Luud Schimmelpenninck heeft een penning gekregen van de Amsterdam, schreef Het Parool. Mijn felicitaties. Een paar dagen eerder zei hij in een interview met het Parool “Ik ben niet degene die vooruit loopt, de rest loopt gewoon steeds een beetje achter.”
Ik heb ook een aantal keren met hem afgesproken omdat ik ook graag deelfietsen wil in Amsterdam. Ik beschreef het op Amsterdam Centraal en begon een petitie. Veel geleerd van hem, maar uiteindelijk is het politiek. Voor een goed systeem moet je namelijk het GVB aan je kant hebben voor een netwerk van fietsverdeelpunten bij grote openbaar vervoer-knooppunten. Anders heb je geen goed systeem. Ik beloofde er achteraan te gaan.
Door mijn partijlidmaatschappen bij onder andere D66 kwam ik Alexandra van Puffelen tegen in de Rode Hoed. Ze is directeur van het GVB en ook nog eens voorzitter van de Fietsersbond. Ze vertelde dat het GVB er studie naar heeft gedaan, maar de conclusie is dat het altijd een verliesmakende onderneming is zolang de gebruikers van de deelfietsen de fietsen niet terug moeten brengen naar het punt waar ze de fiets oppikten. Het GVB zou eventueel wat meer samen kunnen werken met de OV-Fiets (of NS-fiets tegenwoordig). Dat is namelijk niet verliesgevend omdat je de fiets terug moet brengen.
Ja maar, bracht ik in, laat het aan innoverende ondernemers en ingenieurs om met nieuwe concepten te komen. Bijvoorbeeld eentje waarbij er punten te verdienen zijn als je fiets op de juiste plekken achterlaat. Zolang bij alle belangrijke metrostations maar ruimte wordt gemaakt voor elk bedrijfje met een deelfietsensysteem. Nee, dat hoort niet bij de opdracht die het GVB heeft.
Kortom, opdracht aan de politiek om het GVB wel die opdracht te geven. Lastig daarbij is dan wel dat het aanpakken van de congestie in de stad door fietsers niet een probleem voor het GVB is. Het kan juist extra tram- en metropassagiers opleveren als het centrum moeilijk te bereiken is met de fiets.