Veel opties zijn al besproken in de formatie. Wordt het geen tijd om voorbij de partijen te kijken? Reinder Rustema en Stefan de Vries pleiten voor een apolitieke regering.
Reinder Rustema en Stefan de Vries 6 oktober 2021, 13:20 (in Het Parool)
Na ruim zes maanden welles-nietesspelletjes, afkeuringsmoties en zeven versleten verkenners en informateurs, is de Haagse coalitiezoektocht dermate burlesk geworden, dat zelfs een voortzetting van het oude kliekje Rutte 3 een ‘doorbraak’ heet. En dat terwijl een echt radicale oplossing ook mogelijk is: geen Rutte 4, geen extraparlementair kabinet, noch nieuwe verkiezingen, maar een apolitiek kabinet. Oftewel, een regering met ministers zonder politieke banden, waar kennis hebben belangrijker is dan het hebben van kennissen.
Tot nu toe vormen een paar politieke partijen met de meerderheid in de Tweede, en liefst ook in de Eerste Kamer, de regering. Zij leggen hun compromissen vast in een regeerakkoord, waarmee zij elkaar jarenlang in de tang hopen te houden. De coalitieleden nemen hun ‘verantwoordelijkheid’, zoals dat dan heet, en kiezen vervolgens via een ondoorgrondelijk en soms cliëntelistisch mechanisme de bewindslieden. De rest mag in de oppositie.
Partijbanden doorgeknipt
Met een apolitiek kabinet kan aan die praktijken een hoognodig einde komen. Daarbij zijn de partijbanden tussen ministers en volksvertegenwoordiging juist doorgeknipt. Niet de partijleiders schuiven hun kandidaten naar voren, maar iedereen in het land kan voortaan mensen nomineren. Het parlement maakt een eerste selectie, waarna het de kandidaten in een openbare hoorzitting aan de tand voelt. Een publiekelijk sollicitatiegesprek, naar het voorbeeld van de kandidaat-Eurocommissarissen in Brussel.
In een apolitiek kabinet verandert de ministersploeg van een duistere grot in een transparant managementteam. De ministers doen nog steeds voorstellen, adviseren fracties en sturen ambtenaren aan. Maar zij hoeven zich niet meer mee te laten sleuren door de waan van de dag of door de carrière binnen de eigen partij. De Kamers houden het laatste woord. Zo krijgt de Tweede Kamer meer macht – een belangrijke stap naar het verkleinen van de kloof tussen politiek en burgers.
Politieke partijen kunnen zich nu profileren met een kleurrijke minister of premier. Die kans valt weg, maar daarvoor in de plaats komt dat alle partijen kunnen meedoen met het landsbestuur. Inderdaad, voor ieder wetsvoorstel zal een meerderheid in de Kamer gevonden moeten worden, die iedere keer langs andere partijlijnen loopt. Dat kost soms meer tijd dan nu, maar het betekent ook dat ‘protestpartijen’ kunnen meebesturen. Hun argument dat zij door het al dan niet imaginaire partijkartel worden uitgesloten kan daarmee in de prullenbak. Zij moeten ideologisch kleur bekennen om zich te onderscheiden. Het volstaat niet langer om het oneens te zijn met de rest.
Tussentijdse verkiezingen niet nodig
Sinds zelfs bestuurderspartijen moties van afkeuring tegen elkaar steunen, is het duidelijk dat ook meerderheidscoalities geen garantie meer zijn voor stabiliteit. Een apolitiek kabinet is dat juist wel. Bij falen vervangt de Tweede Kamer de verantwoordelijke minister simpelweg door een andere kandidaat. Mocht de kiezer dit falen de Kamer aanrekenen, dan kan hij of zij iedere vier jaar zijn mening laten blijken in de stembus. Tussentijdse verkiezingen, zoals deze eeuw de norm zijn geworden, zijn niet meer nodig.
Een van de unieke en mooie aspecten van de regering in Nederland is dat er niemand de baas is. De minister-president is ‘slechts’ de primus inter pares. In tegenstelling tot veel andere landen, bestaat hier geen hiërarchie tussen ministers. Althans, in theorie. In de praktijk heeft de premier, een rol die pas sinds 1983 in de Grondwet is opgenomen, de laatste jaren juist steeds meer macht naar zich toe getrokken, ten koste van het nu zo verlangde dualisme.
Onnodig, aangezien iedere minister premier kan zijn. In een apolitiek kabinet zou ieder kwartaal een ander de rol van voorzitter op zich kunnen nemen. Wanneer die post rouleert, kan de premier niet meer vastkleven aan het pluche, en daarmee een positie verwerven die eigenlijk niet past bij het Nederlandse staatsbestel. Daar is niet meer dan een pennenstreek onder een Koninklijk Besluit voor nodig (art. 43 Grondwet). In Zwitserland werkt een soortgelijk systeem prima.
Geen zakenkabinet of technocratie
Overigens is een apolitiek kabinet niet hetzelfde als een zakenkabinet. Het is evenmin een bestuur van technocraten. Bij een apolitiek kabinet zijn de vakministers belast met de uitvoering van het mandaat dat zij van de Tweede Kamer krijgen, en niet met de verwezenlijking van hun eigen politieke agenda.
De huidige (demissionaire) bewindslieden hebben een indrukwekkende staat van dienst van door hen zelf toegegeven gejok, gekibbel en geflater. Zij zijn misschien behendige politici, maar duidelijk ongeschikt als landsbestuurders. De huidige formatie-impasse is een uitgelezen moment om uit deze crisis iets moois te laten komen. Dus een oproep aan de volksvertegenwoordigers: wilt u echt een radicaal andere bestuurscultuur, stuur dan uw informateur en uw fractieleiders vandaag nog met vakantie en begin direct met de samenstelling van een apolitiek kabinet. Er zijn geen staatsrechtelijke belemmeringen. Uw wil is letterlijk wet.