Op het Democratic Challenge-festival is David van Reybroeck te gast en zal vragen beantwoorden van de democratie-verbeteraars daar. Ik zal hem vragen waarom hij in zijn boek ‘Tegen Verkiezingen‘ geen onderscheid maakt tussen volksvertegenwoordigers en bestuurders, zoals ik op mijn blog laatbestuurdersbesturen betoog.
Job Cohen prijst de Burgertop aan in het Parool, maar vergeet iets fundamenteels
Job Cohen is als beschermheilige van de Burgertop ingeschakeld om te benadrukken dat een groep burgers bij elkaar tot uitstekende oplossingen komt. Ja, dat is ook de reden waarom dit concept geïnstitutionaliseerd is in gemeenteraad en parlement. Waar Job Cohen en zijn grote inspirator David van Reybrouck helaas blind voor zijn, is het onderscheid tussen volksvertegenwoordiging en bestuur. Ondanks hun intense interesse voor de democratie gaan ze mee in de huidige praktijk dat democratisch gekozen burgers moeten gaan besturen. Nee, dat is de grote weeffout die hersteld moet worden. De burgertop zorgt voor weer een extra gremium waar burgers “zonder politiek gehakketak” tot prachtige oplossingen komen die later weer stuklopen op de partijpolitiek.
Zorg er eerst voor dat de ‘winnaars’ van de verkiezingen niet zelf gaan besturen. Je mag de volksvertegenwoordiging wat mij betreft ook met een loting samenstellen, zoals van Reybrouck suggereert, dat zal ook wel voldoen. Als de bestuurders maar niet van de politieke partijen komen maar kundige bestuurders zijn die afkomen op vacatures die door burgers samen (Kamer, gemeenteraad, e.d.) zijn opgesteld. De burgers kunnen de bestuurders inhuren en wegsturen, maar ze worden niet zelf bestuurder. Dat corrumpeert die volksvertegenwoordigers tot in de kern. Ze strijden dan onderling om de macht, ze willen aan de knoppen zitten. Direct (via een coalitie) of indirect (gedoogcoalitie, oppositie). Dat is het politieke spel waar burgers genoeg van hebben. Het probleem is niet dat de grote ideologische stromingen aan kracht hebben ingeboet, Cohen. Doet er niet zo toe. Ook is het niet zo dat ons systeem niet goed ingericht is op het kiezen van personen. Integendeel, politieke partijen bestaan niet eens volgens de wet. Ze zijn er vooral omdat groepen burgers willen besturen. Als partij, zeker als middenpartij, lukt je dat eerder dan als individuele volksvertegenwoordiger.
We moeten juist toe naar verdere, maximale fragmentatie en verpersoonlijking van de politiek zodat iedereen zich goed vertegenwoordigd voelt. Ook populisten horen van harte welkom te zijn in de volksvertegenwoordiging. Zolang degenen die aan de knoppen zitten maar behoedzaam en verstandig opereren, op basis van de opdracht die ze van de burgers krijgen. Onderling zullen ze veel moeten discussiëren over wat die burgers nou willen en wat de bestuurders voorstellen, maar dan gaat het over de inhoud. Je wereldbeeld, maar ook de technische en financiële haalbaarheid van oplossingen. Precies datgene wat een burgertop en dergelijke ook zo leuk maakt voor burgers. Het gaat ergens over, het is niet partijpolitiek.
Steun daarom de actie burgerministersnu.petities.nl om dit te realiseren. Er is geen wetsverandering voor nodig, het kwartje moet alleen vallen bij genoeg mensen. Daarna moet de formateur als optie uitwerken na de volgende verkiezingen. Het zal onweerstaanbaar zijn.
Reinder Rustema, initiator van Petities.nl
I did my Bit for Bits of Freedom
Naar aanleiding van een artikel van Dimitri Tokmetzis in De Correspondent kreeg ik een idee om je privacy te beschermen als je mail stuurt naar iemand @gmail.com. De mailserver bewaart de inhoud van de e-mail op een veilige server en mailt alleen een link met wat toelichting. Dat idee heb ik voorgesteld als ‘bit’ bij het Bitlab van Bits of Freedom.
Hier een kopietje van die pagina:
Bij BitLabs draait alles om jouw goede ideeën om samen met Bits of Freedom internetvrijheid beschermen. Heb je een goed idee voor een Bit? Doe hier je voorstel.
Wat is de naam van je Bit?
Send zero to Gmail filter
Wat is je Bit in het kort?Een uitgaande mailserver-uitbreiding die e-mail naar *@gmail.com vervangt door een unieke weblink met de inhoud van de mail.
Wat is je Bit precies?
In De Correspondent schreef Dimitri Tokmetzis op 18-1-15: “Je kunt gebruikmaken van een privacyvriendelijke mailservice, die jouw e-mailverkeer bijvoorbeeld niet bijhoudt. Maar zodra je iemand met een Gmailaccount een bericht stuurt, wordt de inhoud alsnog door Google gescand.” Dat is te voorkomen door de e-mail zelf niet te sturen, maar een unieke weblink die te openen is vanuit een e-mail die de mail vervangt. De link gaat naar een beveiligde webpagina waar robots niet op kunnen komen.
En wanneer is je Bit een succes?
Wanneer er providers zijn met een SMTP-server waar je deze optie kan inschakelen. Deze provider serveert ook de e-mail die afgevangen worden, maar doet er verder niets mee. Als de e-mail door de ontvanger niet binnen x-dagen wordt gelezen wordt de e-mail gewist en krijgt de verzender daar een notificatie van. Natuurlijk kunnen providers zo goed reclame maken voor hun eigen e-maildiensten die de privacy van gebruikers respecteren.
Wie is de doelgroep?
Beheerders van mailservers bij providers die privacy respecteren.
Hoe draagt de Bit bij aan internetvrijheid?Door deze tool krijgt Google minder voor hen bruikbare, te analyseren e-mail op hun systeem en kunnen (kleine) providers zichzelf aanprijzen door goede praktijken.
Uitweg uit politieke crisis: een raadsakkoord, geen coalitie
Het blijkt onmogelijk om een coalitie te vormen in Amsterdam. Waarom zouden we ook? Er is geen enkele wet die dat voorschrijft. Het gaat erom wethouders te vinden die besturen met de gemeenteraad als baas. Ga daarom niet twee maanden verspillen om een coalitie-akkoord te sluiten, maar sluit in een middag een raadsakkoord. Een overeenkomst waar het minimale in staat waar een meerderheid zich in kan vinden. Goed, dan kan geen enkele partij wethouders leveren, maar dat vinden alleen politieke partijen belangrijk. Plaats vacatures voor de wethouders en daarna kan je vier jaar lang praten over wat je precies wil en waarom. De raadsleden beargumenteren dan wat ‘we’ willen: in discussie onderling en met de wethouders.
Recent schreven politicologen in het boek ‘De Wankele Democratie’ dat Nederlanders veel vertrouwen hebben in de democratie, maar niet in politieke partijen. Deze coalitie-ellende draagt bij aan het wantrouwen van burgers in politici. Dat is schadelijk en niet nodig. De val van de PvdA heeft al duidelijk gemaakt dat het uit de tijd is om te denken in termen van een ‘regeerperiode’. Geen enkele partij ‘regeert’ meer, dat is ondemocratisch. Je hebt een gemeenteraad met allerlei volksvertegenwoordigers die gezamenlijk stem geven aan de wil van Amsterdam. In een oneindige discussie komt dat tot stand. Af en toe hoor je als burger wat van, maar het grootste deel van de vier jaar geef je iemand die jou vertegenwoordigt een mandaat en ga je verder met je leven. Wethouders gezamenlijk ‘regeren’, maar alleen op basis van de hoofdlijnen en politieke keuzes van de raad.
Het idee dat er een ‘winnaar’ is die meer telt dan anderen is een ongeschreven gebruik waar we makkelijk afscheid van kunnen nemen. Daarom bepleitte ik, als kansloze D66-kandidaat ergens halverwege de lijst kandidaten, al voor de verkiezingen voor een college met kleurloze, partijloze wethouders die gewoon solliciteren op vacatures die door de raad zijn opgesteld. Dat is wat mij betreft de echte hervorming die nodig is. D66, grijp die kans! Geef de macht uit handen en gun het alle Amsterdammers, de hele gemeenteraad. Daar win je pas harten mee!
ReindeR Rustema was kandidaat 32 voor D66 en kreeg 87 stemmen
Mijn petities op petities.nl
Donderdagochtend 8 mei overhandig ik een petitie aan het GVB in Amsterdam: Scooters op het achterdek. Laat scooters en ander gemotoriseerd verkeer als laatste op het IJ-veer komen zodat fietsers en voetgangers niet in de stank en het gedrang staan. Hetzelfde wil ik ook bij verkeerslichten. Laat de scooters achter de fietsers staan. Een paar meter terug langs de stoeprand. In heel Nederland. Petitie voor een scooteropstelstrook.
Een radicaler voorstel is voor het autoverkeer. Rijden op de snelweg kan veel rationeler en veiliger door iedereen met dezelfde snelheid te laten rijden: Eén snelheid op de snelweg.
Of concreter, voor Amsterdam weer, de Noordzuid-lijn doortrekken naar Schiphol en tramlijn 10 doortrekken naar Sloterdijk. Voor de hand liggende verbeteringen aan het OV-netwerk.
Op en groter niveau, graag goede nachttreinen in heel Europa die als hotelkamer kunnen dienen. Wakker worden in een andere stad. De liberalisering van het luchtvaartverkeer heeft allerlei goedkope vluchten opgeleverd: easyJet, Ryanair, etc. Wel slecht voor het milieu. Met de hogesnelheidstrein naar een andere stad betekent dat je om 6 uur ofzo op het station moet zijn en met moeite op tijd bent. Daarom, liberaliseer het spoor voor comfortabele nachttreinen.
Ik zie graag petities die ergens voor zijn, een nieuw idee leveren. In plaats van verzet tegen nieuw beleid.
Why the European Citizens Initiative needs a Community-Developed Online Collection System
On the second ECI Day a book will be released to challenge the existing arrangements around the European Citizens Initiative. This needs to change and this book is the opening move. Read more about the book ‘An ECI That Works’ on ecithatworks.org. You can read my contribution there as a PDF or in the 1208 words below:
9. Why the ECI needs a Community-Developed Online Collection System
Reinder Rustema
Reinder Rustema is an e-democracy expert and creator of www.petities.nl – the Dutch national petitions website. In this article, he advocates replacing the Commission’s problematic online collection system (OCS) with a true open-source, community-developed OCS.
Why the Commission can’t provide effective signature collection software
Increasingly, initiators of European Citizens’ Initiatives (ECIs) are wondering why the European Commission is not providing user-friendly and problem-free software to collect signatures. Every single ECI campaign has encountered significant problems with the Commission’s ECI online collection system (OCS).
Campaigning software is unlike other products and services the Commission provides. It is impossible to define in advance what “user-friendly” means and simply buy or commission the right product in the market place. The software must be continually developed and adapted by trying new features, then listening to user feedback and immediately responding. The software is never finished. Ongoing product improvement must be in the DNA of the organisations that develop it. This fast-paced open-source approach to software creation is completely alien to how the Commission functions.
The Commission should stick to what it does best: translation and convening
What the Commission can best provide is what they have done well for decades: translate texts into all EU languages and organise stakeholder meetings. A user-friendly OCS can greatly benefit from EU-provided translation and periodic meetings between ECI organisers and translators to check how well translations are working. However, most of the Commission’s current online communications are of a technical or legalistic nature and consulted primarily by professionals. ECI translations need to be suited to the online campaigning work of chasing the user all over the web, often through peers, and stressing a single statement to convince the user to leave personal data in a database.
The OCS software’s real end-users are EU citizens
From the Commission’s perspective, the end-users of the OCS software are ECI organisers. Once they have provided campaigns with certified software, they consider their job is done. In fact, their real work is just beginning! The actual OCS software end-users are the millions of European citizens who sign an ECI. Problems they encounter with the software must be fixed immediately, even before they start complaining. The behaviour of users must be continuously monitored and analysed. ECI campaigns also need different designs and domains depending on the member state.
User-friendly platforms like Google, Apple and Facebook would never outsource the writing of their code. User-friendliness gives tremendous leverage, especially when combined with collecting personal data. Their business models will eventually come into conflict with Commission goals, though, so they are not to be trusted with the personal data of millions of Europeans. Meanwhile, campaigners need to hijack and infiltrate these popular user-friendly platforms. Only a committed community of open source coders with experience can do this, certainly not the Commission. The arms of an ECI’s OCS should be able to reach inside social media platforms to lure citizens outside to sign an ECI – where their personal data is protected. But the current ECI system does not even facilitate this.
A single company that wins a Commission tender cannot set up a user-friendly OCS either – although many will claim they can. Ongoing improvement of a product they do not regularly use is not in their self-interest. For software to be truly “open source”, it needs a community of small software companies and programmers to regularly test and improve the software. Making the source code public is not the same as using an open source development process.
Needs of national ECI authorities need to be integrated into the OCS
Perhaps the most important end-users of the data collected via the OCS are the national ECI authorities that validate the signatures. The OCS software therefore needs to also be designed in a way that understands how the validation procedure for each member state will be conducted. Well-designed software can help this process to be done as quickly, cheaply and reliably as possible. Software also needs security tools or “keys” to ensure that sensitive personal data is kept secure during the data collection, storage, and especially transfer processes.
Who can provide user friendly OCS software? Programmers who regularly use it!
A user-friendly OCS should be a system that can be embedded on all kinds of websites and platforms, while at the same time be properly certified.
ECI campaigns cannot be expected to have the technical know-how to create their own OCS. They can however, set up their own campaigning websites to promote their ECI. With platforms like WordPress, this is easy and cheap. Translating the campaign into different languages remains a hurdle, however.
A handful of small companies, NGOs and free-lance programmers specialised in the hosting of on- line “services for democracy” are in the best position to improve the open source software for ‘OCS services’: repeating the same trick for many ECI campaigns for a moderate fee. It would be in their self-interest to ensure it was as user-friendly and bug-free as possible. However, they would also need some financial incentive to invest their time in such efforts.
Rather than awarding a single large tender to one company, the Commission’s resources would therefore be better spent by providing a small amount of seed capital to support a community of small software firms and freelance programmers to develop open-source OCS software for the ECI. This would be coordinated by a community manager who is chosen by the community itself. This is someone with a good understanding of the technology who keeps the community together and organises periodic events. The Commission could perhaps also reward individual programmers who have significantly contributed to improving the software. This could, for example, be determined by their peers during periodic conferences organised in Brussels.
Such efforts would both cost significantly less money than the current approach and result in a much more user-friendly, effective and secure OCS for the ECI – as well as potentially contributing to EU economic development in the civic software industry.
The rules governing the OCS need to be simplified
The technical requirements for the ECI’s online collection system included in the ECI implementing regulation unfortunately create additional and unnecessary barriers to developing a user-friendly OCS via a community “open source” approach. The current requirements are so arcane and expensive that nobody except the Commission could fulfil them.
For example, the OCS certification procedure requires expensive documents to meet obscure ISO norms. Specialised legal experts must be consulted to purchase and understand them. However, these norms only impact working procedures and do nothing to ensure that the software’s technology itself is not flawed. The choice of other standards would help reduce software development costs and open the door to an effective open-source approach.
As this article has argued, the Commission is not the correct body to provide the OCS software for the ECI. However, it is in the ideal position to suggest changing the OCS technical specifications in the ECI regulation.
If the Commission is to fulfil its duty of ensuring that the ECI is as accessible to EU citizens as possible, it must both propose simplifying the regulation governing the OCS and support an open- source developer community to create a user-friendly OCS.
Reinder Rustema is an e-democracy expert. He created the Dutch national petitions website: www.petities.nl
Van Reybrouck gooit alle politici op een hoop
Van Reybrouck heeft “geen enkel pleidooi gehoord voor meer technocratie in de politiek” (NRC Handelsblad, 22 maart 2014).
Dan heeft hij niet geluisterd toen ik hem na de presentatie van zijn boek “Tegen verkiezingen” vertelde dat hij in zijn analyse onderscheid moet maken tussen volksvertegenwoordigers en bestuurders. Het zijn allemaal ‘politici’ voor hem. Mijn pleidooi “laat wethouders solliciteren” heb ik naar alle gemeenten als petitie gestuurd met het verzoek vacatures op te stellen voor wethouders waar alle burgers op mogen solliciteren. Zo kan de beklemmende ‘particratie’ doorbroken worden. Een gezond evenwicht tussen en versterking van een populistische volksvertegenwoordiging en een “technocratisch” bestuur maakt de politiek duidelijker en toegankelijker voor alle betrokkenen.
Singelgrachtgarage soap
Omdat ik ooit als buurtbewoner in een referendumkrant heb geposeerd om een parkeergarage onder de Singelgracht te verdedigen volg ik de soap tussen gemeente en deelraadbewoners. Ik was zelfs de enige burger die naar alle raadsvergaderingen en inspraakavonden ging. Raadsleden vroegen waarom ik in mijn eentje op de publieke tribune zat. Was ik journalist? Wat was er aan de hand? Ja, ik bestudeer het proces NIMBY versus gemeente.
De gemeente heeft recent een webpagina gemaakt om de tegenstanders (Singelgrachtwacht, Vrienden van de Singelgracht) te weerspreken. Het is duidelijk dat de omstanders die parkeergarage gewoon niet willen omdat ze er zelf geen belang bij hebben. Klassieke NIMBY-situatie. Inderdaad, de directe omwonenden op de Nassaukade hebben er nauwelijks direct voordeel van. De Nassaukade heeft, ook in mijn eigen ervaring, redelijk vaak parkeerruimte. In de omliggende straten iets verder weg is de parkeerdruk hoger. Door een deel van de auto’s die daar parkeren de parkeergarage in te werken (parkeervergunning alleen geldig in die garage) kan de situatie verbeteren. Het is vooral voor het centrum nodig. Elke parkeerplaats die daar kan verdwijnen is een grote winst voor de aantrekkelijkheid van de oude binnenstad. Niet alleen voor toeristen, maar ook voor bewoners zelf. Slechts een derde van de bewoners van het centrum heeft een auto en wil die niet opgeven, dat is wel duidelijk. Bijvoorbeeld omdat ze er voor hun werk echt niet zonder kunnen. De geluidstechnicus met koffers die na middernacht van een tournee in de provincie terugkomt, dat werk. Die gaat niet aan de ring parkeren. De garage lost dus een probleem op voor anderen, nauwelijks voor de omwonenden.
De gemeente moet in zekere zin argumenteren met gebonden handen. Ze kunnen alleen beweringen doen die te onderbouwen zijn, want anders heb je gelijk een groot schandaal. De buurtbewoners mogen alles beweren waarmee ze andere bewoners over de streep kunnen trekken. Ik heb lieve, aardige buren bewerkt zien worden door ‘het verzet’. Ze overdonderen niet/matig geïnformeerde buren met alle mogelijke argumenten en alleen al de sociale druk is groot. Je kan zelfs niet achterblijven en geen poster tegen de garage achter je raam hangen. Anderzijds is de gemeente een sterke, zogenaamde ‘institutionele actor’: veel geduld, veel middelen en de werknemers hebben niets te verliezen. De ambtenaren en ingehuurde experts doen gewoon methodisch en afstandelijk hun taak. Fascinerende wedstrijd.
Ook heeft de gemeente het lastig omdat het een algemeen belang verdedigt. Ook nog eens het belang van mensen die niet georganiseerd zijn of niet gelijk een verband zien tussen de garage en de parkeerdruk in hun eigen straat. Lastig om met cijferhokuspokus te bewijzen. De tegenstanders kunnen andere buurtbewoners veel makkelijker overtuigen door te wijzen op bijvoorbeeld de voor eenvoudige burgers enorme bedragen die over tafel gaan voor de bouw, bomen die gekapt worden, in combinatie met de overlast en het geringe of afwezige profijt. Dat is al snel overtuigend als je niet actief de weerlegging van de gemeente gaat opzoeken. “Oh! Is dat zo? Schandalig! Ja, ik hang ook een poster op!” En door andere ervaringen met de gemeente zullen veel burgers de gemeente al niet/weinig vertrouwen, dat sterkt de tegenstanders natuurlijk ook. Als je recent door een bureaucratische hel bent gegaan voor een simpele vergunning, waarom zou je dan vrolijk en onbevangen de argumenten van de gemeente gaan spellen?
Interessant aan de argumenten van ‘het verzet’ is dat ze de NIMBY-motivatie willen verbergen. Daar win je immers extra geloofwaardigheid mee. Door te bewijzen dat het algemeen belang veel beter gediend is met andere oplossingen komen ze constructiever over. De argumentatie gaat zo naar een hoger niveau. Nu op singelgrachtwacht.nl, allerlei ‘mobiliteitsoplossingen’, onder andere:
een incentive van bv. €5000 zal voor velen aanleiding zijn hun parkeerplaats op te geven. Met €60 miljoen zou daarmee theoretisch 12.000 parkeerplaatsen kunnen worden opgeheven en daarmee is de verbetering van de openbare ruimte, de parkeerdruk en de slechte luchtkwaliteit in deze buurt opgelost.
Een andere optie zou zijn €60 miljoen te investeren in de aanschaf van 4.000 Car2Go’s die gratis kunnen parkeren.
Met als conclusie “Wanneer de Singelgrachtgarage wordt opgeleverd hebben we met een relikwie te maken. Een leegstaand artefact uit het verleden, toen iedereen nog waarde hechtte aan het bezitten en berijden van een auto.”
Kortom, een optimistische visie op de toekomst. Nobeler kan haast niet, ver verwijderd van een NIMBY-belang. Met deze categorie argumenten wordt de verzetsbeweging slim vergroot buiten de harde kern van omwonenden met een NIMBY-belang. Dat lijkt goed te gaan, zolang de buurtbewoners zelf niet kritisch de argumenten gaan uitzoeken. Dat kost tijd en het is vervelend om die aardige buren tegen te moeten spreken. Ook is het een comfortabele gedachte dat de politici incompetente leugenaars zijn.
De gevolgen volgens Singelgrachwacht:
Er komen geen parkeerplaatsen bij. Ja, dat is kern van het idee. Verplaatsen van parkeerplaatsen van de straat naar onder de grond. Je zal altijd iets houden als een ‘auto’. Onder de grond ermee.
Maar 800 plaatsen verdwijnen op straat. Ja, dat is winst. Vooral als het om de plaatsen gaat van de auto’s die het grootste deel van de tijd stil staan. Dat zijn de waarschijnlijke gebruikers van de garage. Dat is dan ook het blik dat de grootste druk op de openbare ruimte geeft. Die auto’s die overblijven als de rest in gebruik is, op werkdagen overdag voornamelijk. Voetgangers kunnen dan langs grachten zonder geparkeerd blik wandelen. Die ruimte kan anders ingericht worden, dat geeft lucht.
De luchtkwaliteit verslechterd. Dat zou door extra zoekgedrag komen. Die onverbeterlijke automobilisten die daar willen parkeren waar de parkeerdruk hoog is. Daar zoeken ze een plaatsje en dat zou extra vervuiling opleveren. Dat is onlogisch, want waar nu een auto op straat staat (en dus geen openingetje biedt voor de parkeerder) is die plaats naar de garage gegaan en trottoir of groen geworden. Dit is dus afhankelijk van waar de parkeerplaatsen opgeheven worden. Zorg er dus voor dat vooral de plaatsen van langparkeerders verdwijnen en niet daar waar de parkeerdruk hoog is. Als er geen plaatsen verdwijnen waar de parkeerdruk hoog is, maar de langparkeerders wel verdwijnen naar de garage, dan zal het vervuilende zoeken ook afnemen. De langparkerende bewoner rijdt rechtstreeks (zonder zoeken) naar een gegarandeerde plek in de garage en al die kortparkeerders hoeven minder te zoeken.
Parkeervergunningtarieven gaan met 75% omhoog. Nu zijn die vergunning ver onder de marktprijs voor een parkeerplaats. Ze worden dus door de gemeenschap gesubsidieerd. Aangezien parkeren geen recht is, is het onlogisch om een minderheid van geprivilegieerden te subsidiëren. Wel of geen parkeergarage, verwacht sowieso dat de parkeervergunningen even duur zullen worden als gewoon parkeren.
U betaalt mee aan de exploitatieverliezen. Nu betaalt iedereen al mee aan de kosten van parkeerplaatsen. Kennelijk is daar draagvlak voor. In de toekomst zal die bereidheid vast afnemen en zullen de kosten voor autobezitters om te parkeren toenemen. De parkeergarage is wat dat betreft een goede investering omdat je daarmee de parkeerplaatsen goed kan verkopen in de toekomst. Dat kan je met parkeerplaatsen in de openbare ruimte niet. Zodra daar het draagvlak voor wegvalt dan zullen die ingeleverd moeten worden voor gemeenschappelijk gebruik als groen of trottoir.
Als uw fundering niet voldoet moet u die vervangen. Dat moet sowieso. Maar als een goede fundering door de bouwwerken schade ondervindt dan moet je gecompenseerd worden natuurlijk. Dat is een privékwestie tussen bepaalde omwonenden en de gemeente. Vervelend, maar dat heb je met allerlei bouwwerken. Goede waterdichte deals sluiten met de gemeente. Maar het risico is klein zeggen experts.
Prachtige platanen worden gekapt. Ja, maar niet veel. Een handvol op de 400m2 waar de ingang komt. Daar krijg je 1900m2 extra groen, met nieuwe bomen, voor terug aan de randen van het plantsoen door het opdoeken van parkeerplaatsen. De prachtige grote bomen die we nu in Amsterdam hebben danken we trouwens aan de hongerwinter in 1944. Op grote schaal werden er bomen gekapt voor in de kachel. De jonge bomen uit de jaren daarna zijn nu op leeftijd gekomen. Bij een storm waaien sommige reuzen ook om. Een paar minder is dan ook natuurlijk. Je moet dus ook zorgen voor jonge bomen zodat je op termijn een gezonde mix van jong en oud hebt.
De bouw gaat vier jaar duren. Drie jaar. Volgens dezelfde methode als voor de garage onder het Van Beuningenplein. Die was ook binnen budget en binnen de termijn klaar, met prima resultaat. Het kan dus wel. Er wordt geen nieuwe techniek gebruikt, zoals bij de Noordzuid-lijn. Ook is het contract met de aannemer heel slim opgesteld.
Verkeersveiligheid gaat achteruit. Door de plek van de in/uitgang van de parkeergarage zou dat zijn. Het zal evenveel druk opleveren als een hele rustige woonstraat. Minder zelfs, omdat je op een bord kan zien hoeveel plaatsen er vrij zijn voordat je de garage in gaat. Geen zoekverkeer dus. Er gaat geen verkeer door die garage zoals wel door een straat. Kom kijken bij de Van Beuningenpleingarage. Het stelt niets voor.
Veel lawaai-overlast. Door vrachtverkeer tijdens de bouw. Er is altijd wel ergens een bouwproject bezig wat vrachtverkeer oplevert op de doorgaande routes. Dat is de aard van die routes. Als dat een probleem is, zorg dan dat zwaar verkeer op die routes wordt ingeperkt en andere routes moet nemen.
Sommige straten gaan maandenlang dicht. Maanden. Tijdens een bouwproject van 3 jaar. Dat valt heel erg mee.
Jaren later kunnen funderingsproblemen onstaan. Volgens de experts ontstaan eventuele problemen gelijk of binnen een paar weken. Een klein risico. Zie eerder.
De gemeente gaat persoonlijke bewakers in garages vervangen door camera’s. Mensen voelen zich nu al niet veilig in garages, met camera’s nog minder is het argument. Tijdens een excursie naar de parkeergarages in Haarlem vertelden de experts dat de veiligheid in parkeergarages direct in verband staat met de veiligheid in de buurt boven de grond. En dan alleen bij publieksgarages voor bezoekers, voor bewonersgarages is het veel minder omdat het dronken uitgaansvolk niet naar binnen mag. Daarnaast, het zijn vooral de langparkeerders die ervoor kiezen om hun auto onderdak te zetten. Hoewel het idee van een lege, verlaten garage misschien eng is, is het qua veiligheid statistisch ook precies een lege, verlaten garage. Veilig omdat er niemand binnenkomt. De ‘onveiligheid’ van de straat blijft buiten omdat alleen de parkeerders binnen mogen komen.
PERSBERICHT: Petitie naar 400 gemeenten
PERSBERICHT
400 gemeenten ontvingen een petitie met het verzoek nieuwe wethouders te laten solliciteren bij de gemeenteraad op vacatures opgesteld door de raad.
“Alle burgers zouden moeten mogen solliciteren op de wethoudersposten” zegt petitionaris Rustema. “Nu komen wethouders uit politieke partijen. Hoe krijg je dan de beste kandidaten? Minder dan 2% van de bevolking is lid van een politieke partij. Bij lokale partijen is de vijver om uit te vissen vanzelfsprekend nog kleiner.”
Door openbare vacatures open te stellen denkt Rustema behalve de kwaliteit van het bestuur ook het dualisme te versterken: “Als wethouders kleurloos zijn dan is er geen coalitie in de raad meer om achter te verschuilen. De raad kan zich concentreren op het goed controleren van zo een expert-wethouder. De wethouder komt dan om een kader vragen bij de hele raad in plaats van een coalitie.”
Onder andere ex-partijbestuurders en raadsleden tekenden deze petitie op Laatwethouderssolliciteren.nl.
Stem@rustema.nl
Waarom op 19 maart op mij stemmen?
Naast het D66-programma heb ik als slogan “Laat wethouders solliciteren”. Dus als je al D66 ging stemmen, geef mij dan een zogenaamde voorkeursstem. Als ik een paar duizend stemmen krijg, dan kom ik in de D66-fractie. De rest van de fractie zal me dan vragen waarom ik gekozen en mijn antwoord zal dan natuurlijk “Laat wethouders solliciteren” zijn. Als je het niet met het D66-programma eens bent maar wel met mijn voorstel, dan kan je op laatwethouderssolliciteren.nl kandidaten van andere partijen vinden die dit ook steunen.
Waarom is het goed om wethouders te laten solliciteren? Nu komen ze uit politieke partijen. Omdat geen enkele partij alleen een meerderheid van de 45 zetels heeft moet er altijd een ‘coalitie’ gesloten worden met één of twee andere partijen. Die partijen komen dan na de verkiezingen met wethouders die door de partij zijn gevonden. Dat zijn dan doorgaans leden van de partij en soms mensen die door de partij gevraagd zijn en zich dan aansluiten bij de partij. Dat zijn niet altijd de beste kandidaten en het is niet democratisch.
Het zijn niet de beste kandidaten omdat ze uit partijen komen. Dat is maar een heel klein deel van alle Nederlanders, minder dan 2%. Daarnaast moet er ook nog een match gevonden worden tussen het specialisme van een wethouder (financiën, educatie, wonen, zorg, vervoer, etc.) en de personen uit de partijen. De partijen willen een ‘eigen’ wethouder op ‘hun’ onderwerp zodat ze hun programma kunnen uitvoeren.
Het is niet democratisch omdat de zogenaamde ‘winnaars’ van de verkiezingen disproportioneel macht krijgen. De partij die toevallig de meeste zetels heeft na de verkiezingen wordt de ‘winnaar’ genoemd, terwijl natuurlijk iedereen met een zetel in de raad winnaar is. Ook de ‘oppositie’, de partijen die geen ‘wethouders mogen leveren’ vertegenwoordigen burgers. Samen meer dan welke coalitiepartij dan ook. Alle partijen samen zouden hun wethouders moeten hebben. Specialisten die de hele raad dienen bij het uitvoeren van wat een meerderheid van die raad wil. Dat resultaat kan veel flexibeler en nauwkeuriger zijn (per onderwerp) dan de coalitiedeals nu.
Zie ook een stuk van mij in Het Parool hierover.