E-biker, pas je snelheid aan of vermijd het fietspad

NRC, maandag 25 september 2023 of kopie

Hard fietsen is heel aantrekkelijk. Voor gewone fietsers die hun actieradius en snelheid willen vergroten met een e-bike. En ook voor snor- en bromfietsers die op een e-bike zónder verplicht bromfietsrijbewijs, verzekering of helm schoon kunnen rijden. Op de fatbike kun je ook nog een passagier achterop meenemen.

Maar onze fietspaden zijn niet toegerust op zo veel snelle fietsers. De fietspaden zijn smal en overvol in de spits – en het verschil in snelheid tussen gewone fietsers en e-bikers veroorzaakt ongelukken.

Een helmplicht voor e-bikers, zoals sommigen als oplossing voor dit probleem bepleiten, is niet het antwoord. E-bikers moeten gedwongen worden te kiezen: óf ze gaan hard en rijden op de auto- of brommerbaan, óf ze gaan langzaam, op het gewone fietspad, dat voor langzame fietsers blijft. Want niet iedereen heeft het in zich of heeft de behoefte om hard te fietsen.

Verbreden

Lokale wegbeheerders hebben nu alleen de mogelijkheid om fietspaden te verbreden, soms zelfs zo breed als de rijbaan. Maar daarmee vergroot je juist weer de snelheidsverschillen tussen fiets en e-bike. Dan gaan de e-bikers nóg harder.

Dat je op basis van snelheid voertuigen fysiek moet scheiden, is een Nederlandse uitvinding die inmiddels ook internationaal is aangeslagen. Steeds meer landen omarmen het oer-Hollandse fietspad. Alleen worden daar elders grote ideologische gevechten over gevoerd. In Nederland werden de eerste fietspaden aangelegd om de eerste automobilisten niet in de weg te zitten. Een eeuw geleden moest je ‘in je hokje met die fiets’ totdat je zou overstappen op het vervoersmiddel van de toekomst: de auto.

De helmplicht voor de snorfietser maakt de e-bike weer populairder

Zo groeide in de luwte een mooi netwerk van uiteindelijk 37.000 kilometer fietspad. De fietser bleef fietsen, juist omdat het veilig kon op fietspaden. In de jaren zeventig bleek, na de nodige protesten, dat die fiets toch een blijvertje was. Fietspaden worden sindsdien redelijk vanzelfsprekend ingepast in de infrastructuur. Heel veel automobilisten zijn zelf ook fietser waardoor je er niet voor hoeft te vrezen dat beledigde automobilisten je van de weg drukken. Fietsen is handig, gezond en goedkoop.

Steden- en wegenbouwers hebben dit gegeven dankbaar gebruikt om het land in te richten. Ik ken voorbeelden van immigranten vanuit Noord-Amerika die louter om de compacte en leefbare inrichting van Nederland hier naartoe verhuizen. Ze geven hun continent op omdat het een onbetaalbare infrastructuur heeft met grote huizen, grote afstanden en een zielloze, onleefbare openbare ruimte zonder mensen als gevolg. Een auto-ongeluk of een protest van extremisten geeft daar je grootste kans om een oploopje van tientallen mensen op straat te kunnen zien. Je komt moeilijk iemand tegen buiten.

Wonderlijk genoeg maken al die fietspaden Nederland ook tot een van de beste autolanden ter wereld. Mooie wegen en relatief weinig opstoppingen. Ook veel automobilisten pakken de fiets voor een boodschapje in de buurt en dat geeft ruimte. Fietsen kán hier ook altijd, want megawinkels met megaparkeerplaatsen wordt het hier moeilijk gemaakt en fietspaden zijn geen eigenaardigheid in de bebouwde kom maar een volledig netwerk.

Ons hokjesdenken heeft een hele gereedschapskist opgeleverd met maatregelen om auto’s af te remmen in woonwijken – drempels en versmallingen – en zoveel mogelijk naar de snelweg te sturen. Alleen de gevaarlijke provinciale wegen met lintbebouwing blijven een zorgenkindje.

Rebels imago

Maar dat netwerk van fietspaden is zó aantrekkelijk dat iedereen erop wil, ook met grote snelheid. Zo ontstond tegelijk met de opkomst van de fietspaden de unieke bromfietscultuur in Nederland. Er kleefde ook vaak een rebels imago aan, misschien omdat het een soort van vals spelen was: fietsers inhalen. Het hokje van de fietser werd maximaal opgerekt om met autosnelheid overal te komen.

De snelheidsverschillen met zowel fiets als auto maakt de bromfiets tot op vandaag het gevaarlijkste vervoermiddel en een hoofdpijndossier voor de wetgever. De helmplicht in de jaren zeventig bracht weer de ‘snorfiets’, zonder helmplicht, op de weg. Toen de bromfiets vanaf 1999 ook niet meer op gewone fietspaden mocht, werd de snorfiets nog populairder. De helmplicht voor de snorfietser, sinds 1 januari, maakt de snelle, dikwijls opgevoerde, e-bike weer populair.

Toch is een helmplicht voor e-bikers niet de oplossing voor de vele ongelukken. Als je zonodig met je e-bike op een gewoon fietspad wil, moet je langzamer rijden.

De snellere e-bike past tussen het autoverkeer op de rijbaan in de bebouwde kom. Alleen op het brede bromfietspad langs de provinciale weg mogen dan alle soorten fietsers op het fietspad, zolang de snelheid op de rijbaan niet verlaagd wordt.

Het is technisch ook mogelijk om een e-bike ‘af te knijpen’. Een oranje voorspatbord met apk-stickertje zou dan kunnen aangeven dat dit volgens de regels is gedaan en waarschuwt anderen ook voor die e-bike, zonder helmplicht. Zo’n waterscheiding in e-bike-land dwingt iedereen te kiezen voor het juiste tempo: met de gewone fietsers of harder.

Reinder Rustema is lid van de actiegroep Geef het Fietspad Terug!

P-route Munt

In de stadsdeelcommissie is het voorstel van Centrum Bewoners Amsterdam om die parkeerverwijsborden op te ruimen weggestemd. Die zouden zoekverkeer voorkomen.

Het is onduidelijk hoe die verwijzingen precies werken bij automobilisten. Maar neem nou deze verwijzing naar de P-route Muntplein. Die brengt je van de Stadhouderskade naar parkeergarages waar je helemaal geen auto’s naartoe zou willen sturen. Lijkt mij.

Stadhouderskade: P-route Muntplein

Dus je rijdt op de Stadhouderskade. Rechts van je de binnenstad. Wat? Kan je bij Muntplein parkeren? Daar is toch helemaal geen parkeergarage? Mis! Volg ons maar.

Kalverstraat en Prins & Keizer

Op de Vijzelgracht wordt de route toegelicht en getoond hoeveel parkeerplaatsen er nog zijn.

Prins en Keizer

De eerste blijkt onder het oude ABNAMRO-gebouw te zitten. Waarschijnlijk vroeger voor de bankmedewerkers, maar nu een parkeergarage. In het hartje van het centrum! Hoe is het mogelijk.

Parkeren Kalverstraat

En nu op speurtocht naar de parkeergarage Kalverstraat.

Kalverstraat

Hier staat wat onleesbaar gepriegel, dat lees je nooit als automobilist denk ik. Maar de boodschap is dat je daar moet zijn voor de parkeergarage, lijkt me.

bij Koningsplein

Bij het Koningsplein word je opgevangen. Je moet langs de trambaan rechtsaf. Nu word je tussen de voetgangers en fietsers doorgestuurd. Wat moet dat hier? Wat is dit voor gekte?

Parkeergarage bereikbaar!
Parkeergarage De Goudenbocht
Parkeergarage Kalverstraat

Die parkeergarage De Gouden Bocht was dus niet de eindbestemming, er is nòg een parkeergarage.

Parkeergarage Kalverstraat

En inderdaad, je kan naast de Kalverstraat terecht komen. Vanaf de Stadhouderskade. Wie had dat gedacht!

Maar is dit nou wat we willen? Die parkeergarages zouden voor bewoners moeten zijn, zodat auto’s van straat kunnen. Maar toch niet voor bezoekers? In een autoluwe stad moet je dergelijke parkeergarages helemaal niet hebben eigenlijk. Als ze er zijn, dan voor bewoners die de hoofdprijs willen betalen om een auto te kunnen stallen, lijkt mij. Die gaat dan 1 keer per dag over straat. Of misschien zelfs dagenlang niet. Een bezoekersgarage veroorzaakt veel meer verkeer. Na een uur of anderhalf uur gaat de winkelklant alweer naar huis en aast de volgende op de vrijgekomen parkeerplek…