Snorfietsmaatregelen buiten Amsterdam

Fietsers uit allerlei steden willen graag de snorfiets naar de rijbaan zoals in Amsterdam sinds 3 juni 2019 werkelijkheid is. Maar helaas, dat gaat niet zo makkelijk. De maatregel lijkt vooral geschikt voor Amsterdam.

Fietspaden moeten liefst te smal zijn

Steden die een goede fietsinfrastructuur hebben, met brede fietspaden, worden in zekere zin ‘bestraft’ door deze maatregel. Het is alleen mogelijk bij grote drukte. Als de fietspaden smal zijn, zoals in Amsterdam, dan is die drukte makkelijk aan te tonen; zelfs met louter fietsers zijn ze al te druk. Maar bij fietspaden die wel voldoen aan de CROW-norm voor de breedte vergt het tellingen en dergelijk ‘zacht’ bewijsmateriaal om het stand te laten houden als het voor de bestuursrechter komt.

De zwaailichtensector zal protesteren

Maar een druk fietspad naast een 50-kilometerstraat is ook om een andere reden vaak geen goede kandidaat voor de maatregel. De zogenaamde ‘zwaailichtensector’ (politie, ambulance, brandweer) zal protesteren als een belangrijke doorgaande weg ook snorfietsen op de rijbaan te verwerken krijgt. Hun schrikbeeld is dat er verstoppende langzame snorfietsen op voor hen belangrijke routes komen. In Amsterdam is er een netwerk van trambanen door de stad waar de zwaailichtensector ook toegang toe heeft. Via de trambanen kunnen ze op behoorlijke snelheid het grootste deel van de stad bereiken. Dat heeft niet elke stad…

Maar in 1999 ging de bromfiets van het fietspad naar de rijbaan, aanvankelijk ging die ook geen 45km/u. Destijds kon het dus wel. Ook laat de ervaring in Amsterdam zien dat de aanrijtijden niet in gevaar komen. Er zijn echt niet overal trambanen om naar uit te wijken. De zwaailichten komen er uiteindelijk wel doorheen. Automobilisten die sloom opzij gaan zijn een groter probleem. Zo’n snorfietser is heel flexibel en reageert alert.

Als zone alleen als het overal te druk is

De stad moet dus eigenlijk de kenmerken hebben van Amsterdam om de maatregel voor een groot gebied in te kunnen voeren. De 19e eeuwse gordel rondom het oude centrum in Amsterdam heeft overal drukke, smalle fietspaden. Het middeleeuwse centrum binnen de Singelgracht heeft weer nauwelijks fietspaden. Daar kan je dus de maatregel wel invoeren, maar de kracht zit ‘m er vooral in dat in de donut er omheen de maatregel overal geldig is. Zo kon de maatregel in het hele gebied gelden. Maar veel andere steden in Nederland hebben een klein en compact oud centrum, vaak ook nog eens met voor fietsers gereserveerde straten en voetgangerszones. Hier en daar kwalificeren zich misschien wat straten voor de maatregel, maar in combinatie met de bezwaren van de zwaailichtensector blijft een zonale benadering moeilijk overeind.

Wat dit betreft is het wachten op de nationale helmplicht. De internetconsultatie zal in oktober 2019 zijn en het wetsvoorstel gaat voor de kerst van 2019 naar de Tweede Kamer. Dan gaat de Tweede Kamer er nog vragen over stellen en over stemmen. Daarna de route 1e Kamer, Raad van State, ministerraad, krabbel van de Koning en publicatie in Staatsblad van een aantal maanden. Met een wenperiode om een helm aan te schaffen en dan vanaf op z’n vroegst 1 januari 2021 of 1 juli 2021 de handhaving. Op dergelijke data worden belangrijke veranderingen ingevoerd.

Die nationale helmplicht is zo belangrijk omdat je dan geen zone met een helmplicht hoeft te realiseren zoals in Amsterdam. Elke snorfietser heeft dan altijd een helm op en kan hier en daar, waar nodig en mogelijk, naar de rijbaan worden gestuurd. Anders heb je een niet te handhaven helmpje-op-helmpje-af-situatie. Snorfietsers gaan dan de lokale helmplicht negeren op de rijbaan of negeren de verwijzing naar de rijbaan. Kostbaar om te handhaven.

Advies: vraag om een mix van maatregelen

Vragen om de maatregel in te voeren is dus vooralsnog vragen om problemen. Vraag daarom, bijvoorbeeld met een petitie, om maatregelen om de overlast van de snorfiets voor fietsers èn voetgangers in te perken.

Het verder inperken van het parkeren van snorfietsen is een voor de hand liggende. Zo is in Amsterdam nu het drukke uitgaanscentrum Leidseplein ontoegankelijk gemaakt voor snor- en bromfietsers. Ze moeten om dit gebied heen rijden en mogen er ook niet meer parkeren. Veel steden hebben al een voetgangersgebied waarin fietsen zijn toegestaan. Dit is vergelijkbaar en uit te breiden. Met als groot voordeel dat de overlast door bromfietsen ook aangepakt wordt. Verwijs ze naar een autoparkeergarage die dan ook ruimte voor snor- en bromfietsen moet bieden. Maak dat dan ook heel aantrekkelijk (oplaadpalen, droog, goed vast te zetten) en goedkoop/gratis.

Het parkeren is ook verder in te perken door de algemene plaatselijke verordening aan te passen zodat alle tweewielers met een kentekenplaat op een daarvoor aangewezen plek moeten parkeren. Speciale vakken voor brom- en snorfietsen. Dat kan dan ook een betaalde parkeerplaats zijn.

Daarnaast blijft het natuurlijk mogelijk om straten te vinden waar de maatregel wel ingevoerd kan worden. De bijbehorende helmplicht is dus wel lastiger te handhaven als het niet om een grote zone gaat. Snorfietsers zullen dan eerder een alternatieve ontwijkende route kiezen dan de rijbaan op gaan met een helm op. Als de snelheid op de rijbaan geen 50 maar 30 is dan is het ook mogelijk om van het fietspad een onverplicht fietspad te maken (snorfietsen verboden). Ook onbekend is dat een eenrichtingsverkeer of niet-inrijden verkeersbord met het onderbord ‘uitgezonderd fietsers’ betekent dat snor- en bromfietsen er dan niet in mogen.

Als de nationale helmplicht wordt ingevoerd, waarschijnlijk in 2021, dan is de mogelijkheid om snorfietsen te verbieden op bepaalde fietspaden groter.

Milieuzone verplaatst snorfiets niet

Als laatste is het goed om te beseffen dat een milieuzone het scooterpark wel verjongt (of zero-emissie maakt), waardoor de oudste snorfietsen verdwijnen, maar het betekent niet dat snorfietsen van het fietspad verdwijnen.

Door de maatregel in Amsterdam komen er ook extra snorfietsen op de tweedehandsmarkt van snorfietsers die het ding opgeven. Die modellen waren wel toegestaan in de milieuzone en zullen gretig aftrek vinden als er elders een milieuzone ingevoerd wordt.

Het verbetert wel de luchtkwaliteit en kan om die reden wel de moeite waard zijn. De alleroudste snorfietsen verbieden levert namelijk snel veel verbetering van de luchtkwaliteit op.

Opheffen categorie de oplossing

Gezien bovengenoemde obstakels is de logische conclusie eigenlijk dat de categorie opgeheven dient te worden. Na het invoeren van de nationale helmplicht komt die discussie hopelijk snel op gang. Teken vooral alvast de petitie voor het einde van de categorie snorfiets: eindesnorfietscategorie.petities.nl

Mijn deelname aan Centrum Begroot

Op de burgerparticipatiesite van de gemeente Amsterdam heb ik een plan bijgedragen om statiegeld in te voeren in Amsterdam. Om afval te voorkomen lokaal statiegeld invoeren.

Het plan kreeg genoeg stemmen om te kwalificeren voor een ‘haalbaarheidstoets’ door een ambtenaar. Er is een antwoord op gekomen dat niet bij het plan zelf is verschenen, maar ik ontving het wel per e-mail:

Goedemiddag Reinder Rustema,
 
U heeft het plan “Statiegeld op verpakking meeneem-eten en -drinken” via  Centrum Begroot ingediend.
Stadsdeel Centrum vindt het belangrijk dat alleen plannen doorgaan naar de volgende ronde die we daadwerkelijk binnen de gestelde voorwaarden kunnen realiseren. Tijdens de haalbaarheidstoets is bekeken welke plannen uitvoerbaar zijn.
 
Het plan, Statiegeld op verpakking meeneem-eten en -drinken, is niet haalbaar binnen Centrum Begroot.
Statiegeld is niet wettelijk geregeld. In het Verpakkingenbesluit is een paragraaf opgenomen waarin staat dat er statiegeld wordt geheven op kleine plastic flesjes maar deze paragraaf is nooit in werking gezet. Dit o.a. omdat  het bedrijfsleven geen voorstander is van statiegeld.
 
Winkels en horecabedrijven die meeneem eten en drinken verkopen zijn niet doormiddel van een vergunning te verplichten om statiegeld in te voeren
(winkels hebben geen vergunningen en horecavergunningen zijn gebaseerd op de APV waar milieubescherming geen rol speelt).
Het is alleen mogelijk om op basis van vrijwilligheid statiegeld in te laten voeren.
Omdat statiegeld een product bij aankoop duurder maakt, zal het alleen mogelijk zijn wanneer alle winkels en horecabedrijven dit vrijwillig, tegelijkertijd statiegeld invoeren. Uw project is daardoor niet haalbaar binnen de termijn van 1 jaar, één van de spelregels van Centrum Begroot.
 
De gemeente Amsterdam heeft zich wel aangesloten bij de club van o.a. gemeenten dat probeert de staatssecretaris te om een verdergaande statiegeldregeling in te voeren (op blik en plastic flesjes).
 
We willen u alsnog hartelijk danken voor uw interesse in Centrum Begroot en het indienen van uw plan.
We  hopen van harte dat u  https://centrumbegroot.amsterdam.nl/ blijft volgen. 
Vanaf 9 juli kan u op de site zien welke plannen door de stadsdeelcommissie zijn gekozen.
 
Graag tot dan!
 
Met vriendelijke groeten,

Dat is dus een antwoord waar ambtenaren goed in zijn. De werkelijkheid beschrijven. Wat mogelijk is binnen de bestaande kaders. Begrijpelijk, want dat hoort bij hun rol. Ze zouden hun boekje te buiten gaan als ze dingen zouden doen die niet binnen het door hun baas (de wethouder) of diens baas (de gemeenteraad) zijn toegestaan.

De redenering in de haalbaarheidstoets is om aan te tonen waarom iets niet kan. Dat is makkelijk, want dat is altijd wel mogelijk. Het antwoord zou moeten zijn we weten niet of het mogelijk is om voldoende lokale ondernemers over te halen binnen een jaar en een werkende inzameling op te zetten. Dat weet je pas nadat je het serieus geprobeerd heb. Dat is nou precies waar dit Centrum Begroot-project voor is, toch?

Huur mij maar een jaar in om de lokale ondernemers te overtuigen om op vrijwillige basis mee te doen en let maar eens op! Ik ben activistisch immers. Flesjes met stickertje voor €0,25 extra verkopen is een kleine moeite voor ondernemers. Beperk je tot de implusaankopen bij toeristische winkeltjes, de supermarkten sla je over. Inzameling doe je op andere plekken, waar er ruimte voor is. Bijvoorbeeld op de steigers van rondvaartboten. Dan krijg je korting op je kaartje of andere aankopen. De bulk wordt dan verzameld via Plastic Whale en bij de daklozenopvang en dergelijke. Of misschien op een andere manier. Mijn punt is, je weet tevoren niet of het mogelijk is. Dat vergt een tijdje trial-and-error. Daar is dit budget perfect voor. Als het faalt is dat ook niet erg.

Wat voor ambtenaren erg makkelijk is, en volgens mij ook erg leuk, is eventjes een redenering opschrijven waarom iets NIET mogelijk is. Dat kan ik ook wel doen, bij de meeste plannen op Centrum Begroot. Maar daar is dat budget toch niet voor?

Voor mij als participerende, goedwillende burger komt het aan als een stomp in het gezicht. Ja, leuk zeg, die burgerparticipatie. Laat mij nou even lekker experimenteren met dit budget en ik zal aantonen of het mogelijk is. Of niet, maar dat is ook leerzaam. Dan weten we meer over de problematiek. Misschien komt er wel een andere mooie oplossing uit.

Inspraak over autoschip voor 4000 parkeerplaatsen

Bij agendapunt 32 “Kentekenonderzoek S100 resultaten” op 13 september 2018 sprak ik in bij een commissievergadering van de gemeenteraad van Amsterdam. Er is ook een verslag van.

Met als voorstel een autoschip te kopen. Als alternatief voor de op te heffen duizenden parkeerplaatsen. Voor 7 miljoen euro kan je daarmee minstens 4000 parkeerplaatsen in 1 klap realiseren boven de Coentunnelingang. 7 miljoen is wat het straatparkeren in krap 2 weken oplevert. Vergunninghouders uit het centrum die niet dagelijks forensen verleid je financieel om daar bijna gratis te parkeren. Zodat ze geld over hebben om met Car2Go of de fiets uitstootvrij de auto in die drijvende parkeergarage te zetten. Ik bedoel het dus niet als P+R! Want om bezoekersverkeer te voorkomen stelde ik iets anders voor. Bestemmingsverkeer-op-kenteken.

Als het autoschip niet gelijk vol staat met auto’s dan kan je het ook gebruiken als feestlokatie. Aangezien de rafelranden van Amsterdam aan het verdwijnen zijn is dit te gebruiken als een tijdelijke lokatie. Met een parkeergarage op een lager dek en prachtig uitzicht over de haven.

Voor de parkeervergunninghouders die ervoor kiezen om hier hun auto te parkeren is het ook mogelijk een boemeltreintje op te zetten naar Centraal Station. Er ligt al een goederenspoor dat daarvoor te gebruiken is. Als er dan een frequente en betrouwbare verbinding ontstaat kan je dit ook gebruiken om toeristen naar het centrum te brengen die uit hun touringcar of riviercruiseship stappen op deze plek. Er is daar namelijk al een overstapplek gemaakt voor de passagiers van riviercruiseships die met een touringcar naar de bollen enzo gaan.

Omdat parkeervergunninghouders besparen op hun parkeervergunning kunnen ze geld uitgeven aan ‘valet parking’. De vrije markt kan daarin voorzien. Minstens bescheiden in de vorm van een bevriende student die wat wil bijverdienen, maar mogelijk verschijnt er een app en wordt Amsterdam-brede ‘valet parking’, gestroomlijnd met verzekeringen en garanties. Het autoschip zorgt dat er een markt voor ontstaat.

Een autoschip als oplossing stelde ik voor het eerst voor in het Parool van 29 januari 2015. Ook op Amsterdam Centraal.


Een aangepast voorstel schreef ik ook in Het Parool op dinsdag 16 juli 2019 naar aanleiding van het sluiten van de Hemwegcentrale en nieuwe plannen voor die omgeving:

Als er geen schepen meer achter de Hemwegcentrale afmeren om steenkool uit te laden, kan er aan de Petroleumhavenweg een afgeschreven autoschip worden neergelegd als parkeergarage voor auto’s die niet meer in het centrum mogen parkeren. Er ligt al een spoorlijn om een pendeltreintje naar het CS overheen te laten rijden. De ultieme P+R!
 
Het bovenste dek kan goed gebruikt worden voor festivals zonder dat er parken voor bezet en vernield hoeven worden. Lekker industrieel, met ruime parkeergelegenheid én een mooi uitzicht.
 
Natuurlijk is zoiets tijdelijk, zoals het een ‘rafelrand’ betaamt. GroenLinks houdt van rafelranden aan de stad. Goeie investering, want het schip behoudt zijn oudijzerprijs wel. Laatste keer dat ik keek op een schepenmarktplaats stond er een tweedehandsje uit 1995 voor 8 miljoen dollar met ruimte voor 4.363 auto’s te koop. Dat zijn twee weken aan parkeermeteropbrengsten die nu naar het Mobiliteitsfonds gaan.

Natuurlijk heb ik het ook gemaild naar de wethouder. Daar is het geregistreerd.