Het burgerinitiatief


Op donderdag
 wordt er een ‘burgerinitiatief’ besproken in de Tweede Kamer. Een week later staat er weer een op de rol. Op het eerste gezicht lijkt dat heel mooi, een burger die zelf het stoppen van de hondenbelasting op de agenda mag zetten waarna de Tweede Kamer erover in debat gaat. Of volgende week het erkennen van fibromyalgie als ziekte. 


Onderwerpen die te groot voor het servet en te klein voor het tafellaken lijken. Voor een groep burgers heel belangrijk, voor de Tweede Kamer niet belangrijk genoeg. 

Onzichtbaar is de jarenlange strijd om genoeg ondersteuningsverklaringen te verzamelen. Sinds respectievelijk 18 oktober 2013 en 29 januari 2015 zijn Gary Yanover en Natalie Kramer bezig geweest. Een burgerinitiatief is namelijk niet een gewone petitie, maar je moet 40.000 ondersteuningsverklaringen van burgers van minimaal 18 jaar verzamelen die voor een steekproefsgewijze controle alvast naam, adresgegevens en geboortedatum willen invullen. 

Dat willen veel burgers namelijk niet. Scheldpartijen zijn je deel als je het vraagt. Maar het moet van de Tweede Kamer! Het is niet uit te leggen. Zeker in tijden met campagnes om voorzichtig te zijn met informatie delen. 

Daarom zijn er ook erg weinig die de eindstreep halen. Eigenlijk heb je de steun nodig van een tv-show om niet jaren bezig te zijn. De regels die uit 2009 dateren worden daarom ook veranderd. Je mag niet langer jarenlang steun verzamelen, het moet nu sneller. 

De opvolger van het burgerinitiatief is het burgeramendement. Toen daar voor het eerst over werd gestemd was PVV tegen en waren GroenLinks, PvdA en SP voor. Een jaar later werd er nog een keer over in essentie hetzelfde voorstel gestemd en PVV was voor een GroenLinks, PvdA en SP waren plots tegen. Het is een raadsel wat er gebeurde, maar duidelijk is dat de burger over de vloer in de Tweede Kamer problematisch is en blijft.