouders hun eigen luiheid niet projecteren op jonge kinderen, want als je voor je 16e veel fietst dan onthoudt je lichaam die spieren levenslang als een norm waar het naar terug wil. Daarom hebben veel kinderen die als tiener lang moesten fietsen nu nog een ijzeren gezondheid. Je doet ze dus geen kado met een fatbike maar verkort hun leven aan het uiteinde daarmee, als ze niet al een ongeluk met die fatbike krijgen als tiener.

De oplossing? Behandel ze als een elektrische brommer. Met kenteken, verzekering, brommerrijbewijs, leeftijdsgrens en helm.