RAI Vereniging verkoopt ons elektrische meuk

De RAI Vereniging komt op de voorpagina op voor de fietser en voetganger, dat is iets nieuws. Geef ze meer en eigen ruimte, 30 kilometer in steden, wat krijgen we nou?

Maar dan komt de aap uit de mouw. De industrie wil niet zozeer dat we gaan lopen en fietsen, maar wil ons vooral meer meuk verkopen. Elk huishouden heeft al minstens een auto immers. Gelukkig is er nu een markt voor ‘innovatieve e-vervoermiddelen’. Want gewoon lopen en fietsen gaat niet snel genoeg, we moeten sneller. Koop een gadget met een batterij zodat je zònder te lopen of te trappen snel door de stad kan! 

Ik heb nieuws. Bewegingsarmoede is net zo erg als verkeersonveiligheid. Combineer al die ellende met ongezond en teveel eten dat we van een àndere industrie in de maag gesplitst krijgen en dan krijg je vlek op vlek. Ingesmeerd door reclame en pr. 

Re: Amsterdam maakt ruimte

Op dinsdagavond 3 oktober presenteerde de wethouder het koersdocument ‘Amsterdam maakt ruimte’. Al lezen maakte ik gelijk wat associaties.

Groei

Ontstuimige groei van Amsterdam. Maar dat betekent ook dat veel van die inwoners werken in Amsterdam. Dat er grote werkgevers zijn die profiteren van die concentratie van werknemers. Maar die winsten worden nu niet gebruikt voor het verbeteren van Amsterdam, vaak gaan ze naar aandeelhouders elders. Als er al belastingen zijn voor de grote onderneming in belastingparadijs Nederland dan gaan die via inkomstenbelasting, btw en dergelijke naar de nationale schatkist. Via een herverdeling gaan die opbrengsten terug naar het hele land. Terwijl die concentratie van mensen in een stad hogere uitgaven vergt voor perfect openbaar vervoer. Ze moeten dus lokaal belast worden zoals in Île de France. Daar kunnen de hoge exploitatiekosten van het ov mee betaald worden, want zij zijn de grote financiële profiteurs van de stad.

Zonder openbaar vervoer geen leefbare stad

Zonder collectief vervoer van menselijke lichamen kan een grote stad niet goed functioneren weten we door voorbeelden uit het buitenland. En dan niet over straat, want daar leven en verblijven we. Dat moet onder de grond, boven de grond of via corridors waar fietsers en voetgangers onderdoor gaan (zoals in Zuidoost). Met de fiets ging het nog lang goed in Amsterdam, maar dat zal ook zijn grenzen bereiken. Zeker door snelheidsverschillen tussen fietsen. Al die fietsen kunnen ook niet in de openbare ruimte staan, ook niet op de parkeerplek van auto’s. Fietsen moeten dus ook binnen overnachten en niet buiten staan. Auto’s staan 23 van de 24 uur stil, dat zal met fietsen wel ietsjes beter zijn maar toch staan ze voornamelijk stil. Openbaar vervoer niet, dat blijft maar circuleren.

Welke auto’s in de stad?

De grootste tegenstanders van een autoluwe stad zijn de professionele automobilisten. Die hebben een doel. Tegelijk zijn die ook via hun werkgever te disciplineren en te organiseren. Logistieke routes kunnen verplicht worden met venstertijden, maximaal gewicht, zero-emissie, toeristenbussen hebben nu al allerlei restricties gekregen, taxi’s mogen op trambanen maar niet alle taxi’s mogen dat, de zwaailichtensector mag overal rijden (en sneller dan de rest). En natuurlijk rijden de chauffeurs in het openbaar vervoer veel in de stad en moeten zich aan regels houden. Trams kunnen niet eens naast de rails rijden, helemaal mooi.

Als er perfect openbaar vervoer is dan kan je ook niet meer volhouden dat je een auto in de stad nodig hebt. Ja, misschien wel om een bestemming buiten de stad te bereiken, maar neem dan eerst het collectief vervoer en gebruik de auto voor dat laatste moeilijke stuk.

Ook degenen die slecht ter been zijn en nu de auto overal voor nodig zeggen te hebben zijn veel beter af met perfect openbaar vervoer. Want ook als je alleen kan rollen of schuifelen is ov dan mogelijk. Maar voor een deel blijft maatwerk nodig, maar die worden dan gereden door een professionele automobilist (nu heet dat het aanvullend openbaar vervoer). Die kan ze dan aan de rand van de stad in een (aangepaste) deelauto helpen voor de rest van de reis de provincie in.

Parkeergarages voor fietsen in plaats van auto’s

We hebben nu veel te veel parkeergarages voor auto’s in Amsterdam. Die zouden heel goed ruimte kunnen bieden voor fietsen van buurtbewoners als die niet meer op straat mogen overnachten. Daar is dan een markt voor. Gemeentelijke parkeergarages kunnen heel veel fietsen herbergen. Zie hoe de fietsenstalling onder De Hallen is omgebouwd. De autoparkeergarage heeft plaatsen ingeleverd voor de aanvankelijk miniscule fietsenstalling.

Wat gaan de rijken doen?

Gaan rijke Amsterdammers met het openbaar vervoer in de toekomst? Waarschijnlijk wel vaker dan nu, maar zij hebben het geld om dan professionals in te huren. Ze zullen dus een chauffeur met een vergunning voor rijden in Amsterdam inhuren om hun auto tot aan de voordeur te rijden en weer de stad uit te rijden naar een garage ergens daar. Want hopelijk lukt het in de toekomst om garage’s onder, achter en in de grachtenpanden verplicht tot woonruimte of fietsenstalling te maken. In ieder geval kunnen ook zij niet kris-kras door Amsterdam cruisen met een eigen auto, ze moeten via de ring. Ze moeten zich laten rijden en de auto kan in de stad nergens parkeren. Alleen als ze een taxi nemen kunnen ze de stad doorkruisen. Maar als openbaar vervoer voorrang krijgt op taxi’s en ook nog eens goedkoper dan ben je niet slim bezig om een taxi te nemen.

Verslaafd aan parkeergeld

Een belangrijk obstakel voor fundamentele veranderingen zijn de enorme inkomsten die Amsterdam uit parkeergeld haalt. Uit de parkeermeter en uit parkeervergunningen. Toeristen betalen ook grif de hoge bedragen als een soort entree voor het pretpark. Het heffen van parkeergeld (ver) buiten het centrum kan het opheffen van parkeerplaatsen in het drukke centrum financieel compenseren en tegelijk het autobezit daar verlagen zodat er minder auto’s door de stad rijden. Maar dan moeten die wijken ook perfect openbaar vervoer ervoor terug krijgen. Dat is nu niet zo. Daarom is het zo belangrijk om de grote werkgevers te laten meebetalen aan perfect openbaar vervoer. Ook moet het openbaar vervoer zo min mogelijk afhankelijk zijn van kostbaar personeel. Geautomatiseerde metro’s dus en misschien ook geautomatiseerde trams en APMs op routes die geen ander verkeer kruisen.

E-biker, pas je snelheid aan of vermijd het fietspad

NRC, maandag 25 september 2023 of kopie

Hard fietsen is heel aantrekkelijk. Voor gewone fietsers die hun actieradius en snelheid willen vergroten met een e-bike. En ook voor snor- en bromfietsers die op een e-bike zónder verplicht bromfietsrijbewijs, verzekering of helm schoon kunnen rijden. Op de fatbike kun je ook nog een passagier achterop meenemen.

Maar onze fietspaden zijn niet toegerust op zo veel snelle fietsers. De fietspaden zijn smal en overvol in de spits – en het verschil in snelheid tussen gewone fietsers en e-bikers veroorzaakt ongelukken.

Een helmplicht voor e-bikers, zoals sommigen als oplossing voor dit probleem bepleiten, is niet het antwoord. E-bikers moeten gedwongen worden te kiezen: óf ze gaan hard en rijden op de auto- of brommerbaan, óf ze gaan langzaam, op het gewone fietspad, dat voor langzame fietsers blijft. Want niet iedereen heeft het in zich of heeft de behoefte om hard te fietsen.

Verbreden

Lokale wegbeheerders hebben nu alleen de mogelijkheid om fietspaden te verbreden, soms zelfs zo breed als de rijbaan. Maar daarmee vergroot je juist weer de snelheidsverschillen tussen fiets en e-bike. Dan gaan de e-bikers nóg harder.

Dat je op basis van snelheid voertuigen fysiek moet scheiden, is een Nederlandse uitvinding die inmiddels ook internationaal is aangeslagen. Steeds meer landen omarmen het oer-Hollandse fietspad. Alleen worden daar elders grote ideologische gevechten over gevoerd. In Nederland werden de eerste fietspaden aangelegd om de eerste automobilisten niet in de weg te zitten. Een eeuw geleden moest je ‘in je hokje met die fiets’ totdat je zou overstappen op het vervoersmiddel van de toekomst: de auto.

De helmplicht voor de snorfietser maakt de e-bike weer populairder

Zo groeide in de luwte een mooi netwerk van uiteindelijk 37.000 kilometer fietspad. De fietser bleef fietsen, juist omdat het veilig kon op fietspaden. In de jaren zeventig bleek, na de nodige protesten, dat die fiets toch een blijvertje was. Fietspaden worden sindsdien redelijk vanzelfsprekend ingepast in de infrastructuur. Heel veel automobilisten zijn zelf ook fietser waardoor je er niet voor hoeft te vrezen dat beledigde automobilisten je van de weg drukken. Fietsen is handig, gezond en goedkoop.

Steden- en wegenbouwers hebben dit gegeven dankbaar gebruikt om het land in te richten. Ik ken voorbeelden van immigranten vanuit Noord-Amerika die louter om de compacte en leefbare inrichting van Nederland hier naartoe verhuizen. Ze geven hun continent op omdat het een onbetaalbare infrastructuur heeft met grote huizen, grote afstanden en een zielloze, onleefbare openbare ruimte zonder mensen als gevolg. Een auto-ongeluk of een protest van extremisten geeft daar je grootste kans om een oploopje van tientallen mensen op straat te kunnen zien. Je komt moeilijk iemand tegen buiten.

Wonderlijk genoeg maken al die fietspaden Nederland ook tot een van de beste autolanden ter wereld. Mooie wegen en relatief weinig opstoppingen. Ook veel automobilisten pakken de fiets voor een boodschapje in de buurt en dat geeft ruimte. Fietsen kán hier ook altijd, want megawinkels met megaparkeerplaatsen wordt het hier moeilijk gemaakt en fietspaden zijn geen eigenaardigheid in de bebouwde kom maar een volledig netwerk.

Ons hokjesdenken heeft een hele gereedschapskist opgeleverd met maatregelen om auto’s af te remmen in woonwijken – drempels en versmallingen – en zoveel mogelijk naar de snelweg te sturen. Alleen de gevaarlijke provinciale wegen met lintbebouwing blijven een zorgenkindje.

Rebels imago

Maar dat netwerk van fietspaden is zó aantrekkelijk dat iedereen erop wil, ook met grote snelheid. Zo ontstond tegelijk met de opkomst van de fietspaden de unieke bromfietscultuur in Nederland. Er kleefde ook vaak een rebels imago aan, misschien omdat het een soort van vals spelen was: fietsers inhalen. Het hokje van de fietser werd maximaal opgerekt om met autosnelheid overal te komen.

De snelheidsverschillen met zowel fiets als auto maakt de bromfiets tot op vandaag het gevaarlijkste vervoermiddel en een hoofdpijndossier voor de wetgever. De helmplicht in de jaren zeventig bracht weer de ‘snorfiets’, zonder helmplicht, op de weg. Toen de bromfiets vanaf 1999 ook niet meer op gewone fietspaden mocht, werd de snorfiets nog populairder. De helmplicht voor de snorfietser, sinds 1 januari, maakt de snelle, dikwijls opgevoerde, e-bike weer populair.

Toch is een helmplicht voor e-bikers niet de oplossing voor de vele ongelukken. Als je zonodig met je e-bike op een gewoon fietspad wil, moet je langzamer rijden.

De snellere e-bike past tussen het autoverkeer op de rijbaan in de bebouwde kom. Alleen op het brede bromfietspad langs de provinciale weg mogen dan alle soorten fietsers op het fietspad, zolang de snelheid op de rijbaan niet verlaagd wordt.

Het is technisch ook mogelijk om een e-bike ‘af te knijpen’. Een oranje voorspatbord met apk-stickertje zou dan kunnen aangeven dat dit volgens de regels is gedaan en waarschuwt anderen ook voor die e-bike, zonder helmplicht. Zo’n waterscheiding in e-bike-land dwingt iedereen te kiezen voor het juiste tempo: met de gewone fietsers of harder.

Reinder Rustema is lid van de actiegroep Geef het Fietspad Terug!

Veel autoverkeer in Amsterdam door Amsterdammers

Van ambtenaren hoorden we dat veel autoverkeer in Amsterdam veroorzaakt wordt door Amsterdammers (en van taxi’s, maar dat is een ander verhaal). Zie dit kentekenonderzoek. Veel minder van toeristen en dagjesmensen dan je zou verwachten. Dat zijn de groepen waar Amsterdammers aan denken als ze de auto in de stad willen beperken.

Hoe kan dat? Want weinig Amsterdammers bezitten een auto. En daar moet je ook nog een parkeervergunning voor bemachtigen. Daarvoor moet je jaren op een wachtlijst.

Maar het is niet zo heel verbazend, want we weten ook dat veel autoritjes niet voor de grote afstanden zijn. Vooral afstanden die net iets te ver zijn om te lopen. Gemiddeld is een autoritje 7,5km ofzo. Dus die minderheid van autobezitters in Amsterdam, daarvan pakt een deel dus vaak de auto. Tsja, dat ding heb je toch al betaald en de kosten van een kort extra ritje zijn te verwaarlozen.

Gelukkig hebben we de torenhoge parkeertarieven die dat verhinderen! Dacht ik altijd, u misschien ook. Maar wat blijkt. Je kan in hele grote gebieden parkeren met je bewonersvergunning. Ik kon er geen kaartje van vinden, maar ik heb op https://www.amsterdam.nl/parkeren/parkeervergunning/parkeervergunninggebied-opzoeken/ zomaar wat adressen geprobeerd die ik pakte uit de uithoeken van de kaart met vergunningsgebieden op https://kaart.amsterdam.nl/parkeervergunninggebieden (wel het derde checkboxje ‘Vergunninggebieden 2023’ kiezen).

Met een parkeervergunning voor:

  • West-7.1 Fannius Scholtenbuurt mag u parkeren in West-7.
  • Centrum-2a mag u parkeren in Centrum-2.
  • Centrum-2b mag u parkeren in Centrum-2.
  • Centrum-2g mag u parkeren in Centrum-2.
  • West-11.3 mag u parkeren in West-11.
  • Zuid 3.1 De Pijp Noord mag u parkeren in Zuid-3 en Zuid-4.
  • Zuid 4.3 Veluwebuurt mag u parkeren in Zuid-3 en Zuid-4.
  • Zuid 4.2 Rivierenbuurt Zuid mag u parkeren in Zuid-3 en Zuid-4.
van de Peelstraat 83, 1089 RN naar de Ruysdaelkade 11, 1072 AG is 3,5 à 4km
van de Sarphatikade 12, 1017 WV naar de Vierwindenstraat 10, 1013 LA is 6 km.

Dat zijn enorme afstanden. Dat je ook in de omliggende straten rond je huis mag parkeren om een parkeerplaats te kunnen vinden, dat is redelijk. Maar je gaat echt niet 6 kilometer verderop parkeren en naar huis lopen, fietsen of met de tram.

En zo rijden Amsterdammers met een parkeervergunning makkelijk de stad door, binnen hun vergunninggebied. Voor winkelen, visite en recreatie. Geef ze eens ongelijk! De kosten van een tramritje zijn hoger dan de variabele kosten van het autoritje. Fietsen is vooral een alternatief als je geen auto hebt of als je niet graag met je auto in de stad rijdt. Of als je haast hebt natuurlijk. Heb je de tijd, rij je graag in je auto dan is het leven goed met een bewonersparkeervergunning. Bijvoorbeeld als je er voor Centrum-2 eentje hebt. Voor elk wissewasje een rondje over de grachten…

Hoe stort ik contant geld bij Triodos?

Dat kan niet! De reden die de bank daarvoor geeft is een vreemde:

Je kunt geen contant geld storten (…) Triodos Bank is een digitale bank en heeft geen filialen.

Dat stopt andere banken niet om filialen op te doeken terwijl ze contant geld nog steeds mogelijk maken. Daar hebben ze samen de gele ‘Geldmaat’ geldautomaten voor sinds 2019. Bij een deel daarvan kan je ook storten.

Banken die concurrenten lijken/zijn werken samen: ABNAMRO, ING en Rabobank. Het is onduidelijk of ze Triodos en andere banken buiten sluiten voor geld storten of dat zoiets een miljoenen verslindende it-operatie vergt dat het onrendabel maakt voor Triodos.

Als het echt onmogelijk is om aan te sluiten bij Geldmaat, dan is het voor Triodos-klanten ook goed mogelijk om een low-tech alternatief te bieden. Bijvoorbeeld door een lijst te bieden van winkels in het land die Triodos steunen en een bedrijfsactiviteit hebben die aansluit bij de waarden van de groene bank.

Door kleine bedragen contant geld storten aan te bieden hebben ze extra aanloop van precies de doelgroep die ze zoeken, namelijk andere Triodos-klanten. Geef via de app de Triodos-klanten per storting een QR-code waarmee ze geld kunnen storten. De winkelier scant die code en dan verschijnt het op het bankafschrift met de code dat het een contant geld-storting is. Dan klopt je administratie ook, is er geen levering van een dienst ofzo. Daar zou de belastinginspecteur vragen over kunnen hebben.

Dat contant geld kunnen de winkeliers dan gebruiken voor wisselgeld. Als ze minstens een leverancier hebben die contant geld accepteert raken ze hun biljetten wel weer kwijt.

Deze oplossing kan zelfs Triodos-klanten opleveren als deelnemende winkeliers in afgelegen gebieden te vinden zijn waar geen Geldmaat in de buurt is.

De Telegraaf zegt autootje pesten

In de Telegraaf verscheen op 11 augustus 2023 een artikel (met een kopietje) over autoluw beleid in steden. Even analyseren dus.

Het woordgebruik:

  • “liever kwijt dan rijk” (waarbij rijk de auto is).
  • “gouden koets” (= auto)
  • “woekertarieven om de auto in de binnenstad te stallen” (gemene exploitatie van mensen in nood)
  • “autoluw maken van de stad lijkt het streven” (het lijkt zo, maar eigenlijk is het autootje pesten)
  • “de automobilist heeft het nakijken” (wordt niet naar geluisterd, heeft geen stem)
  • “Ook in steden als Groningen en Nijmegen.” (Amsterdam is al erg, nu ook elders)
  • “betutteling ten top” (paternalistisch, tegen vrijheid)
  • “gedachtekronkel van een aantal bestuurders” (een paar zijn er gek, niet voor rede vatbaar, afwijking van de norm, alleen die hoeven gestopt te worden)
  • “stemmen allemaal links en dat zijn nu eenmaal autohaters” (ad hominem, ze haten nu eenmaal, zo zijn ze)
  • “is het spuugzat” (enorm gefrustreerd)
  • “Natuurlijk snap ik ook wel” (geïnterviewde is de redelijkheid zelve)
  • “rigide alles te verbieden” (overdrijving, alsof de auto verboden wordt)
  • “bizarre dagtarieven van 24 euro” (overdrijving, de prijs van een hele dag parkeergarage)
  • “Onder het mom van het herwinnen van de openbare ruimte” (alsof dat een leugen is, dat het daar eigenlijk niet voor is, maar dit is niet onderbouwd)
  • “steeds ontoegankelijker en onbetaalbaarder gemaakt” (geredeneerd vanuit de auto)
  • “mensen die minder mobiel zijn, onze ouderen of grote gezinnen hebben daar geen boodschap aan.” (zogenaamde ‘whataboutism‘, de vermeende nadelen voor anderen als argument aanvoeren)
  • “realiteit voor deze inwoners is dat de binnenstad onbereikbaar is geworden” (opnieuw overdrijving en eigenlijk onwaarheid, want verondersteld dat die inwoners met de auto moeten kunnen komen)
  • “klanten wijken uit naar plekken waar parkeren wél gratis is en winkels gewoon de hele dag te bereiken zijn met de auto” (gangbaar misverstand, terwijl winkels met heel veel passerende voetgangers per definitie meer klanten hebben dan als er een auto van klant geparkeerd voor de deur staat. Dan misschien 4 klanten per uur in plaats van duizenden.)
  • “ondernemers in Groningen ruim 500 euro voor een parkeervergunning voor bijvoorbeeld hun medewerkers” (opnieuw, alsof de auto de norm is. Medewerkers komen niet allemaal met de auto)
  • “groene tunnelvisie” (opnieuw, wij zijn heus redelijk, maar die gemeentebesturen draven door)
  • “heus niet principieel tegen verduurzaming” (opnieuw, zijn redelijk maar…)
  • “zogenaamd ’inclusief’ beleid” (omkering van zaken, de auto in de openbare ruimte sluit juist veel mensen uit)
  • “gewone Groningers uitgesloten (…) vereenzamen onze ouderen” (auto is norm, niet onderbouwd, onlogisch omdat auto, zeker in Groningen, niet de norm is)
  • “de happy few (…) studenten, bewoners die genoeg te besteden hebben en mensen zonder lichamelijke beperkingen (…) de ‘havermelkelite'” (alles om de automobilist de underdog te laten lijken, het arme slachtoffer)
  • “heeft het er alle schijn van” (opnieuw, alsof het een leugen is dat de openbare ruimte erdoor verbeterd)
  • “wrijven ijverige ambtenaren zich alvast in de groene handen” (ook ambtenaren zitten in het complot, zijn niet neutraal, iedereen is tegen de automobilist)
  • “wanhoop van forenzen én omwonenden” (laat die auto ‘gewoon’ door rijden, dan is iedereen blij, nu veroorzaak je problemen, de auto is niet het probleem)
  • “De Nijmeegse ’ban-de auto ideeënbus’ (grabbelton met pogingen om de auto tegen te werken, ondoordacht, amateuristisch beleid)
  • “Ook wordt ervan gedroomd” (is een droom, geen werkelijkheid)
  • “zonder schroom de ambitie door om Nijmegen hiermee vooruit te laten lopen op landelijk beleid.” (het is schaamtelijk beleid)
  • „Pestkoppengedrag” (opnieuw, persoonlijk maken, ze zijn tegen ons)
  • “de plannen voor stapvoets rijden.” (overdrijving, 30km/u is niet stapvoets)
  • “het stadscentrum op termijn op slot voor auto’s van niet-bewoners”

Volgt nog een woordvoerder van een kleine lokale stadspartij in Nijmegen die vindt dat het te snel gaat en beter met hele kleine stapjes kan gaan. Dan nog twee experts met een genuanceerd verhaal, dat de auto moet inschikken. Laatste zin: “We moeten accepteren dat voor bewoners, bezoekers en ondernemers autoluw het nieuwe normaal is. Of we dat willen of niet.” en de lezer kan dan grommend met de vuist op tafel slaan: hebben ze ons weer te grazen genomen!

Wel mooi dat de experts nog aan het woord komen, zo lijkt het op journalisme.

Autovrij leven

Geen auto bezitten is een genot.

Daar dacht ik aan toen ik bij de NOS las dat 200 vakantiegangers met bussen uit Italië worden terug gehaald omdat hun auto’s, caravans en campers kapot zijn door grote hagelstenen.

Als je geen auto bezit dan huur je een hotel, huisje, caravan of tent als onderdak en ben je met het ov of een huurauto gekomen. Dan stop je de huur en zoek je elders onderdak. De huurauto verruil je voor een andere. Klein ongemak van een middag ofzo.

Uitgebrand schip is buitenkansje voor gemeente

Omdat er een brandend vrachtschip met auto’s in het nieuws was schreef ik een briefje erover naar de krant. Die kreeg als kop mee ‘Gebruik dat uitgebrande vrachtschip als parkeergarage bij de Coentunnel.’

En dat is weer een vervolg op een ouder idee van mij: een autoschip voor P+R. Van ambtenaren hoorde ik in reactie daarop dat het zomaar neerleggen van een schip als P+R-garage als nadeel heeft dat het weer extra auto’s aantrekt. Later hoorde ik ook van ze dat uit onderzoek bleek dat een groot deel van de parkeerders bij de P+R zich nog beter zou gedragen als die P+R er niet zou zijn. Ze zouden dan het duurdere straattarief ergens buiten de ring kiezen en met de tram de stad in gaan. Of ze zouden zelfs helemaal niet met de auto maar met de trein naar de stad komen. Dus P+R is lastig.

Maar de inwoners van de stad met parkeervergunningen zijn wel een obstakel om parkeerplaatsen in de stad op te heffen. De parkeerdruk mag namelijk niet te hoog worden omdat er dan meer handhaving nodig is en er overlast is van zoekverkeer naar vrije parkeerplaatsen. Men gaat op straathoeken, op de stoep en in het groen parkeren als de parkeerdruk te hoog is.

Als iedereen die zijn auto een tijd niet gebruikt het ding ergens kwijt kan en er geld mee bespaart dan gaat de parkeerdruk omlaag en kunnen er parkeerplaatsen opgeheven worden. Er is nu al een regeling ‘langparkeren voor vergunninghouders‘ voor overigens.

De Rechtvaardige Straat

ooit ondertekende ik het manifest De Rechtvaardige Straat.

Vandaag ontving ik een paar vragen van ze, waar ik het onderstaande op antwoordde.

Heeft u al eens acties ondernomen om een straat rechtvaardiger te maken?
Ja
Nee

Kun je in een paar stappen uitleggen hoe u dit heeft gedaan?

ik heb een autoparkeerplek laten veranderen in fietsparkeerplek zodat er meer ruimte op de stoep voor verblijf en voetganger ontstaat.

Wat zijn concrete lessen die anderen kunnen leren?

Parkeerdruk is het criterium voor ambtenaren in Amsterdam om te besluiten of het mogelijk is een parkeerplek op te heffen. Is de parkeerdruk te hoog of wordt het te hoog door een ingreep dan zullen auto’s op de stoep parkeren, dubbel parkeren, op straathoeken parkeren en veel overlast als zoekverkeer veroorzaken. Dat kost handhaving en via gevaarlijke situaties zelfs letsel.

Er is dus een waterbedeffect als een straat, hypothetisch, autovrij wordt, dan worden omliggende straten onleefbaarder door het gedrag van de automobilisten die hun auto willen parkeren.

Eerst moet het aantal parkeervergunningen voor inwoners omlaag en men moet minder auto’s bezitten.

Ik ken nota bene een aantal buren voor wie de auto niet echt nodig is, maar een handig backup plan voor als je er een nodig hebt. Ze fietsen bijna alles. Voor die buren is het gebruiken van openbaar vervoer absurd, want voor die auto hebben ze al betaald en de extra kost per kilometer is veel lager dan die voor openbaar vervoer (met name voor bestemmingen in autoland, buiten de stad). Ze zouden voor de huurauto van MyWheels moeten kiezen, maar de overstap is onaantrekkelijk zolang ze een oude al afgeschreven auto hebben, weinig rijden en een goedkope bewonersparkeervergunning betalen.

Nota bene, dit zijn buren die veel fietsen in de stad en tot en met hun studententijd nooit een auto hadden. Ging prima. Ze vinden fiets en trein ook een prima optie waar ze goede herinneringen aan hebben. Alleen sinds ze een auto hebben (voor klussen in de provincie soms, bezoek aan oma en uitwedstrijden kinderen of met surfplank naar het strand) is die trein duurder en net iets minder makkelijk.

Als ze individueel hun auto inleveren om de straat te verbeteren dan is er geen garantie dat andere buren dat ook doen en er inderdaad een autovrije straat mag komen. Waarschijnlijker is dat ze dan vooral inleveren en er niets voor terugkrijgen. Hoogstens misschien een beetje lagere lasten, maar die afgeschreven auto en incidentele ritjes zijn al geen grote kostenpost. Daar komt MyWheels voor terug. En dus inleveren van mobiliteitsvrijheid, want elk ritje wordt dan plots prijzig. Nu is dat niet zo.


Heeft u specifieke hulp nodig om in actie te komen?

Zo ja, welke vragen heeft u aan de andere ondertekenaars (eventueel aan een specifiek, ondertekende organisatie)?


Hoe kunnen ondertekenaars in een straat van de gemeente de garantie krijgen dat de straat autovrij wordt als ze hun parkeervergunning inleveren?

Wat kan Amsterdam leren van andere wereldsteden?

Het Parool heeft een leuke serie met reportages over wat er in wereldsteden.

Barcelona is met brede stoepen rolstoelvriendelijk. Tsja, daar is binnen de grachtengordel de ruimte niet voor als je niet een drastische keuze maakt om het straatparkeren voor auto’s te beperken. Mooie les, doen dus. Kans dat het op korte termijn gebeurt? Nul.

Luxemburg biedt gratis ov. Leuk idee om meer mensen het te laten gebruiken, maar als het in Luxemburg voornamelijk een kadootje is voor bestaande ov-gebruikers en voetgangers, dan zal dat in Amsterdam vooral voetgangers èn fietsers plezieren maar geen automobilisten verleiden. De les is dat het ov beter moet zijn dan de auto. Doen. Kans dat het op korte termijn gebeurt? Nul.

Oslo heeft al wel 30% elektrische auto’s, in Amsterdam 6%. Die krijgen daar allerlei financiële voordelen en privileges, ze mogen zelfs op de busbaan. In Amsterdam zijn er al wel 7.748 laadpalen. Tsja, lastig. Je moet autogebruik ook weer niet stimuleren. Dus beter gewoon de milieuzone in Amsterdam aanscherpen.

Stockholm heeft een snelle pont, een draagvleugelboot. Geen optie om noord en centrum bij elkaar te brengen omdat het vooral op langere afstanden over water helpt. Zelf zie ik daar wel mogelijkheden, als het ding over Oranjesluizen heen te krijgen is kan het tram 26 ontlasten. Mijn petitie erover krijgt weinig steun nog.

Medellìn heeft kabelbanen als openbaar vervoer. Schoon, veilig en niet zo duur als bruggen en tunnels. Dus een manier om noord en centrum bij elkaar te brengen. Ook leuk als toeristische attractie. Doe maar! Baat het niet, het schaadt ook niet. Als het niet bevalt is het makkelijk ongedaan te maken.

Kopenhagen is het gelukt om fietsers vrijwillig een fietshelm op te zetten. Maar dat roept vooral de vraag op waar fietsers dood aan gaan. Aan auto’s…

Brussel heeft 30km/u ingevoerd en dat blijkt goed voor de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in de stad. Nou, dat treft! 13 december 2023 wordt het ook in Amsterdam ingevoerd.

Bogotá is op zondag autovrij. Prachtig allemaal, maar wel duur om te organiseren. Daarom lukt het in Amsterdam ook niet meer. Hoewel de ervaring waardevol is zal die in Amsterdam ook weer niet zo revolutionair zijn als elders. Lopen en fietsen zijn geen onbekende of impopulaire modaliteiten die extra promotie nodig hebben. Beter permanente oplossingen.

Kortom:

  • doe die kabelbaan maar.
  • verbeter het ov.
  • draagvleugelboot, als die over de Oranjesluizen kan.
  • milieuzone aanscherpen.