Over mijn gedrag

Op deze blog geef ik een lijst met dingen die ik doe en ben. Dat hoort bij het genre van een persoonlijke website, een homepage noemden we dat vroeger. Wat je doet en deed bepaalt voor een groot deel hoe je gezien wordt.

Maar ik realiseerde me de laatste tijd dat het beschrijven van mijn eigen gedrag over kan komen als moraliserend of evangeliserend. Iets als: “Ik doe dat, u zou dat ook moeten doen.” Groot misverstand.

Neen. Ik doe het vooral uit nieuwsgierigheid naar de obstakels die ik tegenkom als ik mij op een, door mij beredeneerde, wenselijke manier gedraag. Als ik gaandeweg structuren als obstakels tegenkom dan kan ik daarover schrijven, een petitie over starten of iets dergelijks. Minstens geeft het mijzelf, misschien ook anderen, inzichten en inspiratie.

Het verwarrende schuilt hem erin dat een dominante gedachtengang is dat je voordat je kritiek ‘mag’ leveren op wat dan ook eerst je eigen gedrag er op af moet stemmen. Je moet zuiver in de leer zijn ofzo. Als je bijvoorbeeld van mening bent dat de luchtvaartindustrie niet goed is voor de planeet, dan moet je eerst zelf stoppen met vliegen.

De collectieve wil van veel consumenten samen zou dan de markt bijsturen in de gewenste richting. Dat denken gaat uit van hele rationele mensen die veel informatie hebben en alle tijd om over al hun gedrag na te denken. Die moeten dan tegen al het lobby- en marketinggeweld van de industrie opboksen.

Zo werkt het niet in de praktijk natuurlijk. Vliegen is nu (2024) een goedkopere en efficiëntere manier om op je bestemming honderden of duizenden kilometers verderop te komen dan over land of zee. Er zijn allerlei voordelen waar de vliegindustrie van geniet die daarvoor zorgen. Het is de wetgever die daar een verandering in kan (en moet) brengen. Dat bereik je niet door vliegen op te geven. Dat moeten onze volksvertegenwoordigers doen.

Het argument van de vliegindustrie “men wil nou eenmaal graag vliegen” weerhoudt de wetgever nu om in te grijpen. Maar natuurlijk wil men onder deze omstandigheden graag vliegen. Dat verandert pas nà ingrijpen van de wetgever.

Maar je bereikt wel wat anders door niet te vliegen. De markt voor alternatieven groeit. Zo heb ik zelf wat spaargeld gestopt in een startup voor nachttreinen in Europa. Dit is inspirerend, want zo stuur ik mijn eigen interesse ook. Ik zie dan alle obstakels voor die onderneming en zijn gelijken. De vraag naar nachttreinen is ook enorm gegroeid, regelmatig zijn ze uitverkocht. Het is een andere manier van reizen, iets speciaals.

Hetzelfde geldt voor autorijden bijvoorbeeld. Door geen auto te bezitten gebruik ik het openbaar vervoer meer. Elk ritje dat ik daarmee maak is een extra stem om die verbinding, die bus, die trein te behouden. Het is marginaal minder schadelijke uitstoot, maar het kan net het verschil uitmaken om een lijn in stand te houden.

Als ik zeg dat ik geen vliegtuig pak of auto bezit dan word ik gezien als een activist op een missie. Want er zijn tegelijkertijd òòk veel activisten die bevangen zijn door het idee dat ze door hun individuele gedrag de markt kunnen sturen. En dat van de daken schreeuwen. Eigenlijk zijn ze dus de grootste gelovers in de vrije markt. De industrieel weet dat je veel aan marketing moet uitgeven om het gedrag van consumenten een beetje te veranderen. Ook al heb je nog zo’n mooi product, je moet het er wel in rammen bij de tv- en sociale media-kijkers.

KLM zet de publieke opinie op het verkeerde been

KLM probeert Nederlanders vrees voor hun (goedkope) vliegvakantie in te praten als Schiphol zou moeten krimpen.

Maar eigenlijk zouden juist de Nederlanders die goedkope vliegvakanties willen aan moeten sturen op het verdwijnen van KLM.

KLM heeft als verdienmodel om passagiers vanuit heel Europa met goedkope vluchten naar Schiphol te harken om ze daar over te laten stappen op duurdere vluchten naar ver weg en andersom; vluchten vanuit ver weg komen naar Schiphol en worden naar de eindbestemming gebracht met een goedkope vervolgvlucht.

Er zijn niet genoeg omwonenden van het vliegveld om die verre vluchten vol te krijgen. Die omwonenden, de Nederlanders, profiteren niet van de goedkope vluchten waarmee passagiers naar Nederland worden geharkt. Die zijn hier juist weer duurder dan die van prijsvechters. Onder andere omdat men hier wel voor een tickettaks betaalt die lager had kunnen zijn als die overstappers ook een tickettaks zouden moeten betalen.

Het is zelfs zo gek dat Nederlanders met de auto naar Duitsland rijden om daar een KLM-vlucht te pakken die weer terugvliegt naar Schiphol met een overstap naar ver weg. Dat kan uit!

KLM Netwerk is betekenisloos voor de Nederlandse vakantievlieger

Nederlanders die vliegvakanties houden maken per definitie geen gebruik van dat grote netwerk van exotische bestemmingen waar KLM op vliegt. Een hele kleine ‘elite’ doet dat wel, maar die vormen de publieke opinie niet. De meeste Nederlanders die vliegen doen dat op populaire bestemmingen.

En laten dat nou ook juist de bestemmingen zijn waar prijsvechters graag op vliegen. Want een vliegtuig naar een populaire bestemming krijg je gegarandeerd vol. Die ‘vliegende Nederlander’ maalt ook niet om de goede arbeidsvoorwaarden voor piloten of extra dienstverlening. De prijs is doorslaggevend. Juist die prijs weten prijsvechters omlaag te krijgen door radicaal te snoeien in extra kosten en zoveel mogelijk dienstverlening apart in rekening te brengen. Om te besparen op bagagekosten gaan prijsbewuste reizigers gerust met drie lagen kleding in het vliegtuig van de prijsvechter zitten.

Zonder KLM zullen er prijsvechters in de ontstane ruimte duiken. Er ontstaat (meer) concurrentie op prijs op de populaire bestemmingen omdat KLM daar dan niet meer op vliegt.

Daar is ook ‘ruimte’ voor als KLM met de bijbehorende ‘hubstrategie’ verdwijnt. Nu landen er op Schiphol vliegtuigen met voornamelijk buitenlandse passagiers die alleen overstappen op een andere vlucht die hier weer opstijgt naar een verre bestemming. Vervallen die twee vluchten (de hark- en verwegvlucht) dan zal een prijsvechter die een vrijgekomen slot in handen krijgt ervoor kiezen om (goedkoop) op een populaire bestemming te vliegen. De kostbare bagage-afhandelingssystemen voor de koffers van overstappers worden via de havengelden door alle passagiers betaald terwijl de Nederlandse reiziger er geen gebruik van maakt.

Veel voordelen van krimp door verdwijnen KLM

Maar de Nederlandse markt voor vluchten is beperkt, in tegenstelling tot de internationale markt die KLM nu probeert de bedienen. Tot wel 70% van de KLM-passagiers zijn overstappers. Er zijn maar 18 miljoen Nederlanders en die moeten ook nog vakantiedagen hebben om zo’n vlucht te nemen. Dat is niet eindeloos. Ook zijn prijsvechters nu al beperkt door de havengelden (die stijgen) en tickettaks. Dergelijke maatregelen nemen eerder toe dan af. Geld kan je ook maar een keer uitgeven en de stijgende vaste lasten moeten ook betaald worden. Dus Schiphol hoeft niet eindeloos te groeien om KLM overeind te houden. Een beetje schaarste zal zelfs goed zijn voor de prijsvechters, anders gaat de prijs door de bodem.

Ondanks krimp is voor een Nederlander de kans dus groter een goedkope vlucht naar een populaire bestemming te scoren nà een faillissement van KLM dan zolang KLM in stand wordt gehouden.

Daarnaast heeft het verdwijnen van KLM ook nog veel meer voordelen voor die opportunistische vliegende Nederlander. Krimp van Schiphol is dan pijnloos mogelijk. Het wordt een vliegveld met alleen de populairste bestemmingen. Dan is het wel mogelijk om een landingsbaan te schrappen zodat woningbouw mogelijk wordt. Het vliegveld kan ’s nachts dicht zodat omwonenden weer kunnen slapen en hun gezondheid verbetert. De KLM-medewerkers komen terecht op de krappe arbeidsmarkt en kunnen in schonere sectoren werken zodat die kunnen groeien. Of KLM-piloten emigreren en gaan vanuit oliestaten werken die toeristische bestemmingen willen maken van hun zandbak. Dat zal geen relevante daling voor inkomsten bij de Belastingdienst veroorzaken.

Alleen voordelen voor vliegende elite en Shell

Het is een vliegende ‘elite’ die baat heeft bij het in stand houden van de KLM. Wat levert het ze op? Rechtstreekse verbindingen met exotische bestemmingen en een grote nationale luchtvaartmaatschappij. Er is een kleine groep die het leeuwendeel van alle kerosinekilometers maakt. Dat zullen ze ook zonder KLM wel blijven doen, alleen dan moeten ze vaker overstappen.

En ja, de voorheen Koninklijke Shell heeft baat bij de KLM. Ze pompen via het goedkope leidingennetwerk van de Nederlandse Defensie heel veel kerosine naar ’tankstation Schiphol’. Ongeveer net zoveel kerosine als er benzine wordt verkocht in het land. Met een belangrijk verschil. Er zit geen cent accijns, heffing of belasting op.

Aandeelhouders hebben ook geen baat bij KLM. Behalve de staat zijn er namelijk ook nog gewone aandeelhouders. Ze hebben al 20 jaar geen dividend uitgekeerd gekregen op hun aandelen.

Welke auto’s mogen erdoor?

Van de afdeling Onderzoek en Statistiek kreeg ik een vragenlijst omdat ik er ingeschreven sta voor een panel. Dit is een interessante vraag:

“Voor welke doelgroepen zou volgens u een uitzondering moeten worden gemaakt zodat zij wel met de auto toegang krijgen tot een straat of gebied met een verkeersfilter?”

Let wel, het gaat hier om een straat of een gebied met een verkeersfilter. Dus niet de hele stad. Een gebied met een verkeersfilter heeft, zoals ik de gemeente ken, een bijbehorende vorm. Een soort eiland zeg maar. Hoe dan ook, het is een klein gebied.

Daarom lijkt het me goed vol te houden dat geen enkele auto toegang moet hebben. Denk aan de autovrije wijken die al bestaan: de Waterwijk/Ecowijk of Het Funen.

Het is lastig om er via streetview een kijkje te nemen omdat de auto die streetviewbeelden maakt er geen toegang heeft. Google heeft eens een camera te voet in de Ecowijk beelden laten maken.

Duidelijk lijkt me. Geen van de genoemde behalve de nood- en hulpdiensten. Maar die mogen overal komen. Dat gaf ik dus als toelichting:

het gaat hier om een min of meer natuurlijk gebied begrijp ik. Dan denk ik aan de Waterwijk/Ecowijk in Westerpark of Het Funen/Funenpark in Oost. Geen auto’s dus, maar brandweer en ambulance mogen altijd overal komen. Dus die hoef je niet apart te noemen, die kan je onmogelijk buiten sluiten.

De volgende vragen waren: “Zou u voorstander zijn als een dergelijk verkeersfilter in uw eigen straat of buurt wordt toegepast?” (ja) en “Beschikt uw huishouden over een eigen auto?” (nee).

Het ging verder met “Hoe beoordeelt u de maatregel 30km/u?” (zeer positief) en toelichting:

Het is goed doordacht. Wegen zijn herkenbaar als 30km/u op basis van kenmerken. Helaas moeten nog veel wegen omgebouwd worden om aan de kenmerken te voldoen. Dat kan wat mij betreft eenvoudig door langsparkeren in te voeren.

“Heeft u ooit een deelfiets gebruikt?” was een volgende vraag (exclusief ov-fiets).

Mijn antwoord: “nee, nog nooit en ik ben niet van plan dit te doen”

“Waarom heeft u nooit een deelfiets gebruikt?”

Mijn antwoord “ik heb mijn eigen fiets beschikbaar” en “ik zie geen voordelen in het gebruik van de deelfietsen voor mijn specifieke behoeften” met als toevoeging “het is overbodig commercieel gebruik van de overbelaste openbare ruimte, laat ze een fietsenstalling huren.”

“Waar denkt u als eerste aan bij een touringcar?” (Maximaal drie woorden.)

Mijn antwoord: “waarom geen tram?”

“In hoeverre ervaart u in Amsterdam overlast van touringcars?”, enige overlast

“Wat voor overlast ervaart u van touringcars in Amsterdam?”: verkeersonveiligheid, overlast door in- en uitstappers, overlast door wachten met draaiende motor, overlast door de ruimte die ze innemen, stank, anders, namelijk: kannibalisering van het openbaar vervoer.

“Welke voordelen ziet u van touringcars in Amsterdam?”

Mijn antwoord: ik zie geen voordelen van touringcars in Amsterdam

Roger Scruton

Roger Scruton (1944-2020) is als conservatief een soort ideologie-fluisteraar voor politici op de uiterste rechtse flank van het politieke spectrum begreep ik uit een recensie van het boek van Marijn Kruk ‘Opstand‘ (nog niet gelezen).

Toen Scruton in 1968 de opstanden in Parijs zag vanuit zijn appartement was hij tegen de Verlichting, voor de natiestaat, het christendom, het ‘eigene’, de monogamie, tegen het individualisme, voor politieke ‘deugdzaamheid en gehoorzaamheid’, voor traditie en voor hiërarchie lees ik.

Verlichting. Gaat af op de feiten. Met de toevoeging dat massaal gevoelde emoties ook feiten zijn, ja natuurlijk. Het gaat om de feiten!

De natiestaat. Is een construct uit de 19e eeuw vooral. We zitten ermee op gescheept en omdat het een monopolie op geweld heeft in combinatie met allerlei sturende instituties zoals het onderwijs en natuurlijk wetgeving is dit een belangrijk instituut. Maar liefst geen grote natiestaten en vooral in samenwerking met andere, zoals in de EU. Samenwerkingen gebaseerd op, democratisch gecontroleerde, machtsdeling. Daar ontbreekt het vaak aan.

Het christendom. Ook iets uit het verleden dat heel erg structerend is geweest voor hoe we leven nu. Als product ervan zie ik allerlei zinnigs erin. Constructies als vergeving, eerlijkheid, vertrouwen, leven voor elkaar enzo. Het heeft ook veel leed veroorzaakt, vooral door instituties die ermee aan de haal gingen. Laat religie vooral een privé-zaak zijn, sommige mensen hebben er baat bij. En ik schat het toch in als eentje die beter scoort als religies met een grote nadruk op het hiernamaals en sterven voor de religie als martelaar en dergelijke quatsch.

Het ‘eigene’. Mwah, allemaal culturele constructies. Niet onbelangrijk, wel om rekening mee te houden, vooral als je internationaal samenwerkt. Maar vaak vol met irrationele gekkigheid. Binnen de perken houden en goed over nadenken om te beheersen en het beste eruit over te nemen. Maakt toerisme en culturele uitwisselingen wel leuker, vooral als je het verband met de geografie en geschiedenis ziet.

Monogamie. Ook een constructie die vooral afhankelijk is van je persoonlijke geschiedenis, opvoeding. Als je de mazzel hebt dat het bij je past dan heb je het makkelijker dan dat je de afwijking van die norm moet inkaderen met afspraken waar alle betrokkenen mee akkoord gaan. En dan nog is het de vraag of daarbij geen machtsmisbruik speelt, echt zeker weten doe je het nooit.

Individualisme. Als het geëxploiteerd wordt door een industrie die individuen meuk verkoopt of een politiek die burgers louter aanspreekt op hun egoïstische eigenbelang, dan niet. Maar op een intellectueel niveau is individualisme toch echt belangrijk voor vrijheid in denken. Zelfs zo’n meneer Scruton is een individualist, anders komt hij niet tot het schrijven.

Politiek gehoorzaamheid. Dat kan echt niet. Politiek draait juist om conflict. Groepen mensen escaleren hun ideologische conflicten via vertegenwoordigers naar een politiek niveau waar ze met debat de verschillen tot een compromis brengen zodat we weer een stapje verder komen en doormodderen als mensheid. Gehoorzaamheid klinkt heel eng, want dat suggereert gelijk dat de richting van een enkeling of groepje komt die het beter weet. Zodra een minderheid veel macht heeft gaan ze dat misbruiken, humans be like. Niet doen dus, niet gehoorzaam zijn maar in debat blijven.

Traditie. Tradities kan je uitvinden en weer afdanken. Is een leuk spel, maar doe niet alsof er een superieure wijsheid in verschuilt zit. Het is een product van mensen en hun geschiedenis. Veel tradities kunnen overboord omdat ze te massaal omarmd worden en onverstandig blijken.

Welke maatregelen tegen overtoerisme?

De enige manier om overtoerisme te bestrijden is met software en juristen. Want de reflex om de stadspoorten weer in gebruik te nemen zou de stad verlammen omdat Amsterdam geen Venetië is maar een levende en levendige stad: de inwoners krijgen bezoek, forensen komen de stad in, er worden spullen geleverd en er wordt service verleend aan inwoners en bedrijven.

Bestaande maatregelen schieten tekort: de toeristenbelasting gaat alleen over de overnachtingen en de vermakelijkhedenretributie alleen over attracties in de openbare ruimte, zoals rondvaarten enzo. De helft van de bezoekers zijn dagjesmensen die buiten Amsterdam wonen of overnachten. Die tref je niet met de toeristenbelasting en die vermakelijkheidsbelasting merkt niemand.

Hoe kunnen dergelijke belastingen worden uitgebreid naar de winkels en horeca die louter de bezoekers bedienen? Beter nog, hoe kan de gemeente een vestiging weigeren door gebrek aan draagvlak onder de bewoners?

Door de bewoners met hun pinpas te laten ‘stemmen’ voor het behoud van een ondernemer. De bewoner koopt voor één cent een ‘stempas’ bij de lokale ondernemer tijdens een regulier bezoekje, simpel door een extra pinbetaling van een cent te doen. De betaling is de stempas.

Via mijn.amsterdam.nl of bij een gemeentebalie valideer je als inwoner je ‘stempas’ door in te loggen (met DigID) en je bankpas eraan te koppelen (dankzij iDIN). Daarmee geef je toestemming aan een aparte door de gemeente opgerichte stichting met als statuut om de bankrekeningen van de ondernemers te checken op aangemelde ‘stempassen’ (via PSD2). Die betaling van een cent is versleuteld tot een unieke code op basis van de IBAN en pashoudergegevens, dus nog anoniem ook.

Veel ondernemers zullen door de beschrijving van hun activiteiten bij de Kamer van Koophandel niet eens door deze hoepel hoeven. De maatregel treft dan vooral winkels en horeca die toeristen en inwoners (beweren te) bedienen. Is het echt een kaaswinkel, viswinkel, banketbakker, friettent, patisserie of kroeg voor de buurt? Of toch een winkel voor verpakte kaas als souvenir, friet of stroopwafels met een wachtrij of toeristenkroeg?

Al die plekken waar je als bewoner met een grote boog omheen loopt omdat ze je niets te bieden hebben zullen hun best moeten doen voor je of ze krijgen het moeilijk. Ondernemers die iets nieuws willen beginnen zullen met hun plannen en pinterminal langs de deuren moeten gaan om draagvlak te verzamelen. Even makkelijk iets nieuws openen zal niet meer lukken. Lastig voor criminelen die geld willen witwassen.

Door dit legitieme ‘marktbederf’ vanuit de gemeente zal de vierkante meter-prijs dalen en kunnen gewone winkels zich er weer vestigen. Kalverstraat en Nieuwendijk kunnen misschien nog ontzien worden de eerste jaren want die zijn al verloren maar functioneren goed als reservaat voor ons bezoek. Het aanbod voor toeristen zal dalen: souvenirs koop je bij de portier van je hotel, eten en drinken koop je bij normale winkels of horeca waar Amsterdammers ook komen.

Mogelijk kunnen de naar West-Friesland verhuisde handige Amsterdammers met hun werkplaatsen zich dan weer in de stad vestigen; dat voorkomt klusbusjes en pickuptrucks op straat en zorgt voor de broodnodige diversiteit.

‘Die Fransen denken dat alles kan hier’

De vorm van de protesten doet me denken aan een gesprekje tussen een UvA-conciërge en Franse studenten waar ik in de kantine getuige van was. In het P.C. Hoofthuis verschijnt al jaren graffiti tegen de Franse president Macron en voor de linkse Mélenchon.

De conciërge wilde graag begrijpen wat er aan de hand is en hoe dit te voorkomen is. Hij wilde, zeg maar, polderen. De Franse studenten begrepen er niets van. Ze werden als verantwoordelijke volwassenen aangesproken, ze werden niet zwaar bestraft. Als ze een tekst willen ophangen, dan kon dat natuurlijk in goed overleg.

De goede man verzuchtte achteraf tegen een collega dat ze er niet uit waren gekomen. Die Fransen denken dat alles kan hier. Door het internationaliseren van het onderwijs winnen we veel studenten, maar het polderen verliezen we. Iemand had de Franse studenten moeten helpen bij het schrijven en publiceren van een goede tekst, buiten het curriculum om.

Het brak de kraakbeweging ook op toen de grenzen opengingen. De buitenlandse antifa bellen niet zelf de wijkagent zodra de (bureaucratisch noodzakelijke) matras op de vloer ligt na de kraak. Ze vertrouwen niks en niemand, zelfs andere krakers niet.

Verschenen in Het Parool van 10 mei 2024 (online).

Autoluw in ‘autoland’ is anders

De Strabo-baas herinnert de Amsterdamse centrumbewoner met zijn onderzoek naar 72 winkelcentra eraan wat een wereld van verschil Amsterdam is met ‘autoland’ (Het Parool, 29 april). Hij verzet zich namens krabbelende detaillisten tegen autoluw en schetst een plaatje vanuit de provincie waar automobilisten naar een voetgangersgebied rijden waar alle bekende winkelmerken bij elkaar geharkt zijn. Je wandelt er een ommetje, met een hapje en drankje als beloning, en rijdt met de buit naar huis. 

Ja, dat hebben Amsterdammers eigenlijk òòk. Met de metro naar Noord of Zuidoost. Of iets verder, met de trein naar Halfweg of naar Amstelveen met de tram. Alles handig bij elkaar. Niet kris-kras door de stad fietsen nadat winkelpersoneel schouderophalend ‘misschien heeft filiaal Kinkerstraat het’ mompelt. In het Nederlands als je mazzel hebt. Ruimte voor veel keuze hebben gewone winkels in het centrum niet, daarvoor moet je ‘naar buiten’ of moet je tòch weer online gaan. Of combineren met een provinciestadje bezoeken.

Andersom, ons bezoek uit de provincie komt niet voor de winkels die ze thuis in meerdere winkelcentra op een kwartiertje rijden hebben. Met die door Van Tellingen van Strabo onderzochte angstige detaillisten die de automobilist wil lokken ten koste van dat andere praktisch identieke winkelcentrum. Ja, voor hun overleven verzetten ze zich natuurlijk tegen autoluwe maatregelen. Dat doen ze wereldwijd. Ze zijn verwikkeld in een moordende concurrentie met filiaalhouders van dezelfde keten verderop. 

De grootste onderscheidende kracht is een oud centrum om een mooi terrasje te kunnen pakken. Voor Amsterdamse bezoekers op loopafstand van het station.

De winkelstraten in ons centrum bedienen een gigantische massa die impuls-aankopen doet in het voorbijgaan. Vooral veel suiker en fast fashion. Als Amsterdammer is het moeilijk er je ‘niet-dagelijkse retail’ bij elkaar te sprokkelen. 

Meer autoluw schrikt ons bezoek uit de provincie niet af. De meeste hebben de auto namelijk gelukkig al thuis gelaten. Maar elke auto van buiten is teveel, autoluw gaat hier om het overleven van inwoners, niet van detaillisten. 

De lastigste overgebleven groep automobilisten in de stad is die minderheid van Amsterdammers met een auto. Daarbinnen is een minderheid die voor elk wissewasje de auto pakt binnen Amsterdam, dat zijn notoire kilometervreters volgens de cijfers. 

Het bezoek van buiten dat de auto gebruikt als alternatieve rondvaart vraagt dringend om autoluwe maatregelen. Je hebt die auto toch en in Amsterdam kan je (nog) gratis eindeloos rondrijden. Als er ergens een plaatsje vrij komt nog even parkeren, een ommetje lopen, een terrasje pakken en weer naar huis. Dan hebben we het over de categorie automobilisten die zelfs onder schot niet het ov wil nemen, het is onmogelijk ze tot P+R te verleiden. 

Voor de logistiek en het autoverkeer van de bewoners zelf is nu al nauwelijks ruimte. Daar bovenop hebben we ook nog een enorm leger taxi’s dat de straten dag en nacht afschuimt om toeristen over een loopafstand te vervoeren. Al die auto’s met blauwe kentekens alleen al kan je niet kwijt in de parkeerruimte van een willekeurig provinciaal winkelcentrum. De eindeloze processie taxi’s is af en toe makkelijk aan te zien voor hun periodieke demonstratie, alleen het toeteren maakt het verschil. 

Autoluw in de provincie is dus overduidelijk een totaal andere kwestie dan die in het Amsterdamse centrum. Dank u voor het inzicht meneer van Tellingen en succes met het vasthouden van de klanten in de provincie, ze rijden kennelijk makkelijk weg. Ook naar Amsterdam, helaas. 

Fietsersbond meer activistisch? Kritiek op de e-bike?

Afgelopen maandag deed ik mee aan een ronde tafelgesprek met Fietsersbondleden over de Fietsersbond.

Het bleek al snel dat we de Fietsersbond niet activistisch vonden. Ja, lokale afdelingen overleggen goed met de gemeente over de gewenste fietsvoorzieningen, voor zover die afdelingen er zijn. Met het vergrijzende ledenbestand komt dat wel in gevaar.

Maar kijk je naar ons blad dan zie je een soort ANWB-Kampioen voor fietsers. Welke e-bike kopen? Met dat soort consumenteninformatie win je geen jonge leden. Daar kijken ze wel een filmpje over ergens.

Juist met activisme kan de Fietserbond zich onderscheiden. Waarom lezen we bijvoorbeeld geen kritiek op de e-bike in ons blad? Waarom is de Fietsersbond niet kritisch op de e-bike. De Amsterdamse afdeling is dat heel sterk bijvoorbeeld.

Journalisten die ik spreek sinds ik mijn kritiek uitte laten weten dat het een lekker onderwerp is. Het levert veel lezers op, het land raakt er niet over uitgepraat. Maar de Fietsersbond is doodstil? Dat kan toch niet?

Het mantra van landelijk is dat de e-bike goed is voor het fietsen. De e-bike is goed. Kom niet aan de e-bike. De voorzitter van de Fietsersbond wenste mij na een radio-uitzending waarin we debatteerden over de e-bike ook mijn eigen Oek-bond toe. Dat staat voor “op eigen kracht”, de naam van het ledenblad van de Amsterdamse afdeling. Geinig, maar geen echte oplossing. Want dus ook de leden, die ook wel een e-bike hebben, willen het er graag over hebben. Hameren op ‘handhaving’ en ‘eigen verantwoordelijkheid’ schaalt niet op.

Zo vertelde aan die ronde tafel een buschauffeur uit Friesland, die zelf geen auto heeft, dat hij hoorde dat als zijn fietsenmaker e-bikes binnen krijgt voor een reparatie die altijd in de hoogste stand staan. Men rijdt gewoon zo snel als mogelijk, dat doen veel mensen al op een gewone fiets, dus op een elektrische evengoed.

Er zijn eindeloos veel onderwerpen waarover juist fietsers meer zouden willen en moeten weten:

  • hoeveel extra moet je fietsen om evenveel fysieke training te krijgen?
  • in hoeverre doet het er wat dat betreft toe met welke stand je fietst?
  • krijgt de oek-fietsende jeugd een betere conditie voor later in het leven door lange stukken naar de middelbare school te fietsen als tiener? Is het zo dat je lichaam de rest van je leven terug wil naar dat lichaam van toen? En een e-bike dus een heel slecht kado is voor een tiener?
  • hoe zit het met alle gekke krachten om rekening mee te houden op een e-bike? Bij het opstarten, in de bocht, bij het stoppen? En kan iemand op leeftijd dat allemaal even goed?
  • een goed onderhouden oek-fiets kan je hele leven mee gaan, maar hoe kort blijft een e-bike goed? Wat is de prijs per kilometer?
  • haalt de e-bike forensen uit de auto? Of uit het openbaar vervoer of de gewone fiets?
  • gebruikt men de e-bike ook voor de kleine stukjes of inderdaad alleen voor een grotere actieradius?
  • eerlijke interviews met gebruikers van de e-bike over de overstap, om je ervaringen mee te vergelijken… Wie gaan er weer terug naar de Oek-fiets en waarom?
  • welke fietsers voelen zich door de toegenomen snelheidsverschillen niet meer veilig op het fietspad? Is dat alleen een stadsonderwerp of overal?
  • wat voor verbeteringen zijn er mogelijk vanuit Den Haag? Een kenteken met RDW-keuring?

Goed, er is een tijdschrift tjokvol mee te schrijven. En je kan je goed voorstellen dat het allemaal artikelen zijn die je op geen enkel andere plek kan lezen. De kranten hebben er op dat niveau geen ruimte voor en de commerciële media willen alleen onkritische stukken hebben die de consumptie aanspoort.

Niet Schiphol maar KLM is het probleem

Op de voorkant van Trouw stond op 2 april 2024 de kop ‘krimp Schiphol juist goed voor de economie’ en daar schreef ik deze reactie op:

“Er wordt onterecht geklaagd over Schiphol met krimp als oplossing. Want zo blijft KLM buiten schot. Niet Schiphol maar KLM is het probleem. Alle pijlen moeten daarom op KLM worden gericht. Zonder KLM is Schiphol een normale luchthaven met nog steeds genoeg verbindingen met de rest van de wereld. Maar dan zonder KLM-overstappers en Transavia-nachtvluchten. 

KLM kan ook makkelijk om bedrijfseconomische redenen verdwijnen zonder dat de EU, de VS of wie dan ook dwarsligt. Want dat doet de vrije markt dan. 

De vervuiling, de slaapverstoring en het slot op woningbouw rondom Schiphol worden veroorzaakt door de koninklijke zwaan die Schiphol de klappen laat vangen en iedereen met reclame en praatjes in een houdgreep houdt. 

Den Haag heeft de macht om de stekker uit KLM te trekken en daarom moeten we het over KLM hebben. De laatste 100-jarige vliegmaatschappij, dankzij 100 jaar politieke steun. 

Reinder Rustema, Amsterdam”

Zie ook stopklm.nl en teken de petitie!

Extra parlementair nu, adviezen bij de petitie

Aan: De Tweede Kamer
t.a.v. Bureau Woordvoering Kabinetsformatie
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Geachte heer Putters,

Al bijna twintig jaar verdedig ik een extra-parlementaire regering, hoewel niet altijd onder die naam. In opiniestukken, op de radio en in relevante gremia. Op de blog laatbestuurdersbesturen.rustema.nl documenteer ik dit grotendeels.

Daarmee is mij duidelijk geworden dat de beschrijvingen en analyses door experts van wat bestaat en gedaan is alleen het kader geeft waarbinnen onze volksvertegenwoordigers moeten handelen om vorm te geven aan de toekomst. Maar er is geen routekaart, die weg naar de toekomst stippelen we daarna uit. Wij hier in Nederland zijn daar door toevallige omstandigheden wereldwijd gezien het beste toe in staat. Nu, in deze weken kan dat beginnen. Dit is een scharniermoment.

Overdag ben ik de oprichter en eindredacteur van de website petities.nl sinds 2005. Deze site is een consequentie van mijn denken over een extraparlementair bestuur. Het dient als de – neutrale – ondersteuning van parlementaire politiek vanuit burgers. Dit is de populairste politieke website van het land, met miljoenen bezoekers. Ik doe er de eindredactie van tot nu toe ongeveer 15.000 petities van burgers die samen ongeveer 19 miljoen ondertekeningen registreerden. 

Aanvankelijk werkte ik ruim een decennium als docent op de universiteit, maar ik deed er geen onderzoek, ik maakte studenten enthousiast over het potentieel van internet (ik pionier zelf al sinds 1991) en de kennis paste ik ondertussen toe op petities.nl. De afgelopen acht jaar werk ik volledig aan petities.nl. Want behalve analyseren wil ik namelijk ook graag ideeën uitwerken, zoals deze site. Wat daar binnenkomt is inspiratie voor mijn ‘out of the box’-ideeën.

Een politicoloog die ik bevroeg over de potentie van een extra-parlementaire regering gaf toe:

Wij analyseren en bekritiseren machtsverdeling zoals het bestond en bestaat, hier en elders in de wereld. Maar we geven geen recepten of adviezen. Vanuit onze praktijk kunnen we dat per definitie niet. Als individu en burger kan ik wel een mening geven, maar die van de gekozen volksvertegenwoordigers is veel belangrijker want zij geven gaandeweg vorm aan de praktijk.

Binnenkort overhandig ik de Kamerleden een petitie ‘extraparlementair nu‘ waarmee ik ze er graag op wil wijzen dat de vorm van de volgende regering een uniek en historisch ‘founding fathers’-moment’ kan worden. Hoewel er geen nieuw bestel opgetuigd hoeft te worden is dit het moment om machtsverdeling voor de toekomst te bepalen, als verdere uitwerking en actualisering van het grondwerk van Thorbecke. Niet alleen een tussenvorm omdat het gebruikelijke formatie nu niet lukt. Dit is de toekomst. Dit is de vorm voor een andere bestuurscultuur.

Na de ontvangst van alle reacties op mijn pleidooi heb ik mijn voorstel steeds verder aangescherpt. Doe er uw voordeel mee:

  • Het is geen ’tussenvorm’ maar de nieuwe vorm voor de toekomst. We moeten hierin investeren omdat het langdurige formaties bespaart; er zijn continu mini-formaties op onderwerpen gaande.
  • Het is niet een vraag of een partij nog wel enkele bewindslieden mag leveren, het is cruciaal dat alle bewindslieden via een procedure buiten de partijen om worden geworven en geselecteerd, geen partij mag nog ‘eigen’ mensen in de regering hebben.
  • Daarbij is het evengoed cruciaal dat geen enkele partij een minister-president levert, dat de rol weer kleiner wordt gemaakt tot voorzitter van de ministerraad, bijvoorbeeld door het voorzitterschap te laten rouleren. Het gezicht van Nederland in het buitenland is dan voornamelijk de minister van Buitenlandse Zaken.
  • Er zullen bewindslieden ongeschikt blijken of zelf vertrekken. Omdat ze niet van een partij zijn kunnen die vervangen worden zonder dat de regering valt, er nieuwe verkiezingen en een nieuwe regering nodig is.
  • Bewindslieden gaan door totdat de Tweede Kamer het tijd vindt voor een vervanger. Een door verkiezingen veranderde Tweede Kamer krijgt vanaf dag 1 een functionerende en missionaire regering voor zich. De missie wordt gaandeweg aangepast in debat met de plenaire Kamer.
  • Voor de werving van bewindslieden stelt de Tweede Kamer vacatures op, maar verwacht vooral veel van ‘voorgedragen’ kandidaten. Omdat er een ‘afbreukrisico’ is kunnen veel geschikte personen niet zelf solliciteren. Ze kunnen wel gevraagd worden nadat ze op basis van de vacature, de cv en een discreet gesprek met een commissie van fractievoorzitters geschikt lijken.
  • Na selectie volgt een publieke kennismaking/sollicitatie in de Tweede Kamer met alle Kamerleden. Journalisten vinden kort erna eventueel nog lijken in de kast die de commissie niet heeft kunnen vinden. Waarschuw hier tevoren publiekelijk voor. Deze bestuurders hebben niet per se een carrière in de schijnwerpers gehad maar zijn meer gewone burgers.
  • Benadruk dat dit gewone burgers zijn die dankzij de geheime verkiezingen niet hebben laten weten wat ze bij verkiezingen stemden. Ze komen immers niet uit politieke partijen, waarschijnlijk hebben ze ook niet altijd hetzelfde gestemd. Laat ze het vooral geheim houden wat ze stemden. Omdat ze niet van een bepaalde partij zijn, zijn ze minder kwetsbaar voor aanvallen van burgers op grond van wat hun partij oproept aan associaties en emoties.
  • Maak ook duidelijk dat het niet om ’technocraten’ gaat die vanuit een spreadsheet het land besturen en het parlement op afstand of buiten spel willen zetten. Ze zijn politiek aansprakelijk en dienen de Tweede Kamer. Omdat ze makkelijk te vervangen zijn moeten ze hun beleid goed verdedigen en in kunnen schatten waar een meerderheid voor te vinden is. Tegelijk moeten ze zich ook binnen de ministerraad sterk maken voor hun domein.
  • Ook is het geen ‘zakenkabinet’, want dat roept associaties op met ofwel zakenmensen die het land als bedrijf gaan besturen ofwel zaakwaarnemers die tijdelijk op de zaak passen totdat een normale meerderheidsregering mogelijk is.

Dit alles samen zorgt voor een moderne en robuuste vorm van machtsverdeling die nog nergens ter wereld in deze vorm geperfectioneerd is, hoewel elementen wel elders te vinden zijn. Dit is een scharniermoment.

Brief verstuurd op 19 februari 2024. Toevallig in de straat van Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria (Amalia), Prinses van Oranje, Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau.