Meer beeld via de ether!


De Amsterdamse datacenters zorgen voor een overbelasting van het elektriciteitsnetwerk.
 Veel van de data is video. Allerlei diensten voor uitgesteld kijken hebben video’s op servers staan in Amsterdam. Maar de meeste mensen kijken ongeveer naar hetzelfde. Niet allemaal exact op hetzelfde tijdstip, maar de meeste bandbreedte en hosting is nodig voor populaire cultuur. Van populaire bestanden wordt zo dicht mogelijk bij de consument een kopietje bewaard zodat niet heel Europa de laatste aflevering van Game of Thrones uit Californië haalt maar dichtbij, op een server in Amsterdam bijvoorbeeld. Ook live-televisie op de kabel gaat via datacenters naar de kijker. 

DVB-T zendmast

Het is veel economischer om dergelijke ‘uitzendingen’ meer via een televisiezendmast de ether in te gooien. Met een antenne vang je het op en de televisie of het kastje dat ernaast of in de meterkast staat kan met het grootste gemak een buffer van enkele dagen aanhouden. Deze spullen staan toch al stroom te consumeren, laat ze dan wat zinnigs doen. Geen dure internetaansluiting met veel bandbreedte meer nodig. Een zendmast is heel zuinig. Of een uitzending nou naar 10 of 10 miljoen ontvangers gaat, dat maakt niets uit voor de stroomconsumptie van de mast.

Helaas is het aanbod in de ether in Nederland door verkeerde politieke beslissingen bedroevend. Sinds kort is het zelfs helemaal niet meer mogelijk om iets te ontvangen zonder weer een nieuw kastje te kopen. De auteursrechtwetgeving helpt ook zeker niet mee. Het duopolie in de infrastructuur van KPN en Ziggo werkt vernieuwing ook tegen. Zij willen consumenten graag volledig inpakken met een duur ’triple play’-aanbod: televisie, internet en telefonie in één abonnement. 

Dit is het moment voor de politiek om voor het milieu, het netwerk en als hele simpele lastenverlichting voor de consument een uitgebreid aanbod via de ether te realiseren zoals dat in een andere grote EU-lidstaten bestaat. 


Re: Een parlement voor de ‘onzichtbaren’

(ingekort gepubliceerd in NRC Handelsblad op 20 december 2018)

Caroline de Gruyter haalt het ‘parlement voor de onzichtbaren’ van Pierre Rosanvallon in herinnering (15/12) omdat de gele hesjes, Brexit en de Commissie Remkes aantonen dat veel burgers zich niet goed vertegenwoordigd voelen. Vroeger behoorden ze nog tot een sociale klasse of beroepsgroep met collectief onrecht. Het geïndividualiseerde onrecht van vandaag maakt iedereen onmondig omdat veel burgers op een andere manier precair zijn; het leed van de één kan zelfs de individuele voorkeur van een ander zijn. 

Een dergelijk parlement bestaat al en is ook onzichtbaar. Maandelijks zet ik ongeveer 100 nieuwe petities open, maar het merendeel krijgt (behalve van mij) geen aandacht. De meesten halen de eindstreep, een overhandiging, ook niet. Een petitie over het Verdrag van Marrakesh met wel bijna 30.000 ondertekenaars werd zelfs niet in ontvangst genomen door de Tweede Kamer, alleen door Sietse Fritsma van de PVV. 

Het ontvangen van een petitie is de minste moeite en een grondrecht; ongeveer het enige wat de Commissie Remkes over petities zegt. VNO-NCW bepleit ‘modernisering’ van petities, burgerinitiatieven in internetconsultaties als ex ante beleidstoetsing. Het veel bescheidener beantwoorden van petities is goed te organiseren. Het is dankzij internet mogelijk alle ondertekenaars van een petitie een e-mail te sturen met een antwoord op een petitie. Op deze manier zouden de afgelopen 13 jaar via 10.000 petities 9 miljoen burgers bereikt zijn. Een enkele gemeente doet het wel, maar op nationaal niveau gebeurt het niet. Voormalig Kamervoorzitter Gerdi Verbeet merkte ooit op dat het wel zo netjes zou zijn om alle ondertekenaars van een burgerinitiatief een briefje terug te sturen. Het is er nooit meer van gekomen. 

Een antwoord op een petitie levert steevast dankbare reacties op, ook als het antwoord niet is waar men op hoopte. De gemeenten die wel een antwoord aanleveren om te versturen zien dan ook meer en betere petities omdat burgers merken dat dit communicatiekanaal open staat. Een goed antwoord laat ook zien dat er een afweging is gemaakt en hoe onze democratie werkt. Idealiter wordt ook duidelijk wat de posities zijn van de verschillende volksvertegenwoordigers. Er is dankzij internet een wereld te winnen met een fatsoenlijke dialoog tussen burgers en volksvertegenwoordiging zonder met zwaar geschut te komen zoals referenda. 

Reinder Rustema

oprichter en beheerder van Petities.nl

Beloon samen reizen uit de pot inframiljarden

Als er geld te verdelen is voor infrastructuur dan kan je vandaag beginnen. Door te weinig infrastructuurplannen zou er 2 miljard euro blijven liggen voor later. (NRC Handelsblad 31 oktober 2018).

Beloon burgers financieel die met hun telefoon op zak samen met anderen bewegen in de spits. Dat betekent dat ze samen in een auto zitten en dus carpoolen. Voor vertrek even met een druk op de knop via DigiD je identificeren en daarna geeft een app de beweging door. Maandelijks krijg je een document met je reisinformatie die je op waarheid moet controleren en dan kassa! Met hoe meer anderen tegelijk, hoe meer geld. Met een busje je collega’s rijden moet er lucratief door worden. Samen met het openbaar vervoer is nog slimmer: veel ov-forensen herkennen elkaar wel van gezicht, maar moeten dan afspreken en elkaar opwachten. Fietspeletons maken door de lage kosten nog meer winst.

Technisch niet moeilijk, maar met grote winst voor zowel het milieu, de mobiliteit en sociale cohesie.

PS. Je zou de forensen elkaars aanwezigheid voor vertrek kunnen laten bevestigen door de telefoons tegen elkaar te laten tikken (zoals de Bump-app deed). Met een combinatie van de data via NFC, bewegingsensor, ip-adres, gps en een lijstje van bekenden met hun profiel kan je dan met zekerheid registreren dat ze fysiek bij elkaar waren.

PS2. Andere apps die op dezelfde telefoons staan kunnen meeliften op deze activiteit. Bijvoorbeeld door groepskortingen te geven of leuke groepsuitjes te verkopen. Provincies die bepaalde drukke knooppunten willen ontlasten kunnen extra beloningen geven via een eigen app. Milieuclubs en investeerders kunnen extra belonen door de groep milieupunten te laten sparen. Om je groep te vergroten kan je carpool- of andere datingsites en apps gebruiken.

Visie van de BOVAG op ‘Stad en Mobiliteit’

De belangenvereniging van 9000 ondernemers die zich met mobiliteit bezighouden, de BOVAG, heeft een advertentie ‘visie’ gekocht in een blad dat Sdu Focus heet. Het werd in oktober 2018 naar de abonnees van VNG Magazine, SC, Het Waterschap en TPC gestuurd in een oplage van 26.500 exemplaren.

Daarin zet Bertho Eckhardt, de algemeen voorzitter, uiteen wat gemeenten moeten doen “voor meer verkeersveiligheid, betere luchtkwaliteit en betere bereikbaarheid.” Dat zijn allemaal zaken waar iedereen voor is, dus dat is een mooie binnenkomer.

De oplossing is: “betere infrastructuur en in het stimuleren en faciliteren van gedragsverandering, niet in verbieden en bestraffen.” Lekker duur, duurt decennia om te realiseren en zal de 9000 BOVAG-leden geen omzet kosten.

De aanleiding voor de problemen zijn de toegenomen mobiliteitsvraag en noviteiten zoals de e-bike en de speedpedelec. “Omdat de infrastructuur niet meegroeit en niet mee-evolueert, raken steden meer en meer verstopt. Zowel op de rijbaan als op de fietspaden.”

Het is niet verbazend dat het verbieden van (vieze) auto’s of snorfietsen volgens Eckhardt niet de oplossing is. De strengere eisen die de EU aan auto’s stelt is al genoeg, milieuzones zijn overbodig! Op de langere termijn zelfs nul uitstoot!

Nee. De EU-eisen gelden voor nieuwe auto’s. En gezien het gesjoemel recent zijn de prestaties vooral mooi tijdens de testmeting of er aan de EU-eisen wordt voldaan. Oude auto’s die nu rondrijden worden niet schoner door de nieuwe die verkocht worden.

Als je het over de verhoudingsgewijs echt vieze snorfietsen hebt dan moet je echt wel verbieden omdat die dingen makkelijk decennia rondrijden. Een auto is al snel te duur om te repareren en dan doe je ‘m weg. Zeker met al die dure filtertechnologie en sjoemelsoftware aan boord. Eventjes een maandje niet rijden om ooit eens te repareren is geen optie. De vaste lasten wegen zwaar. Een snorfiets kost weinig om op de weg of aan te houden. Onderdelen zijn simpel en goedkoop, maandlasten te verwaarlozen. Alleen met verbieden krijg je die vieze rotdingen van de straat.

Eckhardt presenteert het graag alsof het totaal onlogisch is en onbegrijpelijk dat Amsterdam snor- en bromfietsen verbiedt: “Amsterdam introduceerde geen milieuzone voor auto’s, maar voor brom- en snorfietsen. En die snorfietsen mogen binnenkort ook niet meer op het fietspad. Volgt u het nog?”

Die dingen zijn juist zo vervuilend omdat het goedkope, simpele, oude technologie is. Door de oudste exemplaren er eerst uit te halen heb je al gelijk veel gezondheidswinst. Die rotdingen moeten juist van het fietspad af omdat de gemeente precies dat wil doen wat de BOVAG adviseert: “betere infrastructuur en het stimuleren en faciliteren van gedragsverandering.” De fietsinfrastructuur moet aantrekkelijk blijven voor fietsers en dat doe je door de snorfiets eraf te halen. De snorfiets onaantrekkelijk maken is de manier om gedragsverandering te stimuleren. Helm op en tussen de auto’s, waar dat veilig kan. Door de BOVAG hebben we die rottige en verkeersonveilige categorie ‘snorfiets’ gekregen. Maar opheffen kan inmiddels al niet meer omdat er 700.000 van verkocht zijn en de BOVAG er de komende jaren nog een paar honderd duizend meer van wil verkopen.

Met een snedige terzijde wil hij het beleid van Amsterdam ridiculiseren: “In de stadscentra van Rotterdam en Amsterdam ontwaren we van tijd tot tijd trouwens wel nog grote cruiseschepen die best veel stookolie verbruiken met bijbehorende fijnstofemissie, maar dat terzijde.” Appels en peren vergelijken. Dergelijke fijnstof wordt niet in je gezicht geblazen als fietser. De steden proberen ook van alles om die vieze schepen te weren, maar dat kan niet zo snel als de snorfietsen weren. Internationale verdragen over lucht- en zeevaart staan in de weg.

Gelukkig blijft de BOVAG vrolijk, optimistisch en constructief: “Dat er iets moet gebeuren, begrijpen we bij BOVAG maar al te goed. Maar dat dient wel consistent, efficiënt en effectief te gebeuren.” En wie kan er nou tegen consistent, efficiënt en effectief zijn?

Nou wil het geval dat de BOVAG al decennialang consistent, efficiënt en effectief bezig is om oplossingen tegen te werken. Die rottige snorfiets waar er inmiddels 700.000 van rondrijden (en nog decennia blijven doen) is maar één voorbeeld. Ook nu zijn ze duidelijk in hun strategie. Ze vragen om infrastructurele aanpassingen.

“Voor mobiliteit in de stad is de tweewieler, in welke vorm dan ook, in veel gevallen het meest ideale vervoermiddel en daar dient dus ook de ruimte aan geboden te worden die het toekomt.” Dat klinkt mooi, maar het duurt decennia om te realiseren. Ook ligt dat in handen van de lokale overheden die vaak ook helemaal niet zo heldhaftig zijn in het bieden van weerstand tegen de autolobby.

Dat is de BOVAG niet hoor, want kijk: “gezien alle geschetste ontwikkelingen zal menigeen zich toch afvragen of de kudde van heilige koeien in een stadscentrum in de huidige omvang kan blijven bestaan.” Maar als er milieuzones komen gaat de BOVAG wel steigeren. Dit is een mooi staaltje ‘meestribbelen’. In woord helemaal mee gaan, maar in de praktijk het tegenovergestelde doen.

De BOVAG is consistent met het vertragen van oplossingen. Ook nu weer door te vragen om aangepaste infrastructuur. Dat is super duur en moeilijk te realiseren, anders was het er al. Een verbod op vieze auto’s is bijzonder efficiënt (het hoeft alleen maar stand te houden bij de rechter) en daarna is het effectief. Maar dat is niet wat de BOVAG bedoelt. “Voor het stimuleren van elektrisch vervoer is het aan te bevelen meer oplaadpunten te creëren.” Zodat de BOVAG weer elektrische vervoermiddelen kan verkopen. Bijzonder effectief is het verder niet om de verkeersveiligheid, de luchtkwaliteit en de bereikbaarheid te verbeteren. Met openbaar vervoer, prettig lopen en gewoon fietsen kan je dat veel beter bereiken. Maar dat bepleit de BOVAG niet. Daar kunnen de 9000 leden niet goed aan verdienen. Nee, ze willen ruimte voor meer fancy tweewielers in de stad.

Lees de advertentie van de BOVAG vermomt als redactioneel stuk nog eens terug en huiver.

Voor Café Weltschmerz geïnterviewd door Rico Brouwer

Rico Brouwer heeft mij voor Café Weltschmerz geïnterviewd over petities en hoe ik graag de parlementaire democratie zou verbeteren. Het ging uiteindelijk weinig over de directere democratie uit de aankondiging volgens mij.

Het was in een kleine studio met vaste camera’s, erg prettig. Nu heeft 3% van de kijkers het een ‘like’ gegeven. Is dat veel?

Zelf ga ik ook petitionarissen over hun petitie op Petities.nl interviewen is het idee nu. Neem alvast maar een abonnement op het Café Weltschmerz-kanaal of de Café Weltschmerz-nieuwsbrief. Het project is vanuit de beeldende kunst bedoeld als een sociale sculptuur van de tijd waarin we nu leven.

Mogelijk een Europees petitierecht?

Het wordt misschien mogelijk om met een petitie iets op de agenda van het Europees Parlement te krijgen. In Europa is er nu namelijk geen normaal petitierecht. Alleen als het over de uitvoering van EU-regels door lidstaten staat kan je klagen. Parlementariërs willen graag in de bijbehorende commissie omdat het interessante werkbezoeken oplevert, voornamelijk in het oosten en zuiden van Europa.

Als je als burger iets voor wil stellen heb je geen formele ingang behalve parlementariërs aanschrijven of aanspreken. Dat schaalt niet op omdat er heel veel van zijn. Het merendeel spreekt jouw taal ook niet eens.

Er is hoop nu het parlement het ‘Europees burgerinitiatief‘ uit het Verdrag van Lissabon mogelijk wil opnemen in de huisregels. Het zou goed zijn om de initiatieven die er via dit kreupele instrument incidenteel binnenkomen bij de Commissie ook te bespreken in het parlement. Dit geeft deze vorm van participatie meer gewicht omdat de Commissie tot nu toe weinig inhoudelijks heeft gedaan met de binnengekomen initiatieven. Dit zou de Europese burger meer moeten motiveren om wat van zich te laten horen. Het veronderstelt wel een Europese ‘demos’ want 1 miljoen ondertekeningen verspreid over minstens 7 lidstaten zijn niet makkelijk om te verzamelen.

Lees verder bij de ECI Campaign waar ik namens Petities.nl ook deel van uitmaak. Een andere organisatie uit de directe democratie-hoek heeft dit persbericht geschreven over de recente ontwikkelingen.

Bestemmingsverkeer in Amsterdam, hoe dan? Met het kenteken!

Op 3 februari 2018 stond in NRC Handelsblad dat 280.000 auto’s per dag Amsterdam inrijden en dat worden er 400.000 in 2030 als we zo doorgaan. Meer light-rail is de oplossing zegt de wethouder.

In Het Parool van 9 augustus 2017 stond dat ‘de auto niet meer de baas is’ volgens de verkiezingsprogramma’s voor de verkiezingen van 21 maart 2018. Naar aanleiding daarvan schreef ik een voorstel op Amsterdam Centraal (ook gepubliceerd in Het Parool op 6 mei 2018) hoe je de stad alleen toegankelijk voor bestemmingsverkeer zou moeten maken. Daar kwamen reacties op en in onderstaand voorstel heb ik die verwerkt. De reactie van D66 raadslid Jan-Bert Vroege kan ik alleen verwerken door letterlijk te citeren:

De aanleiding voor deze insteek was de verbluffende argumentatie van een automobilist in Amsterdam: ‘ik mag Amsterdam inrijden, dus dan doe ik dat ook.’ Geen speld tussen te krijgen. Want inderdaad, waarom zou een enkeling zich inhouden? Alleen omdat het onbeleefd en ongewenst is? Bezoekers van de stad doen het omdat het kan, wat is het probleem? Volg de borden en je komt in hartje centrum uit… Dat moet anders!

Op 2 mei 2018 schijft AT5 over een onderzoek naar het autoluw maken van het centrum. Verkeer moet omgeleid worden over de hoofdwegen die dan groter moeten worden. Alsof het een natuurkracht is. Nee, begin eerst met preventie door ontmoediging. Van de 22 miljoen toeristen per jaar is de helft afkomstig uit Nederland. Die komen echt niet allemaal met de trein. Veel Nederlanders zien zelden een trein van binnen. De NS heeft 10 miljoen klanten en vervoert er 1,2 miljoen per dag. Voornamelijk steeds dezelfde. Als je al een auto hebt, dan probeer je daar Amsterdam mee in te rijden. Veel makkelijker! Vooral als je niet alleen gaat, maar als uitje met familie of vrienden. Een dagkaart straatparkeren kost €30  €45. Dat is in vergelijking met een toegangskaartje voor een echt pretpark goedkoop. Een parkeerticket à €15 per auto komt daar nog bovenop.

De oplossing is bestemmingsverkeer voor Amsterdam.

Bestemmingsverkeer (zoals gedefinieerd in RVV 1990, artikel 1e en beboet met €95 op grond van bord C12 en OB108) kan op grond van kentekens worden bepaald. We zijn al vertrouwd met het zogenaamde kentekenparkeren, vaak met een handige app op je telefoon. Het kentekenparkeren is een bestaand, betrouwbaar systeem dat al jaren 24/7 werkt zonder noemenswaardige problemen. Het is gebaseerd op een database met kentekens, het Nationaal Parkeer Register. Als je je met een app aanmeld om te parkeren wordt je kenteken daarin aangeleverd. Het is nu zelfs al mogelijk om via amsterdam.nl kentekens aan en af te melden om een korting te krijgen (met een zogenaamde bezoekersvergunning). Het bestemmingsverkeer-op-kenteken is een opschaling van deze bestaande functie. De gemeente bepaald welke kentekens geen boete krijgen voor het bezoeken van Amsterdam. Ze hebben een ontheffing op het verbod omdat ze bestemmingsverkeer zijn.

Hoe vul je de kentekens-database met bestemmingsverkeer?

De logische volgende stap is nu om het kentekenparkeren alleen mogelijk te maken op uitnodiging van een Amsterdammer of een organisatie in Amsterdam. In de simpelste variant loopt de Amsterdammer voor de bezoeker naar de parkeermeter waar die morgen in de buurt gaat parkeren en tikt het kenteken in. Gegarandeerde privacy, want degene die voor de bezoeker reserveert is onbekend. Iedereen kan het doen. Het kenteken is een dag later sowieso bekend bij het NPR omdat die gecontroleerd zal worden met onder andere scanauto’s.

In principe kan elke Amsterdammer voor iedereen een kenteken opgeven.

Voor extra gemak kunnen inwoners en in de stad gevestigde organisaties ook inloggen op aanmeldenparkeren.amsterdam.nl en een kenteken aanmelden via het web (registreren is vereist) of door 020-2150077 te bellen (een aangevraagde pincode is vereist) net zoals je nu ook al als bewoner voor bezoekers 50% parkeerkorting kunt regelen. Dat is dus de variant zonder privacy waarvoor je niet de straat op hoeft.

Bezoekers van de stad die door niemand uitgenodigd zijn kunnen dan tevoren wel een plaatsje in een parkeergarage reserveren. Die reservering is dan het bewijs dat ze ‘uitgenodigd’ zijn. De beheerder van de parkeergarage geeft de kentekens die horen bij reserveringen dan door aan de gemeente. Die krijgen geen boete.

Alle automobilisten die pardoes de stad inrijden krijgen dan een boete als hun kenteken niet bekend is.

Voor bewoners met een parkeervergunning maakt dit niet uit. De kentekens die horen bij parkeervergunningen zijn bekend. Hetzelfde geldt voor organisaties die ontheffingen hebben voor hun auto’s. Organisaties in Amsterdam kunnen de kentekens van hun wagenpark en hun forensende werknemers die op eigen erf parkeren (zonder parkeervergunning dus) doorgeven. Bewoners die op eigen erf of in eigen garage parkeren kunnen dat doorgeven voor zover bij het kadaster bekend is dat er autoparkeerplaatsen zijn op het erf.

‘Misbruik’ mag, zolang het niet opschaalt

Belangrijk is om het niet helemaal juridisch dicht te timmeren maar ook ruimte te laten voor Amsterdammers om dit op te rekken. Dat is geen probleem omdat het niet opschaalt. Grootschalig ‘misbruik’ kan de gemeente bestuderen aan de hand van data. De ‘grootverbruikers’ kunnen uitgenodigd worden voor een goed gesprek.

Als er bijvoorbeeld een grote winkel is die geautomatiseerd voor alle ‘klanten’ via de website een uitnodiging doorgeeft en dat dat onwaarschijnlijk veel kentekens oplevert dan krijgt die een quotum.

Het voelt misschien als fraude als je een heel ver familielid vraagt een kenteken in een parkeermeter in te tikken voor je bezoek, maar zolang het niet op hele grote schaal gebeurt ondergraaft het de maatregel niet. Ook kan je bij een bezoek aan Amsterdam alvast zelf voor de volgende dag reserveren. Een dagelijkse bezoeker kan dat zelfs elke dag als die weet waar die de volgende dag gaat parkeren. Kom je niet elke dag, dan moet je iets regelen voor de eerste dag van een reeks dagen.

Omdat het gekoppeld is aan een parkeermeter schaalt het niet. Je kan bijvoorbeeld wel je nichtje die in Amsterdam woont vragen om je kenteken op te geven. Maar als ze in de Rivierenbuurt woont en je wil in het centrum aan de gracht parkeren dan moet ze daar wel tevoren naartoe om in een parkeermeter bij je bestemming je kenteken in te tikken. Als ze het vergeet of verkeerd doet geeft de parkeermeter de volgende dag een foutmelding als je probeert te parkeren. Dan moet je alsnog bij haar in de straat parkeren in de Rivierenbuurt en met tram of haar fiets naar het centrum. En ze moet alsnog je kenteken doorgeven voor het parkeren bij haar in de straat. Dat kan wel achteraf een bepaald aantal keren. Maar daarvoor moet ze wel ingeschreven staan in het Amsterdamse bevolkingsregister. Als je de volgende dag ook in het centrum moet zijn kan je er wel je kenteken intikken om de volgende dag de auto op te halen in de Rivierenbuurt. Het kan, maar het schaalt niet op.

Een toerist die erachter komt hoe het werkt staat de eerste dag in de meeste gevallen wel beboetbaar op straat. Voor dagjestoeristen is dat onbruikbaar. Voor toeristen die meerdere dagen in de stad blijven is door de stad rijden ook lastig, want parkeren kan alleen in de buurt van de parkeermeter waarop een dag eerder een aanmelding is gemaakt. Een toerist die meerdere dagen in de stad verblijft kan overigens ook al aangemeld worden door het bijbehorende hotel voor al die dagen. Dat geeft de stad inzicht in hoeveel parkeerdruk een hotel oplevert. Airbnb-hosts en B&B-uitbaters kunnen het ook doen als service, maar ook dat zal niet opschalen. Als dat wel het geval is wordt het voor de stad zichtbaar en meetbaar. Als een Airbnb-host vaker dan 30 dagen per jaar een bezoeker aanmeldt is dat natuurlijk verdacht.

Welke bezoekers ontmoedig je hiermee?

Toeristen

De incidentele bezoeker van Amsterdam die er niemand kent heeft als enige uitweg een plekje in een parkeergarage te reserveren of buiten de stad te parkeren (misschien moet Lang Parkeren op Schiphol een extra verdieping en een metrohalte krijgen?)

Vier problemen door toeristen los je hiermee op:

1. Straatparkeren is nu te aantrekkelijk. Parkeren in een garage is duurder en meer gedoe waardoor toeristen liever op straat parkeren. Het is ook dichter bij de bestemming en minder eng. Parkeergelegenheid en (openbare) ruimte voor bewoners en hun bezoekers neemt daardoor wel af. Straatparkeren wordt zo praktisch geen optie meer voor toeristen.

2. Parkeergarages worden niet altijd volledig benut. Er zijn parkeergarages met overcapaciteit. Die zullen dan in ieder geval altijd helemaal vol staan met de auto’s van toeristen uit binnen- en buitenland die zonder uitnodiging de stad bezoeken. Garages kunnen dan ook hun prijzen op bepaalde tijden verhogen als de vraag daardoor niet afneemt. Bezoekers wijken dan eerder uit naar goedkopere lokaties, bijvoorbeeld een P+R, transferium of treinstation in de omgeving. Of ze komen met het ov. Door vroeg te reserveren kan je goedkoper uit zijn.

3. Overlast van bezoekers die op straat parkeren. Denk bij bezoekers ook aan het uitgaansvolk in het weekend dat ’s nachts langs de grachten parkeert. Maar ook de autoslapers die zo een hotel uitsparen. Het parkeren na middernacht is vaak wel gratis, maar de regel bestemmingsparkeer-op-kenteken geldt natuurlijk 24/7!

4. De file voor de Bijenkorfgarage. Die zal dan ook verleden tijd zijn. Als bezoekers ervoor moeten reserveren en geen reservering meer kunnen boeken heeft het ook geen zin om er naartoe te rijden. De garage zal mogelijk al weken tevoren ‘uitverkocht’ of heel duur zijn op drukke tijden. De Bijenkorf kan misschien een voorkeursbeleid voor eigen klanten invoeren.

Taxi-overschot

Door de liberalisering van de taximarkt zijn er veel taxi-chauffeurs, ook van (ver) buiten Amsterdam, die ervoor kiezen om in Amsterdam rond te rijden in de hoop klanten te vinden. Vooral ’s avonds laat en ’s nachts is er in Amsterdam meer te verdienen dan elders. Ze staan op allerlei plekken in de stad te wachten op klanten of rijden rondjes. Omwonenden klagen zich suf.

Met het bestemmingsverkeer op kenteken moeten ze een bestemming van de rit tevoren via de taxicentrale doorgegeven aan de gemeente. Centrales maken dan afspraken met de gemeente om dit te automatiseren. De bestemmingen van de taxi’s vallen dan samen met de rittenregistratie. Geen rompslomp voor die taxichauffeurs dus, ze merken niks en krijgen nooit boetes.

De taxi van elders (zeker de snorder en Ubertaxi), zonder zo’n taxicentrale die erop ingericht is, moet buiten Amsterdam wachten tot een klant het taxi-kenteken aan de gemeente wil doorgeven als gewenst bezoek. Amsterdam blijft formeel, juridisch (qua vrije markt) dus gewoon toegankelijk! Zolang de taxi maar bestemmingsverkeer is. Ook een in Osdorp wonende taxichauffeur heeft de binnenstad niet als bestemming, maar kan wel altijd in de eigen buurt parkeren (met een parkeervergunning of parkeergeld).

De taxistandplaatsen functioneren dan op dezelfde manier als de parkeergarages. Daar kan elke taxi van buitenaf een reservering voor maken, maar ze zullen snel vol zijn. Elke standplaats (en laden-lossenplaats waar ze ’s nachts mogen staan) moet dan ook een paal hebben waar de taxi-chauffeur zijn reservering elke 5 minuten op kan verlengen.

Een taxichauffeur kan natuurlijk ook een dag tevoren bij een parkeerautomaat in het centrum zijn of haar kenteken (laten) invoeren of een parkeerplaats in een garage reserveren om ongestraft rondjes te rijden, zogenaamd op weg naar die bestemming. Inwoners en organisaties in het centrum die de stad in forensen rond de tijd dat een taxichauffeur wil beginnen zullen een gratis rit kado krijgen in ruil voor een dergelijke uitnodiging als bestemmingsverkeer. Ook bevriende binnenstadsbewoners die altijd dezelfde taxichauffeurs beschikbaar willen hebben in de buurt zullen hierbij willen helpen. Dit is wel gedoe en een aantal taxichauffeurs zal afhaken.

Maar als het teveel taxichauffeurs toch blijft lukken om bestemmingsverkeer te worden en de overlast blijft, dan geldt deze bezoekersregeling niet langer voor blauwe taxikentekens. Alleen de rittenregistratie en standplaatsreservering geldt dan nog, als deze interpretatie van ‘bestemmingsverkeer’ voor de rechter stand houdt. Jurisprudentie moet dat uitwijzen.

De beperkte capaciteit van de standplaatsen zorgt er dan voor dat de meeste taxichauffeurs moeten afwachten tot het lukt er van buiten tussen te komen. Van buiten Amsterdam reserveren lukt alleen als er meerdere plaatsen vrij zijn, minstens 2 bijvoorbeeld. Als er maar 1 plaats vrij is dan kan een voorbijrijdende taxichauffeur die innemen en ter plekke bij de paal reserveren. Die plaats is dan niet op afstand te reserveren.

Touringcars

Touringcars kunnen ook effectief beperkt worden, ook buiten de binnenstad. Zomaar je vrachtje ergens uitladen kan niet langer. Een hotel kan wel het kenteken van een bus met klanten doorgeven. Sommige attracties willen dat misschien ook nog wel als de passagiers daadwerkelijk klanten worden. Maar een bus leeg laten lopen om ze rond te laten dwalen wordt heel lastig. De touroperator moet dan iets regelen met een lokale onderneming die daar iets voor terug wil zien. Een restaurant dat structureel veel bussen met toeristen ontvangt loopt in de gaten bij de gemeente. Gaan al die toeristen daar daadwerkelijk eten? Ook hier is de boodschap vooral preventief. Niemand kan nog zomaar de stad inrijden zonder dat tevoren goed te organiseren. Ondanks restricties doen touringcars dat nu wel want handhaving schiet tekort.

Autoslapers

Ook zijn er budgettoeristen die in hun auto op straat slapen om een hotelovernachting te besparen (of omdat de hotels vol zijn). Het probleem van de autoslapers is onuitroeibaar volgens Het Parool van 17 augustus 2018. Vaak gooien ze hun afval dan onder hun auto in plaats van in een vuilnisbak. Deze autoslapers krijgen voortaan ook een boete: klop-klop op raampje: “wakker worden, er is geen bestemming bekend voor uw kenteken, even de boete afrekenen!”  De parkeerautomaat had dezelfde waarschuwing al gegeven bij het betalen voor de parkeerplaats zelf. Als ze al begrijpen hoe het werkt, dan zouden ze zichzelf voor de volgende dag kunnen aanmelden. Ze zijn dan wel aan die buurt gebonden. Een beetje cruisen door andere buurten is geen optie. Of iemand fietst een dag tevoren een route om het kenteken in te tikken in parkeerpalen. Dat schiet niet op, schaalt niet.

Het is aan de exploitant van een parkeergarage om overnachten in een auto toe te staan. Misschien wordt het zelfs een nieuw parkeerproduct? Met een muntje voor een douche. Het zou de parkeergarage ’s nachts wel minder eng en onveilig maken als er ook toeristen in hun auto liggen te slapen en als campinggast op slippers rondsjokken.

De autofanaten

Lokaal verkeer dwars door de stad kan ook worden ingedamd. Alle Amsterdammers met een parkeervergunning kunnen natuurlijk zonder problemen naar huis rijden; hun kenteken is bekend. Maar buiten de eigen buurt parkeren kan ook lastiger worden gemaakt. Alleen je parkeergeld betalen voor je kenteken is dan niet genoeg. Een andere Amsterdammer die in de buurt woont of een onderneming heeft moet ook je kenteken doorgeven. Met vrienden in je auto een beetje gaan cruisen in het centrum om meisjes te kijken of je mooie/dure auto te tonen aan de wereld kan dan alleen zonder stil te staan, tenzij je een reservering in een parkeergarage hebt geboekt.

Het is in ieder geval geen maatregel die rijken bevoordeelt en armen benadeelt. Een mantelzorger heeft voorspelbaar parkeergedrag en geeft dat in één keer voor een langere periode door. Misbruik schaalt niet op omdat het gekoppeld is aan die ene parkeermeter. De welvarende bezoeker uit Laren ofzo betaalt de hoofdprijs voor een plekje in de Bijenkorf-garage. Of moet een werknemer, collega of kennis in de stad inschakelen. Maar die moet wel in de buurt van de bestemming wonen. Dat beperkt de schaal van die optie.

Scholieren en studenten

Scholen en universiteiten zullen alleen het kenteken doorgeven van scholieren en studenten die echt een auto nodig hebben voor hun studie. Om een groot werkstuk te verplaatsen ofzo. Krijgen ze het niet van school dan moeten ze klasgenoten die in de buurt van de school wonen vragen om de gunst. Ook hier geldt, het schaalt niet op. De scholier die in de buurt woont van de school doet het uiteindelijk alleen nog voor de beste vrienden of heeft er een dagtaak aan.

De half-lege witte busjes

Bij een telling in De Pijp bleken er heel veel witte busjes van ondernemers half-leeg rond te rijden. Zeg maar de toko die zelf een paar kratten met verse groenten inkoopt bij de groothandel. De voor de winkel geparkeerde bus fungeert ook als opslag voor lege kratten en wat niet in het magazijn past. Moderne stadslogistiek vereist dat een leverancier een uitgekiende route rijdt, niet dat iedereen zijn eigen spullen ophaalt met een eigen auto. De groothandel gaat geen kentekens van veel klanten verzamelen en doorgeven aan de gemeente, liever verkopen ze de eigen bezorgdiensten. De chef die zijn eigen inkopen bij de leverancier wil keuren kan gewoon op de fiets en het laten bezorgen of meenemen op de fiets. Sommige ondernemers zullen buiten de gemeentegrenzen inkopen gaan doen en naar hun winkel rijden waar ze een parkeervergunning bij hebben als ondernemer. De tijdverspilling zou ze aan het denken moeten zetten…

Extra voordelen

Schreef iemand op twitter. Inderdaad. De lokale middenstand heeft er baat bij. De kroegbazen, antiquairs, buurtcoffeeshops, stripboekenwinkels en wat niet al kunnen er klanten uit de provincie mee binden. Maar dat zal per definitie geen grote schaal bereiken omdat ze geen moeite doen voor degenen die niet ook als klant binnenkomen.

In theorie kan iemand die de hele dag over straat zwerft met een telefoon er bescheiden geld mee verdienen. Kenteken uit een berichtje overtikken in de gewenste parkeermeter, foto van het schermpje van de parkeermeter met de bevestiging erop terugsturen en dan een tikkie versturen voor een klein bedrag. Ook hier geldt, het schaalt niet.

Ondernemers kunnen nog steeds klanten en leveranciers ontvangen, zolang ze maar kentekens en tijden invoeren. Een middenstander zal dat met plezier doen voor trouwe klanten, maar een winkelketen in de Kalverstraat gaat en kan zoiets niet doen. Mocht zo’n winkel het parkeren voor iedereen die een shirtje van een paar euro koopt ook mogelijk maken dan wordt die ondernemer snel tot de orde geroepen. De gemeente kan grootverbruikers goed monitoren en eventueel op rantsoen zetten. Leveranciers komen wel tot afspraken met klanten en zullen het melden van kentekens, met hulp van de gemeente, kunnen automatiseren.

Daarnaast wordt de bereikbaarheid van ondernemers groter. Bezoek moet tevoren wel even het kenteken doorgeven, maar het parkeren zelf is makkelijker omdat er minder op straat geparkeerd wordt. Er zijn vaker lege parkeerplaatsen!

Parkeerplaatsen kunnen worden opgeheven, maar pas als die structureel leegblijven. Of minstens gebruikt worden voor laden/lossen.

Ook word je als Amsterdammer gewild. Verre familie weet je plots te vinden.

De gemeente kan per parkeermeter ook de parkeerdruk voor de volgende dag voorspellen. Bekend is wie er daar willen parkeren en wie er al met een vergunning staan. Een parkeerautomaat zou zelfs kunnen weigeren om te reserveren voor een plaatsje omdat het er te druk wordt. Probeer een andere parkeermeter.

Handhaving

Handhaving kan ook grotendeels geautomatiseerd zijn, gekoppeld aan de bestaande handhaving voor kentekenparkeren. Maar als iemand met een buitenlands kenteken zonder bestemming de stad in rijdt kunnen ze al snel een scootertje van handhaving achter zich aan krijgen. Zet als extra service buiten de stad voor de zekerheid maar wat billboards in de weilanden langs de snelweg om in alle talen te waarschuwen: Reserveer een plek in een parkeergarage, want anders mag je nergens parkeren!

Geparkeerde auto’s die niet uitgenodigd zijn kunnen makkelijk gehandhaafd worden. Bij de kentekencontrole kan er gelijk een handhaver naartoe gestuurd worden die de auto desnoods afsleept. Vooral bij buitenlandse kentekens noodzakelijk, anders kunnen ze ontsnappen aan het betalen van de boete.

De handhaving hoeft ook niet 100% dekkend te zijn. Als je maar een redelijke en aannemelijke kans hebt op een boete als je pardoes de stad inrijdt. Dat houdt het gros van die 22 miljoen bezoekers wel op afstand als ze de borden goed begrijpen.

De bezoeker van de stad die de A10 afrijdt of er onderdoor rijdt staat bij veel plekken nu al voor een stoplicht te wachten. Daar komt dan een paneel naast te hangen met de kentekens met een ontheffing die het centrum in mogen. Kentekens waarvoor geen ontheffing bekend is krijgen iets verderop op een ander paneel de waarschuwing om te keren of een boete van €95 te riskeren.

Onuitgenodigd

Mocht je toch onuitgenodigd de stad in zijn gereden dan is er geen probleem als het gerechtvaardigd is; je iemand bezoekt. Als je bijvoorbeeld spontaan op bezoek besluit te gaan, dan kan de Amsterdammer waar je op bezoek bent gelijk doorgeven dat je genodigd bent. Als er technische problemen zijn (website ervoor is down, telefoonbatterij is leeg) dan kan je ook een brief met handtekening sturen of bellen en je identificeren. Wel gelijk doen, dan is er nog tijd genoeg om de boete tegen te houden. Vòòr de boetes worden verstuurd wordt nog even gecontroleerd of er nog wat nameldingen zijn gekomen de week erna. Zo’n procedure is bedoeld als vangnet, dus je kan het niet consequent gebruiken. Door zo’n maatregel kan het niet opschalen maar werkt het voor de meeste mensen prima. Geef als stad ook genereus verzoeken om ontheffing toe als men de moeite neemt het tijdig en gemotiveerd en met bewijsmateriaal te melden: “en die avond was het einde van onze relatie. Maar ik was wel op de bonnefooi met de auto naar Amsterdam gekomen! Zoals eerder, zie mijn aangehangen parkeerbewijsjes.” Alleen niet vaker dan 10 keer per jaar een smoesje per persoon. Dan schaalt het niet en hou je de massa aan bezoekers tegen. Het maakt het wel een vriendelijker maatregel die stand houdt voor de rechter.

Privacy bij correctie-uitnodiging

De Amsterdammer die zijn/haar privacy wil beschermen bij een melding achteraf kan tevoren een lijst TAN-codes aanvragen om in dergelijke noodgevallen in combinatie met het kenteken op de parkeermeter in de buurt in te typen. Als iemand zo’n lijst doorverkoopt is het niet zo’n probleem want het schaalt niet. Ook werken die TAN-codes alleen bij een bepaalde parkeermeter. Je krijgt als inwoner maar één keer per jaar een aantal TAN-codes om op te maken. Evenveel codes als je per jaar bezoekers achteraf mag melden via amsterdam.nl. Als je ze via internet verhandelt worden ze ongeldig gemaakt en geeft de parkeermeter een foutmelding.

Auto niet in winkelcentra

Hij schreef onder andere: “Een gezonde binnenstadeconomie vraagt juist om stedelijkheid, dynamiek en levendigheid. Juist die levendigheid staat in veel stadscentra door winkelsluitingen onder druk.” en de remedie is “Juist het gedoseerd toelaten van auto’s in winkelstraten en centrumgebieden kan bijdragen aan het herstel van de binnenstadseconomie.”
Maar natuurlijk niet! Maak van de leegstaande winkels (tijdelijke) werkplekken voor de (tele)werkers die op fietsafstand wonen en nu thuis in hun studeerkamer zitten.
  • Even de stad infietsen naar je (laptop)werk. Hoeft niet altijd, wanneer je zin hebt.
  • Gelijk wat verse boodschappen mee terug nemen.
  • Lekker en goed lunchen ergens.
  • Vanaf terrasje een belronde afwerken.
  • Fijn onder de mensen!
Nu gaat deze zelfde werknemer met de auto wekelijks de boodschappen inladen of bestelt online.
  • Geen tijd om naar speciaalzaken te gaan,
  • komt niet in verleiding om kwaliteit te kopen.
  • Nee, boodschappenlijstje afwerken, shoppen op prijs

en dan meer tijd voor recreatie/ervaringen! Zoals met de auto naar een echt fijn, historisch centrum om daar… op een terrasje te hangen, winkelen in speciaalzaken enzo.

Huren van de winkels daar stijgen verder, fijne winkels verdwijnen, ketens komen ervoor in de plaats. Inwoners boos.

Dualisme is het antwoord op populistische identiteitspolitiek

Paul Scheffer betreurt afgelopen weekend de opkomst van ‘one-issue’ partijen en het verdwijnen van georganiseerde meerderheden zoals grote politieke partijen. Door deze afbrokkelende gezamenlijkheid steekt de discussie over ‘identiteit’ en de bijbehorende identiteitspolitiek de lelijke kop op. Dat mag niet ten koste gaan van het denken in termen van het algemeen belang voor een natie. Geen verdeelde natie maar één waar merites, de plek waar je geboren bent, wat je gelooft en je leeftijd niet verdelend zijn. Ook het milieu moet niet aan het kortste eind trekken.

Even goed kan je de versplintering van het politieke landschap waarderen als hoopgevend bewijs van de emancipatie van de burger. De burger wordt juist beter vertegenwoordigd dan tijdens de verzuiling. Daarnaast moet ook een moslim-, ouderen-, groene, dieren- of zwarte partij vanuit het algemeen belang handelen. Alleen al omdat ze gezamenlijk in één vergadering tot beslissingen moeten komen. Doen ze dat niet, dan nemen anderen dat wel over. Hun achterban bepaalt bij de volgende verkiezingen wel of ze daarmee akkoord gaan.

Scheffer maakt zich vooral zorgen om de onbestuurbaarheid van het land lijkt het. Vertegenwoordiging en bestuur gooit hij heel slordig op één hoop en de directe democratie die hij kiest als uitweg is zo mogelijk nog slordiger. Alsof referenda en gekozen burgemeesters elders niet al bestaan. Toch zijn de problemen daar minstens zo sterk. In presidentiële systemen zijn de problemen eerder erger. Juist doordat we in Nederland maar één district hebben wordt een algemeen belang van de natie afgedwongen, de minderheden komen nationaal samen en worden niet op districtsniveau weggestreept.

Staatsrechtelijke hervormingen zijn dan ook niet nodig omdat het bij elke verkiezing béter gaat met de representatie van de burger. De rare ongeschreven praktijk van coalitievorming vergt wel een grotere flexibiliteit om recht te doen aan de huidige omstandigheden. Het doorzetten van dualisme is bestuur is daarom de uitkomst. Dat wil zeggen dat we kundige bestuurders nodig hebben die hier bij passen. Laat de bevolking ze niet direct kiezen omdat dit suggereert dat de bestuurder een representatieve functie zou hebben. Ook is er een groot risico dat je bestuurders krijgt zonder ‘popular vote’ die allesbehalve het door Scheffer bepleitte algemeen belang voor ogen hebben: een Trump of een Le Pen.

Het is de bestuurder die gekozen wordt door de volksvertegenwoordiging die de open samenleving moet verdedigen tegen populistische minderheden. Omdat de plenaire volksvertegenwoordiging de bestuurders kiezen gebeurt dit maximaal democratisch, door het hele, gerepresenteerde, volk.

Als die populistische minderheden af en toe een meerderheid worden dan kunnen de minderheden de bestuurder wegsturen mocht die populistisch en onverteerbaar zeggen namens ‘het volk’ te handelen. De dualistisch getalenteerde bestuurder komt tot beleid in overleg met de volledige volksvertegenwoordiging. Met respect voor alle minderheden, inclusief de populistische. Een partijpolitieke kleur is dan een handicap die bestuurders ongeschikt maakt. Dat is de bittere pil die de bestuurderspartijen moeten slikken de komende tijd. Dat de meeste fractievoorzitters van de coalitiepartijen Kamerlid zijn gebleven is hoopgevend wat dat betreft.

Het politieke bestel is in Nederland juist perfect toegesneden op de noden van deze tijd. De politieke partijen bewegen ook pragmatisch mee. Een traag gerealiseerde coalitie met vier partijen en een krappe meerderheid heeft geen toekomst en zal waarschijnlijk niet nog een keer lukken.

Bestuurders die niet aan partijen zijn gebonden en in continue overleg met permanent wisselende meerderheden beleid realiseren zijn acceptabel voor de breedst mogelijke coalitie die je kan bedenken: de hele Tweede Kamer. Wat het algemene belang is staat dan elke dag ter discussie in het parlement. Juist door die discussie niet te ontduiken met het vormen van een langdurige coalitie met een regeerakkoord wordt iedereen daar, via hun al dan niet populistische volksvertegenwoordiger, bij betrokken.

De bom is al lang geleden  gebarsten, het herstel van ons bestel is al volop gaande voor wie het wil zien. Scheffer kijkt ernaar maar ziet het niet.

Totaalverbod op snorfietsen

Op zaterdag 23 december 2017 publiceerde Het Parool een brief van mij in de lezersrubriek ‘Het Hoogste Woord’, als laatste woord onder twee brieven erover. Dit is de lange versie, de tweede alinea (en nog vier zinnen) zijn niet gepubliceerd.

Parool, Het Hoogste Woord 23 december 2017

 

Het Parool baseert zich op de beschikbare cijfers in een stuk over de ongelukken met snorfietsen. Maar veel ongelukken worden niet geteld omdat ze ‘onzichtbaar’ zijn. Bij een typisch ongeluk stoot een scooter een fietser aan bij het inhalen. De fietser gaat tegen de klinkers, maar het geluid daarvan komt niet uit boven die van de scooter. Getuigen ontfermen zich gelijk over de fietser en de scooter is nietsvermoedend de straat al uitgereden. Er is geen blikschade en het is zinloos om de politie erbij te halen. De fietser heeft de scooter alleen gehoord en niet eens gezien! De fietser gaat daarna met letsel naar huisarts of eerste hulp. Soms pas veel later omdat dan pas blijkt dat er (ook) intern iets mis is.

 

(Er lopen veel Amsterdammers rond met anecdotes dat ze iemand kennen die een paar maanden de ziektewet in moest door een scooter. Menigeen kan een litteken tonen. Dergelijke verhalen hebben weer een afschrikwekkend effect bij zwakkere fietsers. Oudere fietsers voelen zich onveilig en minder kinderen mogen van hun ouders fietsen. Vooral dat laatste is heel slecht voor de volksgezondheid omdat je op jonge leeftijd moet leren fietsen. Jong geleerd, oud gedaan.)

Een scooter hoeft overigens niet eens (te) snel te rijden om slachtoffers te maken. Sneller dan een fietser is genoeg om slachtoffers te maken. Zo is ook de minderheid van ‘brave’ scooteraars een gevaar als ze inhalen. Door de bekende anecdotes over alle aanvaringen met scooters (ook de vele, vele bijna-ongelukken) is het geluid van een snorfietser achter je al genoeg om je niet veilig te voelen. (Dat stuurt kwetsbare fietsers van het fietspad, het is domweg niet meer de veilige plek op de weg.)
De jij-bakken van snorfietsers aan het adres van fietsers zijn potsierlijk. Ze klagen over fietsers, maar ze weten niet dat op bumperkleven €190 boete staat (feitcode 005) en claxonneren zonder dat er levensgevaar is €60 (code 419). Op de smalle fietspaden dienen ze op gepaste afstand achter de fietsers te blijven rijden. Ja, dat schiet niet op natuurlijk en dan heb je niets aan je snorfiets. (Neem dan ook een brommer of ga fietsen!)
Overigens hoeven snorfietsen niet tussen de auto’s waar het gevaarlijk is. Dat is de conditie van de nieuwe maatregel. Het wordt nog een (dure) puzzel met verkeersborden en verbouwingen van de straat. (De snorfietsban voor Amsterdam die de inzet is bij de verkiezingscampagne zou een veel betere oplossing zijn. Zo’n totaalverbod is vooral veiliger voor snorfietsers omdat ze dan over moeten stappen op bromfiets of fiets.) Uiteindelijk is het landelijk opheffen van die problematische verkeerscategorie de oplossing. (Teken de petitie op eindesnorfietscategorie.petities.nl)
Reinder Rustema
woordvoerder actiegroep Geef het Fietspad Terug!