Dualisme is het antwoord op populistische identiteitspolitiek

Paul Scheffer betreurt afgelopen weekend de opkomst van ‘one-issue’ partijen en het verdwijnen van georganiseerde meerderheden zoals grote politieke partijen. Door deze afbrokkelende gezamenlijkheid steekt de discussie over ‘identiteit’ en de bijbehorende identiteitspolitiek de lelijke kop op. Dat mag niet ten koste gaan van het denken in termen van het algemeen belang voor een natie. Geen verdeelde natie maar één waar merites, de plek waar je geboren bent, wat je gelooft en je leeftijd niet verdelend zijn. Ook het milieu moet niet aan het kortste eind trekken.

Even goed kan je de versplintering van het politieke landschap waarderen als hoopgevend bewijs van de emancipatie van de burger. De burger wordt juist beter vertegenwoordigd dan tijdens de verzuiling. Daarnaast moet ook een moslim-, ouderen-, groene, dieren- of zwarte partij vanuit het algemeen belang handelen. Alleen al omdat ze gezamenlijk in één vergadering tot beslissingen moeten komen. Doen ze dat niet, dan nemen anderen dat wel over. Hun achterban bepaalt bij de volgende verkiezingen wel of ze daarmee akkoord gaan.

Scheffer maakt zich vooral zorgen om de onbestuurbaarheid van het land lijkt het. Vertegenwoordiging en bestuur gooit hij heel slordig op één hoop en de directe democratie die hij kiest als uitweg is zo mogelijk nog slordiger. Alsof referenda en gekozen burgemeesters elders niet al bestaan. Toch zijn de problemen daar minstens zo sterk. In presidentiële systemen zijn de problemen eerder erger. Juist doordat we in Nederland maar één district hebben wordt een algemeen belang van de natie afgedwongen, de minderheden komen nationaal samen en worden niet op districtsniveau weggestreept.

Staatsrechtelijke hervormingen zijn dan ook niet nodig omdat het bij elke verkiezing béter gaat met de representatie van de burger. De rare ongeschreven praktijk van coalitievorming vergt wel een grotere flexibiliteit om recht te doen aan de huidige omstandigheden. Het doorzetten van dualisme is bestuur is daarom de uitkomst. Dat wil zeggen dat we kundige bestuurders nodig hebben die hier bij passen. Laat de bevolking ze niet direct kiezen omdat dit suggereert dat de bestuurder een representatieve functie zou hebben. Ook is er een groot risico dat je bestuurders krijgt zonder ‘popular vote’ die allesbehalve het door Scheffer bepleitte algemeen belang voor ogen hebben: een Trump of een Le Pen.

Het is de bestuurder die gekozen wordt door de volksvertegenwoordiging die de open samenleving moet verdedigen tegen populistische minderheden. Omdat de plenaire volksvertegenwoordiging de bestuurders kiezen gebeurt dit maximaal democratisch, door het hele, gerepresenteerde, volk.

Als die populistische minderheden af en toe een meerderheid worden dan kunnen de minderheden de bestuurder wegsturen mocht die populistisch en onverteerbaar zeggen namens ‘het volk’ te handelen. De dualistisch getalenteerde bestuurder komt tot beleid in overleg met de volledige volksvertegenwoordiging. Met respect voor alle minderheden, inclusief de populistische. Een partijpolitieke kleur is dan een handicap die bestuurders ongeschikt maakt. Dat is de bittere pil die de bestuurderspartijen moeten slikken de komende tijd. Dat de meeste fractievoorzitters van de coalitiepartijen Kamerlid zijn gebleven is hoopgevend wat dat betreft.

Het politieke bestel is in Nederland juist perfect toegesneden op de noden van deze tijd. De politieke partijen bewegen ook pragmatisch mee. Een traag gerealiseerde coalitie met vier partijen en een krappe meerderheid heeft geen toekomst en zal waarschijnlijk niet nog een keer lukken.

Bestuurders die niet aan partijen zijn gebonden en in continue overleg met permanent wisselende meerderheden beleid realiseren zijn acceptabel voor de breedst mogelijke coalitie die je kan bedenken: de hele Tweede Kamer. Wat het algemene belang is staat dan elke dag ter discussie in het parlement. Juist door die discussie niet te ontduiken met het vormen van een langdurige coalitie met een regeerakkoord wordt iedereen daar, via hun al dan niet populistische volksvertegenwoordiger, bij betrokken.

De bom is al lang geleden  gebarsten, het herstel van ons bestel is al volop gaande voor wie het wil zien. Scheffer kijkt ernaar maar ziet het niet.